Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 18 
Next page End  

Balbehendigheid.
Balspelen en sporten 1ste graad.
Vrij spelen.
Alle leerlingen hebben een bal, (verschillend formaat zoals
pingpongbal, softbal, tennisbal, volleybal, basketbal) 
Vrij experimenteren, bij signaal ander formaat nemen. 
Rollen: vrij.
-Vrij rollen met handen. 
-Vrij rollen met voeten. 
-Vrij rollen en opdracht uitvoeren bij signaal. (Bal op de buik, boven hoofd,...) 
-Vrij rollen met hulpmateriaal: stok, slagplank, racket, hockeystick. 
Rollen: met partner(s).
-Per twee in spreidzit, naar elkaar rollen afstand 3 m. 
-Idem afstand vergroten. 
-Idem in hielzit. 
-Idem in spreidstand. 
-Idem in ruglingse spreidstand. 
-Per 3, 4 herhalen vorige oefeningen:bal verandert van richting.
-Per twee, partner maakt poortje door benen spreiden, mikken en door poortje rollen. 
Parcours rollen.
-Bal over lijn rollen. 
-Bal slalom rollen langs kegels,stoelen,... 
-Bal rollen langs,over,onder,... 
-Idem bovenstaande oef. met voeten sturen.
-Bal in een doos/ doel mikken. 
Stuiten.
-Op de plaats bal laten vallen en oppakken na stuit. (buikhoogte) 
-Idem met bijkomende opdrachten: 
-handenklap; 
-tweemaal laten stuiten; 
-handen grond raken; 
-1/1 draai maken tijdens stuit,... 
-Met andere hand opvangen na stuit (kleine bal). 
-Laten stuiten met linkerhand, opvangen met de andere. 
-Bal stuiten en vooruit gaan.