Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 18 
Next page End  

Doelwerpen.
-Bal tegen muur werpen, tegen plint, sportraam, opgehangen voorwerpen 
-Bal in doos werpen, hoepel, deel springkast, basketring,.. 
-Bal door hoepel werpen, door opening sportraam, klimraam. 
-Tegen muur werpen, éénmaal laten stuiten en opvangen. 
Werpen met tussenopdracht.
-Idem als doelwerpen met bijkomende opdrachten: 
-handenklap voor de opvang; 
-grond aanraken met handen; 
-éénmaal ronddraaien. 
-afstand tot muur vergroten. 
Slaan met richting.
-Bal tegen muur: starten met een grondstuit, slag, bal tegen muur, grondstuit, slag, tegen
muur,... 
-Bal met slag in hoepel trachten te mikken. 
-Per twee: één ll heeft bal en plank: grondstuit, slag naar partner, deze vangt en rolt terug. 
-Idem, maar partner werpt terug en mikt op 1 m voor ll.(hoepel) 
-Idem, zonder grondstuit bij werpen. 
*  2.Balspelvormen eerste graad.
Hoepelballonspel:
Aan de wand van de zaal een tiental hoepels op de grond (links-rechts), per twee lln één
ballon. 
De lln trachten afwisselend (per twee) de ballon in de richting van een hoepe l te tikken, om
dan de hoepel op te nemen en de ballon doorheen de hoepel te slaan, vervolgens naar de
volgende hoepel enz. 
Dekenbal:
Twee groepen hebben ieder een grote lap stof vast (liefst cirkel-vormig) met daarop een
strandbal. 
Samen wippen ze de bal omhoog; wie het langst volhoudt zonder dat de bal stilligt of op de
grond valt wint. 
(Zie ook: ritme met zwaaidoek) 
Koninginnebal:
Groepjes van 4 lln, eerste staat voor de 3 anderen en werpt deze beurtetelings de bal toe; laat
een ll de bal vallen moet hij naar plaats 3, laat de Koningin de bal vallen idem, en de ll van
plaats 1 vervangt. 
-Idem,maar nu moeten de lln éénmaal in de handen klappen vooraleer de bal te vangen. 
-Idem, lln houden de handen gevouwen voor zich vooraleer te vangen.