Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 8 
Next page End  

Drama en taal
Wat gebeurt er op de camping?
BB
      
Les 01
Beginsituatie voor de kinderen:
De kinderen hebben in deze groep nog weinig ervaring opgedaan met drama-activiteiten.
Kringgesprekken worden steeds meer echte gesprekken tussen leerkracht en leerling en leerlingen
onderling.
Opstelling:
Kinderen zitten in een grote kring, zo dat iedereen elkaar kan zien. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt
van een speellokaal.
Inleiding:
De kinderen gaan in de kring praten over het leven op een camping.
Weet iedereen wat een camping is? 
Wie is er wel eens op een camping geweest?
De taal is soms een probleem. Hoe maak je dan iets duidelijk?
Kern:
Ik vertel over mijn vakanties naar Frankrijk. Eerst met een klein tweepersoonstentje, later met een grote
tent voor het hele gezin. Ik vertel de kinderen over de reis er naar toe en iets over de camping. De taal is
soms een barrière, meestal spreken mensen wel een beetje Engels. Het lukt niet altijd om je goed
verstaanbaar te maken. 
Warming up: De kinderen gaan elkaar begroeten en lopen daarbij kriskras door het lokaal.
Daarna mogen de kinderen vertellen over hun eigen reiservaringen, waarbij ze uitgenodigd worden om
iets wat ze vertellen tegelijkertijd zoveel mogelijk te demonstreren of te laten zien.
Bijvoorbeeld: “Toen we aankwamen op de camping kregen we een plaats in de schaduw” of “De plek voor
de tent was veel te klein”. 
We gaan samen praten over welke bewegingen je zou kunnen maken bij de verhalen van de kinderen. Als
er weinig verhalen van de kinderen komen, dan geef ik voorbeelden:
Enkele voorbeelden van onderwerpen:
De camping is vol
Er was een technische storing en daardoor was het zwembad gesloten.
Je moet een badmuts op als je gaat zwemmen
De auto mocht niet bij de caravan staan
De waslijn van de buurman zat vast aan een boom op ons terrein.
Er werd een vliegerwedstrijd gehouden
Playbackshow
Spokenfeest
Barbecuen
Eiervangwedstrijd
Afsluiting
Ik wil met de kinderen bespreken wat ze van deze les vonden.
-  Wat vonden de kinderen van de verhalen? Van jezelf? Van anderen?
-  Is het moeilijk om je verhaal met gebaren nog duidelijker te maken?
-  Wat zou je volgende keer anders doen?
-  Waren er nieuwe onderwerpen bij, die je nog nooit had gehoord/gezien?
Wat leren kinderen van deze les/doelen
de kinderen leren naar elkaar te luisteren
de kinderen leren naar elkaar te kijken
de kinderen leren een verhaal te verzinnen/te vertellen en door middel van gebaren te
verduidelijken
de kinderen leren improviseren