voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
SinterklaasGroep: groep7,groep8Vakgebied: beeldendevorming Thema: sinterklaas Omschrijving: Een handvaardigheidsles met betrekking tot het onderwerp Sinterklaas. Helaas zal het soms moeilijk zijn om aan bloempotjes te komen, misschien kunnen de leerlingen deze zelf meenemen? Zoekwoorden: sinterklaas handvaardigheid knutselen Lesonderwerp: Winter Handvaardigheid: Bloempot Sinterklaas Doelstellingen: Eigen invulling lijf Sinterklaas, dus bevordering fantasie en eigen creativiteit; Het leren kennen van allerlei verschillende materialen, en hoe deze te gebruiken; Bevordering van de motorische vaardigheden. Beginsituatie: De kinderen weten wat Sinterklaas is, wat het inhoudt en wat je dan zoal doet. Betekenis Waar gaat het over. Wat is het thema. Welke associatie- mogelijkheden zie je. Inleiding: Als inleiding worden er een aantal Sinterklaas liedjes gezongen, want het spreekt voor zich dat dit werkstuk in de Sinterklaasperiode gemaakt moeten worden. Eigen omgeving: Dit spreekt kinderen natuurlijk erg aan omdat dit in hun eigen omgeving erg bezig houdt. Visueel materiaal: Ik heb een Sinterklaas tekening meegenomen. Deze mag diezelfde dag nog worden ingekleurd. Activiteit Korte beschrijving van de activiteiten/opdrachten. De instructie is als volgt: Schilder beide potjes volledig rood. Laat de potjes hierna goed drogen. Kleef daarna de potjes met de brede rand aan elkaar met de witte lijm. Plak op de bovenste pot een pomponnetje als knoopje. Hierna kun je het lijfje een beetje gaan versieren met het gele karton. Hoe, dat mag je zelf weten, zodat het echt jouw Sinterklaas gaat worden. Knip vervolgens de mijter uit het vilt, dit moeten dus twee driehoekjes op elkaar zijn. Maak daarna de versiering op de mijter van het gele karton. Smeer hierna de bovenste helft van de wattenbol in met lijm en schuif de mijter hierover. Teken een gezicht op de wattenbol. Lijm nu het hoofdje vast op het bloempotlijfje. Smeer van oor tot oor een beetje lijm en plak er kussenvulling op, zodat je een baard krijgt. Als je tijd over hebt ga je van het gele karton een staf maken. Vorm Aan welk beeldaspect wordt specifiek aandacht besteed. Welke nuance breng je aan. Materiaal Welke materialen en gereedschappen laat je gebruiken. Aan het beeldaspect vorm wordt hier het meeste aandacht aan besteed. Hier wordt een driedimensionaal vorm gemaakt van Sinterklaas. De basisvormen zijn symmetrisch. 2 bloempotten, doorsnede 5 en 6 cm; Witte allesverf; Pompons, 7 mm wit; Zwart stiftje; Rood vilt; Watten bol; Vulling voor kussens; Penseel; Geel karton; Witte knutsellijm. Beschouwing Wat laat je de kinderen zien in verband met een beeldrijke start. Welke vragen stel je daarbij. Beschrijving beeldmateriaal: Ik laat de kinderen de twee bloempotten zien zodat ze kunne zien hoe het werkstuk technisch gezien in elkaar zit. Verder heb ik een kleurplaat van Sinterklaas meegenomen. Ik vraag de kinderen wat ze zien. Wat is typerend voor Sinterklaas? Dat moet je dus niet vergeten bij je eigen werkstuk straks, tenzij je jouw eigen Sinterklaas iets anders wil maken, dan de bekende. Beschrijving beschouwings / stimuleringsvragen Wat zie je op de tekening? Wat is standaard bij Sinterklaas? Zou je hem zonder die standaard dingen nog herkennen? Zou je je eigen Sinterklaas eigenlijk iets anders willen maken? Werkwijze Welke technieken en werkwijzen laat je de kinderen De technieken bij deze les zijn zeer uiteenlopend: knippen, plakken. Werken met vilt, watten en bloempotten. toepassen. Onderzoek Op welke onderdelen wil je dat er variaties onderzocht worden. Experimenteren / uitproberen: De kinderen mogen, als ze willen, een iets andere Sinterklaas maken. Het is wel de bedoeling dat het een andere Sinterklaas wordt, dus er moeten nog wel een paar typerende kenmerken zichtbaar blijven. Maar we kunnen dus wel allemaal verschillende types Sinterklazen krijgen. Organisatie Beknopte beschrijving van de organisatie. Reflectie Voor de les:De leerkracht moet zorgen voor voldoende bloempotten dus bijvoorbeeld de leerlingen eerder die week al gevraagd hebben, of misschien te rade gaan bij een tuincentrum o.i.d? Tijdens de les:Tijdens de les is het belangrijk dat de leraar iedereen in de gaten houdt, snapt iedereen wat de bedoeling is, is iedereen aan het werk, waarom wil het bij sommige kinderen niet? Die moeten gestimuleerd en uitgedaagd worden. Na de les:Als slot ga je alle Sinterklaasjes verzamelen en bijvoorbeeld op één tafel zetten. Misschien mogen de kinderen de Sinterklaas een tijdje op hun eigen tafel houden? Evaluatievragen:Vonden jullie het leuk om een iets andere Sinterklaas te maken? Waarom (niet)? Wat vonden jullie (minder) leuk en waarom? Hoe kunnen we dat de volgende keer beter doen? De reflectie op het gemaakte werk kunnen de kinderen reactie geven op elkaars werk. Bijvoorbeeld twee buurmannen van elkaar. Één regel hierbij is dat je minimaal één positief punt van het werkstuk van de ander moet vertellen.
|