Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 2 
Next page End  

Lesonderwerp: Winter Handvaardigheid: ‘Bloempot Sinterklaas’
Doelstellingen: Eigen invulling lijf Sinterklaas, dus bevordering fantasie en eigen creativiteit;
Het leren kennen van allerlei verschillende materialen, en hoe deze te gebruiken;
Bevordering van de motorische vaardigheden.
Beginsituatie: De kinderen weten wat Sinterklaas is, wat het inhoudt en wat je dan zoal doet.
Betekenis
Waar gaat het over.
Wat is het thema.
Welke associatie-
mogelijkheden zie je. 
Inleiding: Als inleiding worden er een aantal Sinterklaas liedjes gezongen, want
het spreekt voor zich dat dit werkstuk in de Sinterklaasperiode gemaakt moeten
worden.
Eigen omgeving: Dit spreekt kinderen natuurlijk erg aan omdat dit in hun eigen
omgeving erg bezig houdt.
Visueel materiaal: Ik heb een Sinterklaas tekening meegenomen. Deze mag
diezelfde dag nog worden ingekleurd.
Activiteit
Korte beschrijving van de
activiteiten/opdrachten.
De instructie is als volgt: Schilder beide potjes volledig rood. Laat de potjes hierna
goed drogen. Kleef daarna de potjes met de brede rand aan elkaar met de witte
lijm. Plak op de bovenste pot een pomponnetje als knoopje. Hierna kun je het lijfje
een beetje gaan versieren met het gele karton. Hoe, dat mag je zelf weten, zodat
het echt jouw Sinterklaas gaat worden.
Knip vervolgens de mijter uit het vilt, dit moeten dus twee driehoekjes op elkaar
zijn. Maak daarna de versiering op de mijter van het gele karton.
Smeer hierna de bovenste helft van de wattenbol in met lijm en schuif de mijter
hierover. Teken een gezicht op de wattenbol. Lijm nu het hoofdje vast op het
bloempotlijfje. Smeer van oor tot oor een beetje lijm en plak er kussenvulling op,
zodat je een baard krijgt.
Als je tijd over hebt ga je van het gele karton een staf maken.
Vorm
Aan welk beeldaspect wordt
specifiek aandacht besteed.
Welke nuance breng je aan.
Materiaal
Welke materialen en
gereedschappen laat je
gebruiken.
Aan het beeldaspect vorm wordt hier het meeste aandacht aan besteed. Hier wordt
een driedimensionaal vorm gemaakt van Sinterklaas. De basisvormen zijn
symmetrisch. 
2 bloempotten, doorsnede 5 en 6 cm;’
Witte allesverf;
Pompons, 7 mm wit;
Zwart stiftje;
Rood vilt;
Watten bol;
Vulling voor kussens;
Penseel;
Geel karton;
Witte knutsellijm.
Beschouwing
Wat laat je de kinderen zien in
verband met een “beeldrijke
start.
Welke vragen stel je daarbij.
Beschrijving beeldmateriaal: Ik laat de kinderen de twee bloempotten zien zodat
ze kunne zien hoe het werkstuk technisch gezien in elkaar zit.
Verder heb ik een kleurplaat van Sinterklaas meegenomen. Ik vraag de kinderen
wat ze zien. Wat is typerend voor Sinterklaas? Dat moet je dus niet vergeten bij je
eigen werkstuk straks, tenzij je jouw eigen Sinterklaas iets anders wil maken, dan
de bekende.
Beschrijving beschouwings / stimuleringsvragen Wat zie je op de tekening?
Wat is standaard bij Sinterklaas? Zou je hem zonder die standaard dingen nog
herkennen? Zou je je eigen Sinterklaas eigenlijk iets anders willen maken?
Werkwijze
Welke technieken en
werkwijzen laat je de kinderen
De technieken bij deze les zijn zeer uiteenlopend: knippen, plakken. Werken met
vilt, watten en bloempotten.