voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
Analyse: De ademhalingGroep: groep8Vakgebied: wereld orientatie Thema: ademhaling Omschrijving: Hoe verloopt de ademhaling? Zoekwoorden: Ademhaling ademen Vak: W.O. Leerjaar: 6 de lj. Onderdeel: De ademhaling Lesonderwerp: Wat gebeurt er bij de ademhaling? Lestijd: 65 min. Beginsituatie (inhouden, voortaken, werkvormen, leerlingenkenmerken, actualiteit, accommodatie ) Voor de leerlingen: het is een nieuwe les. Voor de leerkracht: ik zorg voor het nodige materiaal; deze les duurt 65 minuten. Voor de omgeving: de lln. zitten op hun normale plaats in de klas. Doelen van de activiteit (cognitief, psychomotorisch, sociaal en affectief) Van de leerlingen wordt verwacht dat ze: C: De ligging van de longen kunnen beschrijven. Kunnen verwoorden welke de ademhalingsorganen zijn. De weg die de ingeademde lucht aflegt kunnen verwoorden. Kunnen verwoorden at ingeademde lucht zuurstofrijk is en uitgeademde lucht koolstofdioxide bevat. Redenen kunnen verwoorden waarom het beter is in te ademen door de neus. De ademhalingsorganen kunnen aanduiden op een figuur. Kunnen verwoorden dat de ribben, het borstbeen en (een deel van) de wervelkolom, de borstkas vormen. Kunnen verwoorden dat de omtrek van de borstkas groter wordt als we inademen. Kunnen verwoorden dat het bloed een belangrijke rol speelt bij de voorziening van zuurstof aan de organen. DA: Bereid zijn om verzorgd te werken. Bereid zijn om respect te tonen voor elkaar. Informatiebronnen Leerplan: Leerplan Wereldoriëntatie, V.V.K.Ba.O., 1998, 0.5 blz. 35; 2.4 blz. 53; 4.7 blz. 71; 7.6 blz. 99 Handboek van de school: / Andere bronnen: Natuurvriend 6B, blz. 122 - 125 Duur (min.) Lesfasen en lesinhoud (Wat) Didactische werkvormen, klasschikking, groepering (Hoe) Media 7 min. 2 min. INTRO Motiveren Opdracht (klassikaal) Instructie: we gaan allemaal eens diep inademen en dan uitademen alsof we een grote ballon moeten opblazen. Nu gaan we uitademen als een paard. Uitvoering: de lln. voeren de opdracht uit. Correctie : de lkr. geeft positieve feedback. Verbaal aanbieden Ademen is iets wat we altijd doen en zonder te ademen zouden we niet kunnen leven. Daarom gaan we vandaag leren wat er juist gebeurt in ons lichaam als we ademen. 14 min. 10 min. KERN 1. De ligging van de longen Het ademhalingsstelsel Longen liggen in de borstkas. Ze zijn omringd door de ribben, het borstbeen en een deel van de wervelkolom. (vormen samen de borstkas). Longen zijn de organen die in de borstkas de meeste plaats innemen. 2. Delen van het ademhalingsstelsel Luchtpijp Mond Hart Luchtpijptakken Neusholte Keelholte Linkerlong Middenrif O.L.G. + doceren Wat zien jullie op deze flap? Waar liggen jullie longen? Wat voel je als je je longen aanraakt? Wat ligt er nog voor? Waarom zijn de longen omringd door ribben? De ribben vormen samen met je borstbeen en je wervelkolom je borstkas. Toon eens je borstbeen en je wervelkolom. In je borstkas nemen de longen de meeste plaats in. O.L.G. We hebben al gezegd dat de longen een deel uitmaken van ons ademhalingsstelsel. Maar wie weet hoe dit heet? Flap, bord, magneten, woordkaart Flap, bord, magneten, woordkaarten 13 min. 16 min. Rechterlong Neusgaten strottenhoofd 3. De weg van de ingeademde lucht Bij het inademen vergroot het volume van de borstkas. Dit komt omdat ze gevuld worden met lucht. Verse lucht neus of mond strottenhoofd luchtpijp luchtpijpvertakkingen longen Best inademen door de neus: de haartjes in de neus houden stofdeeltjes tegen en sommige bacteriën, ook wordt de lucht opgewarmd. Ingeademde lucht passeert het strottenhoofd, dit is een deel van de luchtpijp dat omgeven is door kraakbeen. Het bloed dat in de longen passeert, neemt de zuurstofrijke lucht op en geeft dit aan de organen in het lichaam. Deze geven gebruikte lucht, die veel koolstofdioxide bevat, aan het bloed. Het bloed passeert terug voorbij de longen en geeft het gebruikte bloed aan de longen terug. De gebruikte lucht wordt uitgeademd. Wanneer mensen met hun middenrif ademen, wordt er meer lucht opgenomen in hun borstkas. 4. Verwerking Werkblad de ademhaling (zie bijlage) Schrijf de juiste benaming bij de figuur: Luchtpijp Mond Hart O.L.G. + doceren Als je nu je handen op je borstkas legt terwijl je ademt. Wat voel je dan? Waardoor zou dit komen? Maar voor de verse lucht in onze longen terechtkomt, legt het een hele weg. Waar start deze weg? Je kan zowel inademen door de neus als door de mond. Toch is het beter om door de neus in te ademen. Weet iemand waarom? Als we de lucht inademen via de neus of de mond passeert de zuurstof uit deze lucht het strottenhoofd. Dit is een deel van de luchtpijp dat in de hals ligt. Dit deel wordt omringd door kraakbeen en vormt het strottenhoofd. Wanneer de lucht het strottenhoofd gepasseerd is, gaat de lucht in de luchtpijp. Iets verder vertakt de luchtpijp in 2 luchtpijptakken en elke luchtpij gaat naar een long. Wie weet wat er gebeurt als de ingeademde lucht in de longen terecht is gekomen? Het bloed heeft dan lucht, die zuurstofarm is en rijk aan koolstofdioxide, af aan de longen. Wat gebeurt er met deze lucht? Wat is volgens jou het middenrif. Opdracht (individueel) Instructie: jullie krijgen allemaal een werkblad, bij het eerste werkblad vullen jullie de juiste benaming in bij de cijfers. Bij het tweede werkblad vul je de tekst in. Uitvoering: de lln. voeren de opdracht uit. Correctie : klassikale bespreking. Flap, bord, magneten Werkblad, pen Luchtpijptakken 3 min. SLOT Beleving Klasgesprek Vind je dit moeilijk? Wat is er moeilijk/makkelijk? Bordplan Vooraf in te vullen Wat is het werkpunt voor deze les? Hoe ga je dat aanpakken? Reflectie (na de les invullen) 1. Was je zowel schriftelijk als materieel voldoende voorbereid om deze les te geven? Leg uit. 2. Beschrijf kort je relatie met de leerlingen. Hoe verliep het klashouden? 3. Hoe heb je jezelf mondeling en schriftelijk kunnen uitdrukken? Beschrijf eventuele moeilijkheden. 4. Beheerste je de inhoud, die nodig was om deze les goed te kunnen geven, voldoende? 5. Zat je les op didactisch vlak goed in elkaar? Aan welk(e) element(en) van goed onderwijs heb je vooral aandacht besteed? Bespreek. 6. Was er evolutie m.b.t. je werkpunt? Welk werkpunt neem je mee naar de volgende les?
|