Exploratie: De 4 seizoenen

Groep: groep3
Vakgebied: wereld orientatie
Thema: seizoen
Omschrijving: Dit is een exploratieles rond de 4 seizoenen. Daarna dienen er analyselessen gegegen te worden rond de herfst.
In de exploratieles wordt met een demotafel gewerkt.
Zoekwoorden: herfst seizoenen

Les 1: De 4 seizoenen

1

Vak: Wereldoriëntatie

Leerjaar: 1
Ste
lj.
Aantal lln: 14
Onderdeel: Analyseles

School: G.V.L.S. Heppen
Lesonderwerp: de 4 seizoenen

Lestijd: 50 min.

Beginsituatie (inhouden, voortaken, werkvormen, leerlingenkenmerken, actualiteit, accommodatie …)

Voor de leerlingen: De leerlingen werken rond het thema Herfst. De leerlingen gaan na
deze week verder met het thema en ondernemen dan een leerwandeling naar het bos.
De leerlingen hebben geen W.O.-bundel, ze krijgen bij elke les een blaadje.

Voor de leerkracht: De leerkracht brengt de 4 prenten van de seizoenen en de andere
prenten mee. De leerkracht begint met de bouw van een W.O.-hoek/bord.

Voor de omgeving: de omgeving blijft ongewijzigd.Vooraan in de klas is een tafel waar
de leerlingen allemaal rond kunnen.

Doelen van de activiteit (cognitief, psychomotorisch, sociaal en affectief)
Van de leerlingen wordt verwacht dat ze:
C:

de uiterlijke kenmerken van de 4 seizoenen kunnen verwoorden.

kunnen verwoorden hoe de mens zich aanpast aan de weersomstandigheden van
de herfst.

zich bewust kunnen zijn van de veranderingen van de natuur.
PM:

kunnen knippen en plakken.
DA:

hun mening kunnen verwoorden.

respect hebben voor de mening van de anderen.

kunnen genieten van de veranderingen in de natuur.

Respect hebben voor het materiaal.
Informatiebronnen
Leerplan : VVKBO, Leerplan Wereldoriëntatie, 1998, 0.3, 0.5,
0.6,1.3.,3.1.,4.5.,4.7,4.9,5.6,6.4.,7.1.,7.2.,7.3.,8.4.
Handboek van de school: /
Andere bronnen: Boonen, L., Rotthier, G., Van Praet, C., handleiding Werosignaal 1A, Wolters
Plantyn, Mechelen, 2002.
Geerts, J., Maes, G., Sieben, A., e.a.,
Zonnekind. Op wandel in de herfst
, Averbode,
Averbode, nr.5, 3oktober 2003. Geerts, J., Maes, G., Sieben, A., e.a., Zonnekind. Kleuren in de
herfst, Averbode, Averbode, nr. 6, 8oktober 2004.

Les 1: De 4 seizoenen

2

Duur
(min.)
Lesfasen en lesinhoud
(Wat)
Didactische werkvormen, klasschikking, groepering
… (Hoe)
Media

5 min

20 min

1. Introductie
1.1. Oriëntatie.
Gesprek rond de herfst, waar de verschillende
kenmerken van het seizoen naar boven komen.
Mogelijke antwoorden:
Het weer is soms grijs en soms schijnt de zon.
De mensen gaan zich nu warmer kleden.
De blaadjes van de bomen verkleuren en vallen af.
De meeste bomen krijgen nu vruchten.
Dit komt omdat het herfst is.
De andere vier seizoenen zijn de lente, de winter en
de zomer. In de winter wordt het heel koud. In de
lente komt alles weer tot leven. En in de zomer is het
heel warm en lang vakantie.

2. Kern
2.1. Demonstratietafel rond de vier seizoenen
De vier seizoenen worden opgebouwd aan de hand
van verschillende prenten en voorwerpen die de
leerlingen gaan sorteren.

Mogelijke antwoorden:
We zitten in de herfst. De blaadjes verkleuren en
vallen af. Er zijn veel vruchten. Het wordt kouder en
regenachtig. …

Klasgesprek
De leerkracht vraagt aan de leerlingen de volgende
vragen:
-
Welk weer is het de laatste tijd?
-
Loop je nu nog altijd in je zwembroek rond?
Wat doe je nu aan om buiten te gaan spelen?
-
Als we naar de bomen kijken wat gebeurt er
dan met ze?
-
Hoe komt dit allemaal?
-
Wie kent de andere vier seizoenen?
-
En wat gebeurt er in die seizoenen?
De leerkracht legt de prenten van de vier seizoenen
op vier verschillende plaatsen.

Aanschouwelijk aanbieden en O.L.G. (klassikaal)
Informatiegebied activeren:
De leerkracht toont de leerlingen allerlei materiaal.
De leerkracht vraagt de leerlingen om dit materiaal
te verdelen over de vier seizoenen.
Deelproblemen doorlopen:
Elke prent of voorwerp wordt eventjes besproken en
daarna bij het juiste seizoen gelegd. De leerlingen
benoemen het zo correct mogelijk.
Ook de verschillende feestdagen worden door de
kinderen over de vier seizoenen verdeeld.
Samenvatting:
In welk seizoen zitten we nu?
Wat gebeurt er zoal in dit seizoen?

4 prenten van de
seizoenen.

prenten
feestdagen
bomen uit de verschillende
seizoenen
vruchten, paraplu,
zonnebril …

Les 1: De 4 seizoenen

3

20 min.

5 min.

2.2. Verwerking
2 werkblaadjes.
1
ste
werkblaadje
seizoensschijf waar de feestdagen op gekleefd
moeten worden.
2
de
werkblaadje:
4 bomen die in de verschillende seizoenen gekleurd
moeten worden.

3. Slot
Gedichtje van de herfst.

Opdrachtvorm (individueel)
Instructie:
De leerlingen krijgen van de leerkracht 2
verwerkingsblaadjes. Op het ene blaadje moeten ze
de feestdagen bij de verschillende seizoenen kleven.
Bij het tweede blaadje gaan ze de bomen in de
verschillende seizoenen kleuren.
Uitvoering:
De leerlingen voeren de opdracht uit.
De leerkracht begeleidt.
Evaluatie:
De leerlingen kunnen bij twijfelen op de tafel gaan
kijken.
De blaadjes worden door de leerkracht
gecontroleerd.

Verbaal aanbieden (klassikaal)
De leerkracht leest het gedichtje van de herfst voor.
De leerlingen luisteren en reageren spontaan.

2 werkblaadjes

gedichtje Herfst