voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
Cooperatief samenwerken met behulp van ictGroep: groep6,groep7Vakgebied: natuuronderwijs Thema: cooperatief samenwerken Omschrijving: Een les waarbij de kinderen in groepjes cooperatief samen aan een werkblad gaan werken. Ze maken hierbij gebruik van een pc met internet. Zoekwoorden: ICT Cooperatief zelfstandig natuuronderwijs VOORBLAD VOORBEREIDINGSFORMULIER Student Paboklas: Stageschool: Groep: 6 Mentor: Aantal leerlingen: Studentbegeleider: Stagebegeleider: Titel onderwijsactiviteit: Coöperatieve natuuronderwijsles doormiddel van ICT. gebruik. Datum en tijdstip: Onderwijssituatie van de leerlingen Er is een groot verschil op cognitief gebied maar ook op sociaal- emotioneel gebied. Ik heb geprobeerd de klas in kleine niveau groepjes te verdelen. Mijn oog gaat hierbij vooral naar het begeleiden van de sociaal - emotioneel zwakkere kinderen. Doel(-en) voor de leerlingen Oefenen in het coöperatief samenwerken Leren informatie via de computer op te zoeken. Kennisnemen van de inhoud van een onderwerp; Sociaal- zwakkere kinderen zich competenter laten voelen. Doel(-en) voor de student Een les geven welke in de belevingswereld van de kinderen ligt. Adaptief les geven door te differentiëren in het samenstellen van niveau- groepjes en werkbladen met als doel sociaal zwakkere kinderen positief te stimuleren in hun competentie gevoel. Differentiëren op niveau van de kinderen door middel van de groepssamenstelling. Gerelateerd aan de volgende indicatoren van de stagekaart: - Gebruikt ict bij het ontwerpen van lesactiviteiten; - Beschrijft in de voorbereiding een passende afsluiting van de activiteit waarin evaluatie verwerkt zit; - Kiest werkvormen en groeperingsvormen, die passen bij de kinderen en de leerinhoud. VOORBLAD MIDDENBLAD - RECHTS De leerlingen vanuit de leerstof . vanuit de leerlingen vanuit de werkelijkheid MIDDENBLAD - RECHTS Introductie: openen , (van uit de leerling/leefwereld) praten over wat kinderen al weten van computers Instructie: - Doel van de opdracht geven + de tijd die hiervoor gegeven is. - Kleine uitleg over coöperatief samenwerken en rol verdeling (wie gaat wat doen) - Wat te doen als je er niet uitkomt (omdat je bijvoorbeeld iets niet kunt vinden) - Wat mag wel en wat mag niet. (andere groepjes nooit storen, je mag niet van je plaats af komen (Ton en ik lopen rond.) Het zelfstandig werkkaartje van jouw groepje ligt op rood, als je hulp nodig hebt dan leg je deze op groen. - Wanneer ben je klaar en wat moet je dan gaan doen. Uitvoering: (raakgebieden: leerling/leefwereld) Groepjes worden gemaakt en elk groepje krijgt zijn werkblad en een pc toe gewezen. (potlood en gum niet vergeten) Groepjes gaan zelfstandig aan de slag. Coöperatief samenwerken is nu van belang. Ton en ik lopen rond en kijken waar het nodig is om te helpen. Afsluiting: (vanuit de leerling) Even kort na bespreken. Vonden ze het leuk. Hoe vonden ze het om samen te werken? Wat vonden ze moeilijk aan het samenwerken? Waren er veel opdrachten die te moeilijk waren en hoe is hier mee omgegaan? MIDDENBLAD - RECHTS De student Inhoudelijk Organisatorisch (klaarzetten, tijdens activiteit, opruimen) Leerstof, instructie, vragen/opdrachten, feedbackmomenten (parallel aan de activiteiten van de leerlingen) Groeperingvorm (denk aan situatieschets) Materialen, leermiddelen MIDDENBLAD - RECHTS Inleiding: (5 minuten) Ik ga een kleine dialoog aan met de kinderen over computers. Ik wil de kinderen zo laten praten over hun eigen beleving . Ik maak een bruggetje naar waar je een computer voor kunt gebruiken, om zo uiteindelijk uit te komen bij het onderwerp :gegevens opzoeken op een computer. Dan volgt de instructie: (5 a 8 minuten) Hierin wordt verteld: het doel hoe de kinderen tot dit doel gaan komen - door in groepjes te werken. - Rol/taak verdeling maken (wie doet wat). de spelregels: Wat kan wel en wat kan niet en de consequentie hierbij (terug naar je eigen tafel en je krijgt een vervelende vervangende opdracht) - regels zijn: - Je mag je groepje niet verlaten. - Je behoort je serieus met je opdracht bezig te houden. - Je werkt samen, overleggen moet dus, maar wel rustig. - Je houdt rekening met elkaar, (ook als de een wat minder sterk ergens in is) - Als je als groepje klaar bent dan loopt de groepsleider van dit groepje naar de meester. Pas als deze zegt dat je op mag ruimen, levert de groepsleider het werkblad in en gaat ieder terug naar zijn eigen tafel. Uitvoering: (40 minuten) De kinderen gaan zelfstandig coöperatief aan de slag. Ton en ik nemen ieder een aantal groepjes onder onze hoede. We letten met nadruk op: - hoe gaat het coöperatief samenwerken en moeten we bijsturen. - komen ze uit de opdrachten; waar moeten we extra hulp bieden? - positief stimuleren Kinderen zitten aan hun tafels (in u-vorm). Ik sta voor de klas. Ik stel de groepjes samen en wijs ze een plek aan achter de computer. Tevens geef ik elk kind een rol/taak mee. (bij de groepjes van Ton vraag ik of hij wil mee lopen) Groepjes Ton: (1) Fruzan, Bob, Mike*, Madelief (2) Esmee, Ruben, Elise, Max, (* Mike zet ik om speciale redenen bij Ton) 5 computers met internet aansluiting, werkbladen. Wie doet wat: 1 kind bedient de computer. 1 kind leest de opdracht voor. 1 kind schrijft het antwoord op. 1 kind is de groepsleider en kan als enige om hulp gaan vragen bij de meesters. alle groepsleden kijken en denken mee. Groepies Anthony: (3) Paul, Robert, Remy, Tim (4) Niels, Ilvy, Lars, Anne (5) Amber, Charlotte, Amber, Kaylee MIDDENBLAD - RECHTS Afsluiting: 5 minuten: Als de tijd om is en/of iedereen klaar is begin ik met de afsluiting van de les. Ik vraag hoe hun deze les ervaren hebben. -vonden ze het een leuke les? -wat ging goed in het samenwerken en wat niet? Is iedereen voldoende aanbod gekomen? Heeft iedereen voldoende inbreng gehad? -waren de opdrachten moeilijk? Alle opdrachten of zaten er ook makkelijke opdrachten bij? -had je tijd te kort of had je juist tijd over. Ik draag de klas weer over aan Ton. Differentiatie: Er zijn 5 groepjes, 2 bij Ton en drie bij mij zelf. Ik maak van te voren de rolverdeling. Groepje 3 4 en 5 zijn de wat sociaal zwakkere groepjes, waarvan ik van te voren groepje 3 als de zwakste inschat. Ik ga proberen deze groep zo veel mogelijk te begeleiden en positief te sturen in het proces van samenwerkend leren. Daarbij verlies ik de andere groepjes natuurlijk ook niet uit het oog. M zet ik speciaal bij Ton. M. is een jongen die erg veel structuur en duidelijkheid nodig heeft. Hij is aan Ton gewend, M in combinatie met de kinderen uit mijn groepjes vind ik geen goede combinatie. De kinderen uit mijn groepje kunnen erg schrikken van veel structuur en duidelijkheid, terwijl M. dat juist zo hard nodig heeft. Ik vind M. ook een sociaal emotioneel zwakke leerling maar op een andere manier dan de kinderen uit groepje 3,4 en 5. R is dyslectisch. Bij de rolverdeling houd ik er rekening mee dat zij geen schrijfopdracht of typopdracht hoeft uit te voeren. Ik heb ook op leerstof niveau gedifferentieerd. De makkelijkste werkbladen worden gemaakt door groep 3 ,4 en 5. Kinderen zitten weer aan hun eigen tafel. Ik sta voor de klas ACHTERBLAD Reflectie Feedback begeleider Voornemens
|