voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
De school vroeger en nuGroep: groep5,groep6,groep7,groep8Vakgebied: geschiedenis Thema: school Omschrijving: Een les over de school vroeger en nu. De les is eigenlijk meer een lessencyclus. Het sluit af met een bezoek aan het schoolmuseum te Rotterdam. Ook staat er bij wat de kosten zijn voor het museumbezoek. Zoekwoorden: school vroeger museum bezoek De school vroeger en nu Elleanor Beentjes De Verhaallijn Het onderwerp van dit verhalend ontwerp is de school vroeger en nu. De kinderen leren hoe de school er vroeger uitzag. We gaan kijken naar de lessen die toen gegeven werden en op welke manier. We gaan kijken naar de straffen die er toen waren. Welke liedjes ze vroeger leerden, of er verschil was tussen jongens en meisjes en tussen arm en rijk. Ik begin met een introductie van een brief van opa Leo. Daarna gaan we verder met een woordweb. De kinderen gaan dan brainstormen over de school vroeger en de school nu. Er komen dus twee woordwebs. Dit verslag is geen vastgesteld programma, behalve het museum bezoek. De kinderen komen met verschillende onderwerpen aan en zij bepalen waar we het over gaan hebben. De brief van opa met daarin een aantal onderwerpen die we in dit verhalend ontwerp gaan gebruiken. Dag kinderen van groep 4, Ik las laatst in de schoolkrant hoe het bij jullie op school gaat. Jullie hebben een hele gezellige school. Bij mij op school vroeger ging het heel anders. Ik zal jullie een paar dingen vertellen over de school van vroeger. Vroeger hadden wij geen pennen en schriften. Wij schreven toen met een griffel op een lei. Een lei was gemaakt van een bepaald soort steen. Er zat een lijst omheen. De griffel was een soort krijtje. Ieder kind had een eigen lei, griffel en sponzendoos. In die doos zat een vochtig sponsje. Daarmee kon je fouten wegvegen of je lei schoon vegen als hij vol was. Later kwamen er ook wel schriften en kroontjespennen. In elke schoolbank zat een potje met inkt. Over het potje zat een schuifje. Als je niet aan het schrijven was moest dat dicht. Iedereen had ook een inktlap. Daaraan veegde je de kroontjespen af als je klaar was. De meisjes kregen in die tijd andere lessen dan de jongens. Zij leerden breien en naaien. Als je acht jaar was moest je een sok kunnen breien en gaten kunnen stoppen. Jongens hadden vaker gym, dit gebeurde op het schoolplein want een gymzaal was er toen nog niet. In de klas hadden we ook geen verwarming. Er stond een kachel in de klas waar kolen in werden gestookt. Ik ging vroeger samen met een paar andere jongens wat eerder naar school om de kachel te vullen of om het as weg te brengen. Daarvoor kregen wij dan een paar centen per dag. Vroeger had je een armenschool en een burgerschool. Kinderen van rijke ouders gingen naar de burgerschool en de arme kinderen gingen naar de armenschool. Die was gratis. Voor de burgerschool moest je schoolgeld betalen. Vroeger zaten de kinderen met z'n vieren naast elkaar in banken en je kon de tafels niet verplaatsen, en als je straf kreeg, moest je een bord voor waarop ezel stond geschreven of ezelsoren op en dan in de hoek van de klas gaan staan. Ook waren de ramen heel hoog, naar buiten kijken kon haast niet. Wij moesten wij altijd heel netjes zitten met onze armen over elkaar, voeten naast elkaar en de rug recht. Wij kregen wel dezelfde lessen op school als jullie nu. Maar het gebeurde wel op een andere manier. Lezen gebeurde altijd hardop en klassikaal. Als je goed was mocht je niet verder lezen, want dan kreeg je straf. Er waren ook niet zoveel boeken, zoals er nu zijn. Dus werden de boeken vaak nog een keer gelezen. Ook waren de verhalen minder leuk dan nu. Schrijven was vroeger veel belangrijker dan nu, iedereen moest zijn pen op dezelfde manier vasthouden. Vaak werd er aan schoon schrijven gedaan. Dan moesten we met onze vinger in de lucht gaan schrijven. Het dik en dun schrijven vond mijn vrouw altijd zo leuk om te doen. Dan moesten we een dun lijntje op en een dik lijntje neer schrijven. Dat was nog best moeilijk. . Met rekenen moesten wij altijd heel veel rijtjes met geldsommen maken, koopmansrekenen noemden ze dat. Verder moesten we altijd alle tafels uit ons hoofd kennen. Zo gingen er nog veel meer dingen anders dan nu bij jullie op school. Jullie kunnen altijd nog naar het schoolmuseum komen om alle dingen in het echt mee te maken. Groeten Opa Leo. De opening Het verhalend ontwerp wordt geïntroduceerd met een brief van Opa Leo. Ik lees deze aan de kinderen voor. Daarna praten we over de brief en maken we samen een woordweb van de dingen die de kinderen opnoemen. Er komt een woordweb van vroeger en van nu. Dit is handig omdat de kinderen dan kunnen vergelijken en daar gaat het om bij dit onderwerp. Dit is dus het begin van het verhalend ontwerp. Het wordt een thema week. Op de eerste dag vertel ik de kinderen dat ze voorwerpen mogen meenemen die te maken hebben met de school van vroeger. Episode 1 Beschrijving: Vandaag gaan we het hebben over het schrijven. De kinderen gaan ervaren hoe de kinderen van vroeger schreven. Sleutelvragen: Waarom hadden ze vroeger geen schriften en pennen denk je? Waarom was het schrijven vroeger zo belangrijk? Vind je het handig om op een lei te schrijven? Waarom zou het schuifje van het inktpotje dichtmoeten als je niet schreef? Activiteiten: We bekijken de meegenomen materialen. Ik zelf heb een kroontjespen, inkt, een lei en een oud schoolbankje meegenomen. Ik vertel wat het allemaal is. Daarna stel ik de sleutelvragen. Waarschijnlijk komen er nog meer dingen aan de orde, omdat de kinderen met vragen en opmerkingen komen. Daarna gaan we schrijven. Eerst met een lei en een krijtje, daarna met kroontjespennen en daarna met kalligrafeerpennen. Wat schrijft het beste? Klassenorganisatie: Als we de meegenomen materialen gaan bekijken zitten we in de kring en als we gaan schrijven zitten we aan ons tafeltje maar wel in rijen opgesteld net als vroeger. De bedoeling is dat de kinderen ervaren hoe het lesgeven van vroeger ging en dat wil ik nabootsen. Middelen: -leien -krijtjes -kroontjespennen -inkt -kalligrafeerpennen -oud schoolbankje -een oud leesplankje -Voorbeelden van schrift(zie afbeelding) Bijlage zie volgende blad. Episode 2 Beschrijving: Ik wil de kinderen laten zien en ervaren welk speelgoed ze vroeger hadden. Ik heb verschillende dingen meegenomen zoals tollen, hoepels, krijt voor hinkelpaden etc. Daarnaast ga ik muziek les geven met Oudhollandse liedjes. Sleutelvragen: Hoe denk je dat dit speelgoed werkt? Kon je dit speelgoed vroeger in de winkel kopen denk je? Denk je dat iedereen speelgoed had? Welk speelgoed hebben we nu dat er toen niet was en andersom? Hoe komt dat denk je? Zijn de liedjes die we nu leren anders dan die van vroeger? Waarom? Waarom zijn de liedjes anders geworden? Ken je bepaalde liedjes? Hoe kan dat? Waarover gaan de liedjes? Activiteiten: Eerst bekijken we de meegenomen voorwerpen. Daarna gaan we het hebben over het speelgoed en stel ik de sleutelvragen. Waarschijnlijk komen er nog verschillende vragen en opmerkingen van kinderen die we behandelen. Daarna gaan we naar buiten om met het speelgoed te spelen. Terug in de klas gaan we muziek doen. We leren Oudhollandse liedjes en praten er over. Hier komen ook de sleutelvragen aan bod. Organisatie: We zitten in de kring als we praten over het speelgoed en als we muziek doen zitten we aan ons tafeltje in rijtjes vorm net als vroeger. Middelen: -Oud speelgoed -Het liedjesboek Drie kleine kleutertjes Grootmoeders versjes en rijmpjes Literatuur: Drie kleine kleutertjes Grootmoeders versjes en rijmpjes Uitgeverij Verba ISBN 90 5513 116 4 Een paar voorbeelden van Oudhollandse liedjes: Daar waar ereis een vrouw, Die koeken bakken wou, En t deeg dat wou niet rijzen. De pan viel om En de koeken waren krom. De meid zag scheel En de koeken waren geel De knecht zag recht En de koeken waren slecht En de man hiet Jan van Gijzen. Bim, bam beieren De koster lust geen eieren Wat lust hij dan Spek in de pan O zon lekkere koster dan Klompertje en zijn wijfje Die gingen vroeg opstaan Om met hun boter en eiertjes Al naar de markt toe te gaan Ze waren halverwege Halverwege de dijk Toen braken al de eiertjes En het boter viel in het slijk Het speet r niet om de eiertjes Maar om der mooie doek Die ze gister pas gemaakt had Van Klompertjes beste broek Zagen, zagen, wiede wiede wagen Jan kwam thuis om een boterham te vragen Vadser was niet thuis Moeder was niet thuis Piep zei de muis in het voorhuis Episode 3 Beschrijving: Ik wil de kinderen laten zien hoe het vroeger met rekenen ging. Ik heb hiervoor oude reken boekjes meegenomen en oude schriftjes van mijn vader en moeder. Daarna gaan ze zelf zo rekenen. Sleutelvragen: Wat is er anders aan de manier van rekenen vroeger en nu? Waarom is dat veranderd denk je? Wat vind jij leuker? Wat zijn de verschillen tussen de rekenboekjes? Waarom staan er geen of weinig plaatjes in? Activiteiten: We gaan eerst naar de rekenboekjes kijken en daarover praten. Hier komen de sleutelvragen aan bod daarna gaan we zelf met rijtjes rekenen en daarna met verhaaltjes sommen zoals nu. Wat is er leuker en beter? Middelen: -oude rekenboekjes en materialen Het slot Beschrijving: We gaan naar het schoolmuseum en gaan daar allerlei dingen bekijken waarover we het gehad hebben en nog meer. Het schoolmuseum Je kunt een kijkje nemen in compleet nagebouwde school- en klaslokalen, van een kloosterschool in 1200 tot een klas uit 1960 en beleven hoe kinderen vroeger naar school gingen. In de speciale Werkklas uit 1920 schuif je zelf aan in een oude schoolbank. Probeer het maar eens, net als vroeger...... armen over elkaar, rug recht en voeten op de plank! Doop de kroontjespen in de inktpot en probeer zo mooi mogelijk te schrijven. Pas op, blijf netjes tussen de lijntjes en maak geen vlekken! Voor kinderen van 4-12 jaar. Kosten: fl. 35,26/ € 16,- plus fl. 2,20-/ € 0,50 per kind plus fl. 3,31 / € 1,50 per volwassenen. Algemene informatie. Het museum beheert een zeer grote collectie op het gebied van de Nederlandse onderwijsgeschiedenis. Tentoonstellingen. Naast een uitgebreide permanente tentoonstelling met onder andere zes volledig ingerichte school- en klaslokalen, zijn er regelmatig tijdelijke tentoonstellingen. Hierdoor is een bezoek aan het museum steeds weer de moeite waard. Groepen en scholen. Het museum biedt voor groepen en scholen attractieve activiteiten. Tijdens de vakanties worden er voor kinderen regelmatig speciale activiteiten georganiseerd. Locatie en bereikbaarheid. Na de verhuizing uit Zoetermeer is het museum sinds 1989 gevestigd in de voormalige Gemeentebibliotheek, een monumentaal pand uit 1923, in het centrum van Rotterdam. Het museum is zeer goed bereikbaar. Zowel met het openbaar vervoer als met de auto. Adres: Nieuwemarkt 1a| 3011 HP Rotterdam tel. 010-4045425 e mail info@schoolmuseum.nl We gaan er met een bus heen met de andere groep 4 dus in totaal met 44 kinderen en 4 volwassenen(2 leerkrachten en twee stagiaires).
|