voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
conditietrainingGroep: groep5,groep6Vakgebied: bewegingsonderwijs Thema: overige Omschrijving: Cirwuitmet allerlei verschillendeonderdelen. Zoekwoorden: rennen springen touwtje conditie oorkonde snel sprinten Beginsituatie Kinderen hebben wel / niet eerder een bewegingscircuit gehad. Doel Hebben de kinderen conditie? Opstelling Eerst wordt er samen met de kinderen de opstelling neergezet. Het is slim om dit groot op papier te zetten dat ze zelfstandig vooruit kunnen. De opstelling is als volgt: 1. twee springtouwtjes 2. dikke mat met twee ballen 3. sprint over 6 meter 4. ringen op hoofdhoogte met matje eronder (twee verschillende hoogtes instellen) 5. bank 6. lange mat met kastkop erop 7. lange mat met twee matten erop 8. twee matten met een 'slootje' van een handlengte ertussen Inleiding (± 8 min) Slingerbaan tussen al het materiaal door met de leerkracht voorop. Kan ook een van de kinderen voorop komen. Niet kruisen! Nu hetzelfde maar nu kan er over het materiaal gesprongen worden, niet bij de ringen. Kern (± 40 min) Nu volgt het circuit. Eerst wordt alles duidelijk uitgelegd, het is misschien makkelijker om dit van te voren in de klas al te doen. Laat alle 8 de oefeningen zien Laat de volgorde duidelijk zien! (De nummers op dit vel mogen veranderd worden.) Laat zien wat de puntentelling is bij elke oefening. Hoe beter de conditie, hoe meer punten. Er worden tweetallen gevormd, blijft er een kind over, dan moet er met z'n drieën gewerkt worden en dan ook meteen een aantal drietallen meer. (Per oefening kunnen twee tweetallen terecht; dus in totaal 32 kinderen. Heb je meer kinderen in de klas dan kun je een rustpauze invoegen.) Leg uit dat terwijl de ene de oefening doet, de andere persoon telt, dit moet hardop gebeuren zodat er later geen meningsverschillen kunnen ontstaan over het aantal behaalde punten. Zeg dat de leerkracht een begin- en een eindsignaal geeft. Er wordt een proefronde gedraaid. Ongeveer 15 sec. per kind. Als leerkracht let je op: wordt er goed doorgedraaid? Worden de oefeningen goed uitgevoerd? Gaat het tellen goed? De scoreformulieren worden uitgedeeld, per kind één papier, per tweetal één pen. Het scoreformulier wordt uitgelegd. De derde kolom wordt in de gymzaal uitgelegd en de totaalscore wordt in de klas berekend. De kinderen moeten goed kijken bij welk onderdeel ze staan en dit moet ook goed worden ingevuld op het formulier. Nu gaan ze echt beginnen. Per ronde 30 sec. Gebruik een stopwatch en een fluitje. Als je klaar bent kun je ze ook een oorkonde geven. Evaluatie (± 10 min) Een kort spelletje. Uitgereikt aan: Marlie Fasen Datum: 6 mei 2000 Plaats: Veldhoven Totaal aantal punten: 689 Onderdelen: touwtje springen; zittend op de dikke mat de bal tegen de muur en op de grond; sprinten van pion tot pion (± 3 meter); 2 voeten om de beurt op de bank plaatsen; voeten over kastkop tillen; handen verplaatsen van grond naar twee matten op elkaar; springen over een slootje.
|