voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
muziekles crescendo-decrescendoGroep: groep1,groep2Vakgebied: muziek Thema: sprookjes Omschrijving: Leuke muziekles over kabouters Zoekwoorden: muziek dansen zingen sprookjes kabouters kabouter harder zachter lager hoger Lesvoorbereiding muziek groep 1-2: Crescendo decrescendo Doelstellingen: De kinderen kunnen het liedje over kabouters zingen. De kinderen koppelen grote en kleine bewegingen aan sterk en zacht klinkende muziek (crescendo decrescendo). De kinderen maken kennis met grafische notatie. Benodigdheden: Drie kartonnen kaartjes, stiften, ritme-instrumenten (trom, schellenraam, tamboerijn e.d.), cassettebandje of CD met kabouterwerkmuziek. Lesverloop: Inleiding Kort gesprekje: Ik vraag de kinderen wie er wel eens in het bos is geweest. Wat gingen ze daar doen? Met wie waren ze daar allemaal? Wat zagen ze in het bos? Kern Ikzelf ben laatst ook in het bos geweest. En weet je wat er toen gebeurde? Ik hoorde opeens heel zachte stemmetjes. Heel stil ging ik achter een struik zitten en ik keek heel goed rond om te zien waar het geluid vandaan kwam. En toen opeens zag ik het. Een heleboel kaboutertjes. En weet je wat die kaboutertjes deden? Ze waren een liedje aan het zingen. Dat ging zo Kaboutertjes drinken kabouterthee Van je diedeliedee, kaboutertjesthee, Van je diedelie diedelie doekjes, Met kleine kabouterkoekjes Ik vraag de kinderen wat de kabouters deden. Ze dronken thee en aten koekjes. Ik zing het liedje nog een keer, maar sommige woorden laat ik weg, die mogen de kinderen invullen (thee, thee, doekjes, koekjes) Wie kan uitbeelden wat de kabouters deden / er een beweging bij verzinnen? (Opletten dat de bewegingen klein gehouden worden. De koekjes en theekopjes zijn immers heel klein!) Ik zing het lied nu nog een keer. De kinderen maken de bewegingen erbij en als ze het kunnen, mogen ze het hele lied al meezingen. Tot slot zingen de kinderen het lied nog een keer alleen. Ik geef alleen de maat aan. In het bos was ook een kabouterorkest. Wie weet wat dat is? Bij het kabouterorkest hoorde ook een kabouterdirigent. Wie weet wat dat is? De kabouterdirigent laat aan de andere kabouters zien of ze harde muziek of zachte muziek moeten maken. Hoe zou de dirigent dat doen, denk je? Als hij grote bewegingen maakt met zijn armen, spelen de kabouters heel hard. Maakt de dirigent kleine bewegingen, dan speelt het orkest heel zacht. Wie van de kinderen zou dat ook heel goed kunnen? De andere kabouters pakken snel hun (ritme)instrument. Twee kinderen mogen om de beurt kabouterdirigent spelen. Op een dag was er een groot probleem. Het kabouterorkest moest muziek maken voor de kabouterkoning, maar de kabouterdirigent was ziek. Hoe kun je, als er geen dirigent is, toch allemaal weten wat je moet spelen? Je kunt het tekenen/opschrijven. Ik heb drie kaarten. Wie kan er op de eerste kaart iets tekenen, waaraan alle andere kabouters kunnen zien dat ze heel harde muziek moeten maken? Op de tweede kaart tekent iemand iets, waaraan alle kabouters meteen kunnen zien dat ze heel zachte muziek moeten maken. Op de derde kaart tekenen we niets. Deze kaart betekent dat het kabouterorkest stil moet zijn. Wie wil er kijken of de kabouters goed kunnen opletten? Iemand geeft, door de kaarten om de beurt omhoog te houden, aan of het orkest hard, zacht of niet moet spelen. Slot De kabouters moesten nog meer doen. Ze moesten ook het bos heel netjes maken, Eigenlijk vonden ze dat helemaal niet zo leuk om te doen. Om het toch gezellig te maken zetten ze kabouterwerkmuziek op. Als de muziek hard klonk, veegden ze met een grote bezem op een groot reuzenpad. Als de muziek zacht klonk, veegden ze met een heel klein bezempje op een muizenpaadje. Maar, let goed op! Soms kwamen er grote mensen in het bos! Dan ging de muziek uit en moesten alle kabouters heel stil blijven staan, zodat de mensen hen niet konden zien! Linda Broeders
|