Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 2 
Next page End  

Lesvoorbereiding muziek groep 1-2: ‘Crescendo – decrescendo’
Doelstellingen:
De kinderen kunnen het liedje over kabouters zingen.
De kinderen koppelen grote en kleine bewegingen aan sterk en zacht klinkende
muziek (crescendo – decrescendo).
De kinderen maken kennis met grafische notatie.
Benodigdheden:
Drie kartonnen kaartjes, stiften, ritme-instrumenten (trom, schellenraam, tamboerijn e.d.),
cassettebandje of CD met ‘kabouterwerkmuziek’.
Lesverloop:
Inleiding
Kort gesprekje:
Ik vraag de kinderen wie er wel eens in het bos is geweest. Wat gingen ze daar
doen? Met wie waren ze daar allemaal? Wat zagen ze in het bos?
Kern
Ikzelf ben laatst ook in het bos geweest. En weet je wat er toen gebeurde? Ik
hoorde opeens heel zachte stemmetjes. Heel stil ging ik achter een struik zitten en
ik keek heel goed rond om te zien waar het geluid vandaan kwam. En toen opeens
zag ik het. Een heleboel kaboutertjes. En weet je wat die kaboutertjes deden? Ze
waren een liedje aan het zingen. Dat ging zo
Kaboutertjes drinken kabouterthee
Van je diedeliedee, kaboutertjesthee, 
Van je diedelie diedelie doekjes, 
Met kleine kabouterkoekjes
Ik vraag de kinderen wat de kabouters deden. Ze dronken thee en aten koekjes. Ik
zing het liedje nog een keer, maar sommige woorden laat ik weg, die mogen de
kinderen invullen (thee, thee, doekjes, koekjes)
Wie kan uitbeelden wat de kabouters deden / er een beweging bij verzinnen?
(Opletten dat de bewegingen klein gehouden worden. De koekjes en theekopjes
zijn immers heel klein!)
Ik zing het lied nu nog een keer. De kinderen maken de bewegingen erbij en als
ze het kunnen, mogen ze het hele lied al meezingen. 
Tot slot zingen de kinderen het lied nog een keer alleen. Ik geef alleen de maat
aan.
In het bos was ook een kabouterorkest. Wie weet wat dat is? Bij het
kabouterorkest hoorde ook een kabouterdirigent. Wie weet wat dat is? De
kabouterdirigent laat aan de andere kabouters zien of ze harde muziek of zachte
muziek moeten maken. Hoe zou de dirigent dat doen, denk je? Als hij grote