 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
Water spons vuur
Nodig:
Een groot veld
Kaartjes in twee kleuren
Uitleg spel:
Kopieer onderstaand vel, zodat je ruim voldoende kaartjes hebt. (voor een groep van
20 kinderen heb je in totaal ong 60 kaartjes nodig)
Let erop dat je op twee kleuren kopieert. ( dus bijv 30 blauw en 30 rood)
Knip de kaartjes los, maar let erop dat de letters onder het plaatje blijven zitten
Lamineer de kaartjes, zodat je er lang wat aan hebt.
Maak twee groepen en zorg dat elk kind een kaartje heeft.
Spreek de ruimte af waarbinnen de kinderen moeten blijven.
Spreek ook een ‘vrije ruimte’ af waar kinderen elkaar niet mogen tikken.
Ga zelf in deze ruimte staan.
Er zijn dus twee teams, deze teams proberen elkaars kaartje te krijgen.
Het team met de meeste veroverde kaartjes van de tegenstander wint.
Een kaartje kun je op de volgende manier krijgen:
Je tikt iemand van het andere team.
Je vergelijkt kaartjes en bepaalt wie er wint
Water verslaat vuur (water blust vuur)
Vuur verslaat spons ( vuur verbrandt spons)
Spons verslaat water (spons neemt water op)
Hebben de kinderen hetzelfde symbool dan gebeurt er niks en gaan ze allebei door
met tikken.
Het gewonnen kaartje gaat in de broekzak en de winnaar gaat door.
De verliezer haalt een nieuw kaartje op.
Let erop dat kinderen alleen kaartjes van hun eigen team gebruiken bij de
vergelijking. Ze mogen niet een gewonnen kaartje gebruiken.
Na een tijdje zijn de kaartjes op ( of kinderen hebben geen zin meer). Je verzamelt
de kinderen en laat de kaartjes tellen.
De eerste paar keer verloopt het spel wat stroef, maar al snel gaat het beter.
In plaats van een gymles is dit een leuk alternatief.