Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 3 
Next page End  

1) Dierenjacht
* Organisatie: individueel
* Materialen: genummerde dierenkaartjes
* Spelverloop:
Ouders zitten verstopt in het bos, iedere ouder heeft kaartjes met daarop een
dier. De kaartjes zijn genummerd van 1 t/m 23. Het kind dat het eerste bij de ouder is, krijgt
het hoogste nummer, het kind dat het laatste is het laagst. Het spel stopt als iedereen alle
kaartjes heeft of als de nog zoekende kinderen het duidelijk zat zijn… Het kind met de meeste
punten heeft gewonnen.
2) Echt Eigen Jungle Vragen Spel
* Organisatie: tweetallen
* Materialen: vragenkaarten kinderen, antwoordblad, potloden/pennen.
* Spelverloop:
De kinderen zoeken de verstopte vragen die ze zelf hebben bedacht. Een persoon per tweetal
blijft achter op een vaste plaats, de ander zoekt, bekijkt de vraag, en rent terug om het te laten
opschrijven. De vragen hoeven niet op volgorde te worden gevonden. Als ze alle 23 vragen
hebben gevonden of als de laatste kinderen het zat zijn, worden de antwoorden nagekeken. 
3) Van spin tot mens, levend stratego.
*Organisatie: twee groepen
* Materialen: vlaggen (of stokken o.i.d.) in twee kleuren, stratego kaartjes (lintjes)
* Spelverloop:
De groepen verstoppen hun vlag in het afgesproken gebied en komen weer terug naar het
verzamelpunt. Dan krijgt ieder kind een kaartje in de kleur van de eigen groep met daarop een
dier en een cijfer van 1 t/m 10. Deze staan voor de rangorde: de mens is het hoogst, de spin
het laagst. Het doel is het veroveren van de vlag van de tegenpartij. Je mag in je zoektocht
naar de vlag van de tegenpartij de kinderen daarvan tikken. Hebben zij een kaartje met een
lager nummer dus een hogere rang, dan moet jij je kaartje afstaan. Andersom krijg jij zijn
kaartje. Alleen een spin kan tegen de mens op, de rest niet!!!
Als je kaartje is veroverd mag je de vlag nooit pakken dus moet je terug naar het
verzamelpunt voor een nieuw kaartje. Dan mag je niemand aftikken, want je hebt zelf geen
kaartje meer. 
Het spel stopt als een van de partijen heeft gewonnen door de vlag te veroveren. Als het te
lang duurt worden de nummers van de kaartjes eventueel omgezet in punten. Wie dan de
minste punten heeft, heeft gewonnen!
4) Smokkelspel:
* Organisatie: 3 groepen
* Materialen: veel smokkelwaar (briefjes, steentjes, zakjes o.i.d.), (lintjes)
* Spelverloop:
Groep 1 en 2 smokkelen waar van hun eigen kant naar de overkant van het bosperceel of
veld. Groep 3 is douane. Je gaat smokkelwaar naar de overkant van het speelveld smokkelen.
Als je door de douane wordt getikt moet je je smokkelwaar inleveren en nieuwe halen bij je
startpost (ouder). De douane mag je niet meer pakken als je al bij de post aan de overkant
bent. Daar lever je je smokkelwaar in en ga je langs de zijkant van het speelveld terug om bij
je eigen startpost nieuw te halen. EEN voorwerp tegelijk smokkelen! Op het eind wordt het
smokkelwaar van team 1 en 2 en de douane (team 3)geteld en de punten opgeschreven.
Daarna kan gewisseld worden van rol zodat iedereen douane is geweest. Dan wordt het totaal
aantal punten van ronden geteld…
(variatie: smokkelwaar van verschillende waardes)
5) Geluidenspel
* Organisatie: groepjes of tweetallen
* Materialen: scorekaarten
* Spelverloop:
Ouders verstoppen zich in het bos en maken allemaal een ander geluid. De groepjes kinderen
krijgen een kaart mee waarop ze (op volgorde!) parafen van alle geluiden moeten krijgen.
Ieder groepje start met het zoeken van een ander geluid. Welk groepje als eerste alle geluiden
heeft gevonden heeft gewonnen. Eventueel laat je ze twee keer alle geluiden zoeken. Ook