Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 2 
Next page End  

Warming up: Wie niet lopen wil
De kinderen lopen eerst allemaal door de zaal heen. De begeleider zegt
wie niet lopen wil, wie niet lopen wil staat stil. Dan staan moeten alle
kinderen meteen stil staan. 
Daarna gaan de kinderen weer allemaal lopen. Dan zegt de begeleider wie
niet lopen wil, wie niet lopen wil moet rennen. Dan moeten alle kinderen
gaan rennen.
Daarna gaan de kinderen weer allemaal weer door de zaal lopen. Dan zegt
de begeleider wie niet lopen wil, wie niet lopen wil moet hinkelen.
Etc. etc.. dan kan je het daarna nog met kruipen en hinkelen doen.
Dit spel duurt ongeveer 5 minuten. 
Inleiding: kat en muis spel.
Er word kind aangewezen dat word de muis. Een ander kind word de kat
en nog een ander kind zegt tegen zijn klasgenootjes wanneer ze moeten
draaien. De kinderen worden in 4 rijen verdeeld ( net als op de tekening )
de kinderen moeten allemaal met hun armen wijd staan ( net als op de
tekening ) .Het persoon die moet zeggen wanneer de kinderen moeten
draaien staat met de rug naar die rijen toe ( het roze poppetje op de
tekening ). 
Als iedereen op de goede plek staat kan het spel beginnen. De muis mag
eerst wegrennen daarna mag de kat proberen de muis te vangen. Maar de
kat en muis mogen alleen door de gangen lopen die door de andere
kinderen is gevormd omdat die met de armen wijd staan. Maar als de
kinderen. Maar als de kat de muis probeert te vangen zegt dat ene
persoon ook dat de kinderen moeten draaien. De kinderen die in de rijen
staan draaien dan een kwart en blijven met de armen wijd staan. Dan zijn
de rijen opeens weer heel anders . 
De kat en de muis moeten dan dus goed opletten. De kinderen die in de
rijen staan moeten dan ook goed luisteren wanneer ze moeten draaien. 
Dit spel duurt ongeveer 10 minuten. Je hebt ongeveer 1 minuut nodig om
alle kinderen op de goede plek te zetten. En doet 3 keer het spelletje. De
kat heeft dan 3 minuten de tijd om de muis te vangen.