Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 3 
Next page End  

les: ritmische meespeelpartituur
De ‘Radetzky March van Johan Strauss’ is waarschijnlijk wel bekend, maar het is belangrijk
om de mars toch even te laten horen zodat de kinderen even weten wat ze ongeveer te
wachten staat. Ook kun je als leerkracht even wijzen op de aanknopingspunten in de mars,
zoals de tussenspelen.
Hierna worden de instrumenten verdeeld: de triangel, de trom, de claves, de bekkens, en de
tamboerijn. De kinderen kunnen op hun eigen plek blijven zitten maar wij prefereren dat de
kinderen met een instrument, in volgorde van spelen, voor de klas komen te staan.
Verder krijgen alle kinderen het stencil met daarop de ritmische meespeelpartituur. (zie
volgende bladzijde)
Dan is het verstandig om de bedoeling uit te leggen: bijvoorbeeld bij het symbool het
driehoekje moet de triangel één keer spelen. Een punt betekent niets: hier wordt dus geen
geluid of instrument gebruikt. Na de uitleg moet even gecontroleerd worden of de leerlingen
het begrepen hebben.
Dan kunnen we gaan beginnen. Het is dan alleen wel erg belangrijk om, als leerkracht, de
vierkwartsmaat goed aan te geven en de kinderen met een instrument individueel ook seintjes
kunnen geven. Zo geef je de kinderen steun en help je ze op gang. Ook is het erg belangrijk
om de aanknopingspunten duidelijk een te geven, dit maakt de mars (en het bespelen van de
instrumenten) en stuk overzichtelijker. Dit betekent dat de leraar dus ook tussentijds de maat
aan moet geven.
De rest van de klas, die dus geen instrument hebben, leest in ieder geval op de partituur mee.
Maar het leek ons nog verstandiger om die ook iets te laten doen. Bijvoorbeeld als het ritme
van de instrumenten goed verloopt, kun je zeggen dat alles puntjes (die eerder niets
betekenden) nu klappen/ tikken betekent. Nu moeten de overige leerlingen dus ook meedoen
en worden ze min of meer gedwongen om mee te lezen.