Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 5 
Next page End  

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
Doelomschrijving:
Aandacht krijgen voor de relativiteit van vergelijking (groter dan,
kleiner dan). Voorwerpen kunnen ordenen door te letten op
verhoudingen.
Organisatie:
Groep:
hele groep kleuters;
Materiaal:
allerlei voorwerpen in de klas.
Opmerkingen:
Vertel een verhaal waarbij verhoudingen een rol spelen.
Bijvoorbeeld:
-
Klein Duimpje en de reus;
-
Goudhaartje en de drie beren;
-
Pinkeltje en het grote huis.
Kinderen moeten steeds afwegen wat bij wie hoort. Ze moeten
letten op de afmetingen.
Observatie:
-
Letten de kinderen op de relativiteit van de vergelijking?
-
Kunnen de kinderen motiveren waarom ze iets in een
bepaalde volgorde zetten?
-
Gebruiken ze alleen begrippen als groter dan, kleiner dan?
Kunnen ze dat ook preciseren (breder, zwaarder, hoger,
dieper)?
-
Leggen de kinderen verbanden tussen het verhaal en de
opdrachten, of verliezen ze het verhaal uit het oog?
Lesuitwerking:
Grote dingen bij elkaar, kleine dingen bij elkaar.
In de kring wordt een verhaal verteld waarin hele grote personen, middelgrote en hele
kleine personen een rol spelen. Met de kleuters gaan we dingen in de klas zoeken die bij
elk figuur uit het verhaal passen. Dat kunnen zijn:
kleren (jassen, kleertjes uit de poppenhoek, verkleeddoos);
meubilair;
serviesgoed;
vervoermiddelen;
geluiden (van stemmen, stappen, snurken, zingen);
voedsel.
Terwijl de kinderen voorwerpen uitzoeken, moeten ze steeds hun keuze motiveren. Dit is
voor de reuzen, die zijn het grootst. Dit voor de mensen, die zijn klein en dit voor de
dwergen, die zijn het kleinst. (En omgekeerd: klein, groter, grootst.) Let op relativiteit
van de vergelijking: groter dan, kleiner dan.
Mogelijke vragen:
Is de stoel waarop jullie zitten groot of klein? Als ik de stoel van de juf erbij zet
….. Als ik de stoel uit de poppenhoek erbij zet….
Dit blokje is de tafel van de dwerg. Welk blokje voor de reus?
André mag de klas binnenkomen. Wij raden wie hij voorstelt (grote zware
stappen, of kleine pasjes).