Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 3 
Next page End  

Poëzie (Groep 6/7/8)
Elfje: 1,2,3,4, 1
Vragen stellen a.h.v. geluiden of voorwerpen die ze dagelijks
horen of zien.
1.
Je kiest voor jezelf bijvoorbeeld een kleur, maand, getal, dier of ding. 
(1 woord)
2.
Dan geef je dat wat je bij 1 hebt gekozen een bepaalde indruk bij jezelf.
(2 woorden)
3.
Dan vraag je waarom? aan die indruk en antwoord je met 3 woorden.
4.
Dan stel je een vraag aan het onderwerp met 4 woorden.
5. 
Het voorwerp geeft dan een reactie op die vraag in 1 woord.
BIJVOORBEELD:
Rood
Vurig, liefde
Hoort bij mij
Vind je het mooi
Ach
IJs
Koud, glad
Is gaan vriezen
Heb je het koud?
Ja
Auto
Heel dom
Het is lastig
Waarom doe je dat?
Toet