 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
ONTWIKKELINGSASPECTEN ¹
CONCRETISATIE
DOD ²
Tot rust komen (7)
Grootmotorisch bewegen
(44)
Dynamisch bewegen (49)
Aangepast bewegen in de
ruimte (50)
Auditieve boodschappen
interpreteren en er gepast
op reageren (70)
Een gewaarwording herkennen als een signaal dat
‘rust’ oproept.Zich ontspannen en zo het verschil
ervaren tussen spanning en ontspanning.
Basisbewegingen ontwikkelen en beheersen:
LOPEN
De juiste energiedosering hanteren, zich kunnen
ontspannen, de ademhaling beheersen.
Omgaan met plaats, richting, afstand en
bewegingsbanen tijdens het bewegen
Boodschappen begrijpen die in concrete situaties
voor de kleuters zelf bedoeld zijn.
L.O. 1.7, 1.26,
1.27
L.O. 1.2
L.O. 1.2, 1.9,
1.17, 1.18, 1.20
Geraadpleegde bronnen:
Florquin? V. en Bertrands, E. (1986). Speelkriebels voor kleuters. Leuven : Acco. Pp. 228, 258,
304, 385.
Materiaal:
- handtrom, 2 stoelen, 2 kronen, tape, bandjes, geel tikvest, toverstokje