Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 2 
Next page End  

Doelstellingen
* De leerlingen kunnen aan de hand van een geluid hun weg door het lokaal vinden.
* De leerlingen kunnen zich op diverse manieren voortbewegen door op verschillende
manieren te lopen, te glijden of te hoppen.
* De leerlingen kunnen een hele simpele vorm van een inspringspel spelen.
* De leerlingen oefenen de verschillende functies, zoals:
· Motoriek.
· Zintuigen.
* Bevordering van de samenwerking.  
 
 
 
Voorbereiding 
* bij deze doelgroep doe je binnen een spel al vaak iets aan dramatische expressie in de vorm
van fantasiespelen, enzovoorts…… 
Ik verwacht dat ze de onderdelen binnen deze les wel oppakken.
* Er zijn verder geen andere spelmaterialen nodig.
* De ruimte is een speellokaal
* Het maken van een voorbeeld is niet nodig.
* Er zijn geen andere hulpmiddelen.  
 
 
 
Presentatie 
* Ik begin met een praatje over dieren die je allemaal in het bos kunt vinden. Hoe zien deze
eruit, wat voor een geluiden maken ze. 
Vervolgens doen we een variant op het spel 'Schipper mag ik overvaren', namelijk 
'Boswachter mag ik oversteken'. In deze variant maakt de boswachter een geluid die de
leerlingen (dieren) met hun ogen dicht moeten volgen tot ze aan de overkant zijn. De 
leerlingen worden begeleidt door een andere leerling, dit om chaos te voorkomen. 
* Als hoofdopdracht doen we een Voortbewegingsspelletje. De leerlingen zitten kriskras door
het lokaal. We gaan met z'n allen uitvoeren en bedenken hoe bepaalde dieren bewegen. Hoe
ze zich verplaatsen. De leerlingen geven dit aan elkaar aan. Een aantal door mij opgeschreven 
dieren komen aan de orde en de leerlingen mogen zelf ook ideeën aandragen.
* We doen een simpele vorm van een inspringspel als afsluiting. Ik vertel een verhaal, terwijl
de leerlingen kriskras door het lokaal lopen. Zodra ik een dier in het verhaal naar voren laat
komen, dan doen de leerlingen na hoe zo'n dier zich beweegt en verplaatst. De leerlingen
moeten dus goed opletten, wanneer een dier aan bod komt. Nadat iedereen het bewegende
dier heeft laten zien, ga ik verder met mijn verhaal. Ik geef leerlingen dus de tijd om
daadwerkelijk het dier uit te beelden.  
 
 
 
Uitleg