Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 3 
Next page End  

                                          Naam:
__________________
Datum:______________________
Lezen: De grote reis van Sam.
Sam ziet het niet meer zitten.  “Dag mama, dag papa” zegt hij.  Ik ga
weg. 
En hij klimt op zijn fiets.
“Waar ga je naartoe?” vraagt mama.  “Op reis” zegt Sam.
“En wanneer ben je terug?” vraagt papa. “Weet ik niet” zegt Sam.  Ik
ga heel ver.  Naar een eiland met palmbomen ofzo.  Heel ver.
“Wees voorzichtig” snikt mama.  En ze snuit haar neus.  “Geef mij die
zakdoek ook eens” zegt papa.
Hij gaat berg op en berg af.  Maar toch vooral berg op.  Sam wordt
moe.  Het zweet drupt van zijn kin.  “PPff, wat ligt dat eiland ver”
denkt hij.  En hoog!  Had ik maar een brommer!  
Dan ziet hij in de gracht een oude brommer liggen.
“Mmmm” denkt Sam.  De wielen zijn kapot, maar misschien doet de
motor het nog.  Eens kijken...
Sam is een handige jongen.  In een mum van tijd zet hij de motor van
de kapotte brommor op zijn fiets.  Nu nog de uitlaat en het
gaspedaal.  
En hop, daar gaat hij!  Vroem, vroem, knal, knal, een dikke rookpluim... 
En weg is Sam!
Sam moppert: “Verdraaid!  Deze reis is wel lastiger dan ik dacht!  Nu
nog regen ook!  Ik word heel nat!  Had ik maar een auto...  In een auto
heb je tenminste een dak boven je hoofd.  In een auto zit je droog. 
Maar hé, wat zie ik daar?  Is dat geen auto?  Een auto zonder motor,
maar wel met een dak!  Mmmm, eens kijken....
“Leuk, zo’n auto!” glundert Sam.  En het gaat nog lekker snel ook!  Zo
zal ik vlug op mijn eiland zijn!  Maar o, wat is dat daar?  Een rivier! 
Een brede rivier!  O help, hoe kom ik daarover?  Is hier ergens een
brug?  Nee geen brug in zicht!