 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
Bewegingspel:
Les 1. Groot materiaal
Doel: balanceren, net als de vogels doen.
Inleiding:
Lopen achter de juf aan (of een kind) je mag nergens op staan, en niks aanraken.
Kern:
Opzet van de les:
Maak een parcours met veel materialen waarbij gebalanceerd moet worden, dan
denk ik aan:
-
banken
-
Wiebelplank en daar af springen
-
Plank/kippenpank
-
Kast, met een mat erachter zodat je als een vogel eraf kan vliegen
-
Hoepels op de grond, zodat de kinderen nergens op de vloer hoeven te staan.
-
Via een plank op het klimrek enz.
Denk er bij het maken van het parcours aan dat je diverse mogelijkheden aanbiedt,
zodat kinderen keuzes kunnen maken (als ze iets te moeilijk, dan wel eng vinden).
Slot:
Voetje van de vloer
Een kind is de tikker, de andere kinderen rennen in het lokaal. De tikker mag je
tikken, tenzij je je voeten van de vloer hebt.
Getikte kinderen gaan bij de leerkracht op de bank zitten. Als er een aantal kinderen
getikt is (b.v. 3 kinderen), of de tijd duurt te lang, wisselen van tikker.