Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 2 
Next page End  

Doelstelling
De kinderen zijn zelf vrij met drama bezig. Ze bepalen zelf wie ze zijn, wat, wanneer en welke
wending het spel kan gaan nemen. De creativiteit en de fantasie wordt bij het spel gestimuleerd.
De les
Ik ga samen met het groepje beginnen met de voorbereidingen, zo gaan we een huisje (of iets
naar eigen idee) maken. Hierna kunnen de kinderen zich verkleden. Ze mogen zelf weten welke
attributen ze hierbij gebruiken. Alles kan en alles mag. Ik zorg ervoor dat er genoeg spullen zijn.
- dokter of verpleegster: verpleegsterskleding, dokterspullen, pleisters, gaasjes, watten, witte
blouse om als dokters jas te gebruiken, matras etc.
- ijscoman: lege ijsbakjes, een ijslepel, pet en schort, kassa en speelgeld, ijshoorntjes van
etalagekarton, gekeurde schuim ballen om als ijs in het hoorntje te doen etc.
- supermarktbediende: speelgoedkassa en speelgeld, plastic tassen, lege verpakkingen van
voedsel, lege flessen, een doos etc.
- verkleden: oude kleren, schoenen, hoeden, tassen etc
Dit alles doe ik in het klaslokaal van de kinderen
Presentatie:
De kinderen mogen zich eerst verkleden met de spullen die ze leuk vinden en een huis o.i.d. maken
met de spullen die er zijn. Hierna mogen ze hun eigen spel gaan spelen, in en om het huis, ze
mogen zelf weten wat er gaat gebeuren.
Rollenspel is een van de meest effectieve vormen van communicatie voor kinderen.
Uitleg:
Ik vertel de kinderen dat ze zelf mogen weten wat ze gaan spelen. Samen met de kinderen help ik
hun met het huisje en de kleren. Ik laat de kinderen zelf kiezen welke rol dat ze spelen en welke
attributen ze erbij willen gebruiken. Met de kleren en het huis gaan de kinderen hun eigen rol
spelen.
Als het tijd is ga ik met de kinderen weer het zang/dansspel "ik stond laatst voor een
poppenkraam" spelen.
Met elkaar zingen we het liedje:
Ik stond laatst voor een poppenkraam, o, o, o!
Daar zag ik mooie poppen staan, zo, zo, zo!
De poppenkoopman ging op reis,
De poppen raakten van de wijs:
Zij deden allemaal zo,
Zij deden allemaal zo!
Als we de laatste twee regels zingen gaan we naar elkaar zwaaien en dan mogen de kinderen weg.
Begeleiding:
Het is verstandig om de lessen in kleine groepjes uit te voeren omdat het belangrijk is dat iedereen
veel aandacht kan krijgen. Het is belangrijk om de kinderen te stimuleren. Als de kinderen moeilijk
op gang komen ga ik het spel meespelen en stel vragen om de verbeelding op gang te brengen.
Ik probeer het enthousiasme van de kinderen zo weinig mogelijk te remmen. Ik help waar dat
nodig is.
Evaluatie
Ik ga bij mezelf na of de kinderen lekker gespeeld hebben, en hun verhaal kwijt konden in het spel.
Wat dat vond ik een belangrijk doel voor deze keer.