Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 8 
Next page End  

Les 3
Tijd: 20 minuten 
Kern: 
Familiespel
Al naar gelang het aantal spelers heeft de spelleider kaartjes gemaakt, waarop familienamen en
leeftijden geschreven zijn. Ieder gezin telt vier gezinsleden (dus vier aparte kaartjes) met een leeftijd:
bijv. vader V.d. Berg 50 jaar, moeder V.d. Berg 48 jaar, etc. De kaartjes worden uitgedeeld. Op een
teken zegt de spelleider: zoek je familie. De gezinsleden zoeken elkaar zo snel mogelijk op. De familie
die elkaar het laatst heeft gevonden valt af. Een tweede keer moeten ze niet alleen hun familienaam
opzoeken, maar ook op de juiste leeftijd gaan staan. De oudste voorop. Ook nu valt er weer een
familie af. 
Wie ben ik?
De groep staat in een kring. Een kwart draai naar rechts en je staat tegen de rug van je buurman te
kijken. De spelleider geeft iedereen een papier waarop een bekend persoon staat. Dit wordt bevestigd
op de rug van degene die voor je staat. Je moet nu door middel van vragen erachter zien te komen
wie je bent. 
Variaties: dieren, voorwerpen.
Je mag alleen antwoorden met ja, nee of soms.
Je mag het ook bij andere personen gaan vragen.
Leerdoel: 
Lesdoel van de kinderen:
· gericht vragen stellen (2)
· gestructureerd te werk gaan (1)
Hulpmiddelen + organisatie:
· kaartjes met familieleden en leeftijden
· ruimte voor vrij bewegen
· staande kring
· briefjes met bekende personen, dieren of voorwerpen
· plakband of sluitspelden om de kaartjes mee te bevestigen