Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 3 
Next page End  

Doelgroep
  1/2     
MUZIKALE
VORMING
Muziek maken
Muziek vastleggen
Muziek beluisteren
Muziek en bewegen
Lesnummer
    1
Beginsituatie:
De leerlingen hebben al eerder
naar muziek geluisterd. 
Lesdoel:
Aan het eind van de les,
hebben de kinderen een eigen
“muziekpartituur”
geschreven en kunnen zij dit
ook omzetten in muziek.
Leerdoel:
De kinderen kennis laten maken
met muziek in al zijn
verschillende  facetten.
Lesorganisatie:
De kinderen zitten in
een klaslokaal, waar zij
de ruimte hebben om
te kunnen bewegen,
maar ook om te kunnen
“schrijven”
Materiaal
Een tekenvel.
Een potlood of
vetkrijtje.
Een blokfluit of ander
instrument.
Een closetrolletje met
vloeipapier aan het
uiteinde.
CD – of casettespeler.
Klassieke muziek:
The flight of the
bumblebee.
Lesinhoud:
Bewust leren luisteren naar
muziek.
Voorbereidende werkvorm
Inleiding:
Om de kinderen voor te
bereiden op deze les, gaan we
eerst het luisteren naar
muziek bewust maken.
Dat doen we door ze een
gerichte opdracht te geven.We
nemen de blokfluit en spelen
hierop improvisatorisch een
wijsje. We laten tussentijds
een tremolo 
( trilling) horen. Wanneer de
leerlingen dat horen, mogen ze
hun hand opsteken. Dit doen
we enkele keren.
Lesactiviteit:
De kinderen luisteren
naar de muziek en
steken hun hand op als
ze een tremolo horen.
Opmerkingen: