 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
LESVOORBEREIDINGSFORMULIER.
Naam student: Ingrid Scheepers Donkers Datum: 22 – 04 – ‘02
Naam mentor: Monique Ketelaars Groep: 7
Naam school: De Tweesprong Aantal leerlingen: 17
Korte omschrijving van de opdracht:
Ik ga de kinderen een verhaal niet voorlezen maar vertellen tijdens de taalles. ‘De Gouden
Vogel’ van de gebroeders Grimm.
Doelstellingen:
De kinderen kunnen hun inbeelding – en inlevingsvermogen tijdens het luisteren naar het
verhaal gebruiken om een mening te vormen of zich er vragen bij te stellen.
Beginsituatie:
De kinderen hebben tijdens de taalles regelmatig een luisterles waarbij het luisteren en
opletten en nabespreken van het verhaal centraal staan. De kinderen kunnen gedragingen uit
het verhaal terugkoppelen naar de hedendaagse normen en waarden.
Inleiding:
Ik leg de kinderen uit dat ik ze een sprookje van de gebroeders Grimm ga vertellen, dat het
dan wel een sprookje is, maar of ze er ook iets hedendaags in terug kunnen vinden, of vinden
ze het ouderwets/oubollig. Of ze het eens zijn met de dingen die in de vertelling voorkomen,
en waarom wel of niet, en vonden ze het wel een leuk verhaal? Als ze vragen hebben of
woorden/dingen niet begrijpen moeten ze deze onthouden tot na de vertelling. Ze moeten dus
tijdens het vertellen goed luisteren omdat we na het verhaal nog even over deze zaken zullen
praten.
Voorbereiding:
Ik heb de vertelling meerdere malen gelezen, en bekeken wat voor uitleg de kinderen eraan
zouden kunnen geven, waar ze problemen met het verhaal zouden kunnen hebben al denk ik
dat het sprookje vrij duidelijk verteld wordt. Ik heb er over nagedacht hoe ik het verhaal ga
brengen, en ga dat niet met stemmetjes en typetjes doen, maar als een vertelling.
Organisatie:
De kinderen moeten tijdens het vertellen goed luisteren, en ze mogen pas vragen stellen als ik
hiermee klaar ben. Dat vragen stellen mag van mij ook uitmonden in een discussie, mits dit
rustig gebeurd, en de kinderen elkaar dan uit laten praten. De les wordt klassikaal gegeven, en
duurt ong. 1 uur.
Kern:
De les wordt voor het grootste deel door mij geleid, maar na de vertelling wil ik proberen een
discussie op gang te brengen en dan in een begeleidende rol terug te vallen.