Navigation bar
  Print document Start Previous page
 11 of 12 
Next page End  

11
Dag 5: de uitvoering en het publiek
In de kring praat ik met de kinderen over de uitvoering, hoe moet het decor er uit zien?
Samen met de kinderen lopen we het verhaaltje door en komen zo op ideeën als tafel, stoelen,
bloemen op tafel, bordjes, menukaart, opschrijfboekje, kookplaat, etc.
Het geschilderde decor hang ik op achter de meubelstukken.
Dan moeten we de “zaal “ klaarzetten. Keurig in een halve cirkel voor het “podium”.
Als alles klaarstaat, wijs ik een kassajuffrouw aan en geef alle kinderen wat speelgeld.
Ik heb de kaartjes in stroken van 5 geknipt, en scherp gevouwen zodat de kassajuffrouw ze
keurig kan afscheuren. De kinderen gaan in de rij voor de kassa staan en kopen een kaartje. 
Dan staat er iemand bij de deur van het theater om het kaartje te controleren. Deze geeft er
bijvoorbeeld een scheurtje in. Ondertussen zijn de spelers al in de kleedkamer om zich om te
kleden. Als het publiek zit creëer ik een spannende sfeer door zachtjes te zeggen: “het licht de
zaal gaat langzaam uit, het enige licht dat er nog brandt is het licht op het podium. Het publiek
in de zaal is muis- en muisstil. De spelers komen op, het publiek geeft een applaus.
Dan begin ik met het voorlezen van het verhaal. (zie bijlage). Dit verhaal heb ik zelf
verzonnen, desnoods verzin je er wat bij.
Als de spelers klaar zijn, maken zij een buiging en het publiek applaudisseert.
In dit toneelstukje zijn 4 kinderen per keer nodig, ik heb het toneelstukje zo vaak gedaan tot
alle kinderen aan de beurt zijn geweest. Er waren geen kinderen bij die niet wilden!
Het leuke van deze opzet is dat de kinderen in het begin niet hoefden te spreken in het
toneelstukje. Dat maakt het laagdrempelig. In de laatste versie is de tekst indirect
geformuleerd, en de kinderen snappen meteen wat de bedoeling is. Voorbeeld:
Ik zeg:”meneer en mevrouw Bakker lopen over straat en ze praten een beetje over het weer.”
De kinderen beginnen dan ook echt:”mooi weer he?”
Dit thema is ontzettend leuk om te doen!!
De lessen en kopieerbladen die ik tijdens dit thema heb aangeboden zijn allemaal te vinden in
de bijlagen.
Succes!
Tip: pas het verhaal zonodig een paar keer aan met bijvoorbeeld andere personages zoals
agent, oud mannetje/vrouwtje, net wat voor kleding en accessoires er beschikbaar zijn.
Voeg dingen aan het verhaal toe waarbij de kinderen hun acteertalent kunnen laten zien,
zoals: het oude mannetje is een beetje doof, de dame is brutaal, ze kijkt om zich heen, ze
ruikt, hij kijkt boos, oma loopt krom, etc.