Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 3 
Next page End  

Voorbeeldles voor de groepen 7 en 8.
Beginsituatie:
De leerlingen hebben nog niet eerder een  tekst gesproken
op muziek.
Lesdoel:
De leerlingen kunnen aan het einde van de les, een tekst op
muziek, ritmisch inspreken ( rappen) en ze kunnen een eigen
ritmische tekst en begeleiding bedenken.
Lesorganisatie:       De leerlingen zitten in een leslokaal.
Materiaal:      
Tekst, instrumenten, cd – of cassettespeler, cd-rom, pen en
papier.
Voorbereidende werkvorm:
De leerkracht tikt enkelen ritmische noten op een handtrom en de leerlingen
klappen het na.
Dit doet de leerkracht enkele keren met verschillende ritmen.
De ritmen worden genoteerd op het bord volgens de traditionele notatie ( =
noten)
Een vierkwarts maatindeling is hierbij goed.
Iedere notatie op het bord, wordt voorgespeeld door de leerkracht en daarna,
op indicatie van de leer-
kracht ( meewijzen) gespeeld door de leerlingen. 
Aanbieden van de tekst:
De leerkracht laat een raptekst horen op de cd rom, bijv. van 2pack, o.i.d.
De leerkracht vraagt of de leerlingen weten wat voor soort stijl dit is.
Daarna leest de  leerkracht de tekst van “Het hobbylied” met de kinderen door(
zo neutraal mogelijk).
De leerkracht vraagt wat het onderwerp van de raptekst is. ( hobby’s)
De leerkracht leest nu de tekst voor waarbij de leerlingen zelf een ritmische
begeleiding mogen beden-
ken. ( bijv.klappen, stampen, dus zonder instrumenten, maar vanuit eigen lijf)
Begeleidende werkvorm:
De leerlingen bedenken een ritmische zin ( bijv. in de stijl van: Liesje leerde
lotje lopen, langs etc.)
De leerkracht deelt verschillende ritmische instrumenten uit ( handtrom, claves,
ritmestokjes, bongo’s 
djembe’s, tambourijn, maracas, o.i.d.)