Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 2 
Next page End  

Bijlage 03 Aanzet tot een lesvoorbereiding / voorlopig lesbeschrijvingsformulier (1
e
stageperiode)
1. Algemene gegevens:
Naam student: Kim Geelen
School / groep: Bs. D’r Henneberg
(Les)activiteit: Spreekwoorden les
Datum / tijd: 10 oktober, 13:00 uur
2. Wat heb je met de mentor afgesproken? 
- geef hier een korte beschrijving van de (les)opdracht
Ik heb met mijn mentor afgesproken om een les te houden over spreekwoorden.
3. Welke bedoelingen heb je met deze les? 
- wat wil je met deze activiteit bereiken? /- wat wil je graag dat er geleerd wordt?
Ik wilde leerlingen spreekwoorden leren! Dit kan ik doen door te vragen of ze spreekwoorden kennen
en of ze deze kunnen uitleggen(dus wat de betekenis hiervan is)! Ook kunnen ze kernwoorden uit een
spreekwoord halen en deze opzoeken in het woordenboek. Op deze manier kunnen ze ook aan de
betekenis komen! Van Cynthia had ik een boek meegekregen hierin stonden ook spreekwoorden zei
ze. Hierin stonden inderdaad een ‘soort’ spreekwoorden(meer spreuken), zoals ‘een fluitje van een
cent’. 
4. Waarmee moet je rekening houden bij de kinderen? 
- beschrijf hier hoe je de beginsituatie van de kinderen bepaalt
- hoe is hun voorkennis? – wat weet je van hun vorderingen tot nu toe? – zijn er bijzondere problemen?
Ze hebben al een aantal spreekwoorden gehad. Ik zal dus geen moeilijke spreekwoorden stellen. Ook
hebben ze geleerd om met het woordenboek ‘(kern)woorden’ op te zoeken. Eventueel kan ik dit nog
een keer herhalen(zeggen wat kernwoorden zijn). Een voorbeeld kan ik hiervan op het bord schrijven,
nl. ‘Het regent pijpenstelen’ -> opzoeken bij pijpenstelen!
5. Waarmee moet je rekening houden bij jezelf?
- beschrijf hier je eigen beginsituatie met het oog op deze (les)activiteit 
- wat weet je zelf al over het thema? – wat wil je zelf leren?
- welke moeilijkheden denk je tegen te komen? – hoe ga je daar mee om?
Ik ken vrij veel spreekwoorden, maar het zal je toch net gebeuren dat een leerling je een spreekwoord
vraagt en je weet daar geen antwoord op! Dit los ik op door een spreekwoordenboek mee te nemen!
Als ik het antwoord niet zou weten, zeg ik dit gewoon eerlijk en zoek ik het op!
6. Welke volgorde hanteer je in deze (les)activiteit, en hoe plan je dat in tijd? – het lesontwerp
-
hoe begin je de (les)activiteit? – op welke wijze kun je de kinderen geïnteresseerd en betrokken laten worden?
- hoe ziet het vervolg van de (les)activiteit er uit? 
- hoe sluit je de (les)activiteit af?
Marianne tekent een tekening op het bord(een makkelijk spreekwoord). Bijvoorbeeld een hond in de
pot -> De hond in de pot vinden. Dan vraag ik aan de leerlingen of zij weten welk spreekwoord
uitgebeeld is op het bord. Vervolgens vraag ik natuurlijk wat het betekent. Hierna laat ik de uitdelers
in een verwerkingsopdracht uitdelen, die ik zelf gemaakt heb! Ik loop met de leerlingen de vragen na
en behandel de 1
e
twee opdrachten met ze. Ik  laat ze vervolgens zelfstandig de overige opdrachten
maken. Eventueel mogen ze ‘zachtjes’ overleggen met hun buren! Even voor tijd zal ik de rest ook
nog met ze bespreken. Ik denk dat dit wel een leuke verwerkingsopdracht voor ze is!
7. Welke leeractiviteiten moeten de kinderen uitvoeren?
- hoe kunnen ze het beste leren?
Hun algemene kennis te gebruiken.