Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 2 
Next page End  

Bijlage 03 Aanzet tot een lesvoorbereiding / voorlopig lesbeschrijvingsformulier (1
e
stageperiode)
1. Algemene gegevens:
Naam student: Kim Geelen
School / groep: Bs. D’r Henneberg
(Les)activiteit: Aardrijkskunde les
Datum / tijd: 30 september 2002, 11:00 uur
2. Wat heb je met de mentor afgesproken? 
- geef hier een korte beschrijving van de (les)opdracht
Ik heb met mijn mentor afgesproken dat ik een Aardrijkskunde les geef.
3. Welke bedoelingen heb je met deze les? 
- wat wil je met deze activiteit bereiken? /- wat wil je graag dat er geleerd wordt?
Ik wil de leerlingen iets leren over: handel, industrie & diensten. Deze onderwerpen worden heel
duidelijk in het leerlingenboek uitgelegd!  
4. Waarmee moet je rekening houden bij de kinderen? 
- beschrijf hier hoe je de beginsituatie van de kinderen bepaalt
- hoe is hun voorkennis? – wat weet je van hun vorderingen tot nu toe? – zijn er bijzondere problemen?
De kinderen zijn bekend met de verschillende beroepen, die mensen in deze samenleving kunnen
hebben. Ze zullen ze alleen niet kunnen thuisbrengen in deze 3 termen. Industrie zal voor zich spreken,
deze weten de leerlingen wel, maar handel & industrie? Nadat ze de tekst hebben gelezen, zal het
duidelijker worden!
5. Waarmee moet je rekening houden bij jezelf?
- beschrijf hier je eigen beginsituatie met het oog op deze (les)activiteit 
- wat weet je zelf al over het thema? – wat wil je zelf leren?
- welke moeilijkheden denk je tegen te komen? – hoe ga je daar mee om?
Ik snap het zelf allemaal wel, maar ik vind het moeilijk om dit onderwerp aan de kinderen uit te
leggen! Misschien is het een soort ‘angst’, dat de leerlingen dadelijk met beroepen komen, die ik niet
in deze rijtjes kan thuisbrengen! Als ik me helemaal aan de handleiding hou, kan er niks mis gaan!
Dus dit moet ik doen!
6. Welke volgorde hanteer je in deze (les)activiteit, en hoe plan je dat in tijd? – het lesontwerp
-
hoe begin je de (les)activiteit? – op welke wijze kun je de kinderen geïnteresseerd en betrokken laten worden?
- hoe ziet het vervolg van de (les)activiteit er uit? 
- hoe sluit je de (les)activiteit af?
Ik neem 3 kleuren krijtjes en vraag aan de kinderen of zij mij een aantal verschillende beroepen
kunnen benoemen. Ik probeer de kinderen hierbij te sturen, zodat ze van iedere groep, minstens één
voorbeeld hebben. De beroepen die bij dezelfde groep horen, schrijf ik in dezelfde kleur! Op deze
manier probeer ik het de kinderen al duidelijk te maken. Vervolgens gaan we samen klassikaal de tekst
doorlezen. Als dit gedaan is nemen we nog een paar voorbeelden, deze schrijf ik op het bord. Nu is het
de bedoeling dat de leerlingen mij zeggen wat bij welke groep hoort. Als ik zie dat dit begrepen wordt,
gaan we door met de vragen. Ik lees alle vragen met ze door, als ze het niet snappen, leg ik het ze uit.
Ook kan ik nu de topografie een beetje ophalen, want in het leerlingenboek (lesboek) staat geschreven
in welke delen van Nederland je voornamelijk deze 3 groepen kan vinden. Nu kan ik een kaart van
Nederland voor de klas nemen en ze deze plaatsen laten aanwijzen. Vervolgens geef ik ze de tijd om
zelfstandig de vragen te maken. Als de leerlingen zelfstandig deze vragen zijn aan ’t maken, loop ik
door de klas. Als ik merk dat het merendeel van de klas klaar is, ga ik beginnen met het bespreken van