Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 2 
Next page End  

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
De Hongerwinter.
We hebben gehoord over Anne Frank, er is iets verteld over de
bevrijding van Zutphen en vandaag gaan we het hebben over de
laatste oorlogswinter.
De bevrijding was al in zicht. Een deel van het Zuiden van
Nederland was al bevrijd. Maar de geallieerden, de soldaten die
tegen de Duitse bezetting vochten, konden niet verder. Alles was
mis gegaan bij toen ze Arnhem wilden bevrijden. En nu kwam er
een lange laatste winter. Aan alles was gebrek, er was
nauwelijks meer eten en het eten wat er was, dat was van
slechte kwaliteit.
Er was geen elektriciteit, geen zeep niks. Wel kon je tegen hele
hoge prijzen goederen kopen op de zwarte markt. Voor een brood
betaalde je dan 50 gulden. Dat konden veel mensen dus niet
betalen.
Wilde je wat kopen bij een winkel dan
moest je bonnen hebben. Hiernaast zie je
zo’n bon. Je kreeg alleen van deze bonnen
als je ergens ingeschreven stond. Was je
een onderduiker dan kon je deze bonnen
niet krijgen. Maar ook al had je wel bonnen,
je moest ook geld hebben om het eten en de andere te kunnen
betalen.
De honger was het grootst in het westen van ons land in de grote
steden. Vooral toen de Duitsers er voor zorgden dat er geen
enkel voedseltransport meer naar het westen toe mocht. Dit
deden ze om dat ze boos waren over een spoorwegstaking.
Vanaf eind ’44 was er gebrek aan alles. De mensen gingen bollen
en suikerbieten eten. Maar ook aten ze zelfs hun eigen huisdieren
op. Je begrijpt dus wel dat de mensen echt niks meer te eten
hadden. De mensen uit de stad gingen met fietsen en handkarren
naar de boeren toe vlak buiten de stad om daar eten te halen.