Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 2 
Next page End  

Wat heb je nodig?
· plakkaatverf groen, blauw, geel oker, wit en zwart;
· kwasten;
· papier;
· potjes water;
· kranten;
· drooglappen.
Beginsituatie
· De kinderen kunnen de secundaire kleuren zelfstandig maken en toepassen.
· Mengen met wit en zwart is al aan de orde geweest.
· De klas heeft nog weinig schilderen gehad.
· Er zijn plaatjes verzameld over bomen, struiken en planten.
Doelen
· De kinderen leren zien dat er veel kleuren groen zijn, ze moeten een aantal 'groenen'
genuanceerd toepassen.
Inleiding
Samen met de klas een aantal namen van de kleur groen opnoemen: grasgroen, mosgroen,
gifgroen, blauwgroen. "Hoe kun je groen krijgen met verf?" is een vraag die je in de klas kunt
stellen. Blauw met geel en wit, zwart met oker geel.
Bekijk samen met de kinderen de plaatjes die zij hebben meegenomen. Kijk naar de verschillende
kleuren en de verschillende vormen. Teken op het bord heel globaal een bosrand. 
Er moet van klein naar groot worden gewerkt.
Er moet nog een kleine toelichting gegeven worden over hoe de verf op de kwast gedaan moet
worden. Er wordt niet vanuit het midden, maar vanaf de zijkant van de klodder verf, verf gepakt
anders wordt de kleur meteen vermengd. Mengen doe je pas op het papier. Je pakt dus een klein
beetje verf op je kwast, dit doe je op je papier. Dan pak je een andere kleur verf en dan meng je
dus op papier. Kwast uitspoelen en afdrogen.
Kern