Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 3 
Next page End  

Rollen / duikelen
Wat heb je nodig?
1.
Duikelen met behulp van handen vast aan een stang / ring of een touw: 
a.
Rekstok tussen twee insteekzuilen of andere rekstokinstallaties, bijv. in de vloer
verdwijnbare zuilen. Matje onder het ophangpunt / draaipunt. De hoogte van de
stang is tussen maag- en borsthoogte. Verder staat er een kast in de lengte op 50
Cm. achter de stok ter afzethulp. 
b.
Rekstok gelegen op twee springkasten die ongeveer 50 Cm. uit elkaar staan. De
stang rust met de uiteinden op twee kasten (de lederen bovenstukken).
Stanghoogte tussen maag- en borsthoogte van de gemiddelde leerling. 
c.
Een trapezoïde op zijn zijkant, met de middenstang omhoog om te gebruiken bij de
afzet om rond te gaan achterover. Of om te klauteren en over de volgende stang
voorover te duikelen. Matje onder het draaipunt. 
d.
trapezoïde met de middenstang onder. Matje onder het draaipunt en helft van het
afzetlanding een kastdeel (verhoogd). 
e.
Een ringenstel met een matje eronder en een kast in de lengte met een springplank
er tegen de smalle zijkant tegenaan, ongeveer op 75 Cm. ten opzichte van
duikelaar.
Tegen de springplank wordt opgelopen terwijl de leerling bezig is achterover te
gaan, de springplank dient als extra hulp.
2.
Rollen; koppeltje duiken: 
a.
Lange mat dubbel gevouwen op aaneengesloten banken die aan de tweede sport
van het klimraam hangen, waardoor een schuin aflopend vlak ontstaat. 
b.
Kleine matjes of een lange met het uiteinde op een of twee springplankjes,
waardoor eveneens een schuin aflopend vlak ontstaat. 
c.
Twee op elkaar gelegen kleine matjes achter een deel van de kast (deksel) of
breedte van een bank. Eerst op de ver hoging en dan voorover rollen met afzet van
kast of bank en de handen op een matje (roller krijgt zo weer een beet je vaart
mee). 
d.
Twee kleine matjes achter elkaar gelegen op de vloer. 
e.
Dikke valmat met springplank ervoor. 
f.
Drie banken aaneengesloten met matjes in de breedte erop. De afzet van de vloer
en dan rollen op een verhoogd vlak. 
g.
Kastdeksel in de lengte, rollen op smalle kastdeel afzet eerst op de kast,later op de
kast.