groep1-2 groep3-4 groep5-6 groep7-8 contact onzeNieuweSite

Bewegingsonderwijs

Beginsituatie

· De kinderen kennen het spel kegelvoetbal (?).
· De kinderen hebben Deens slagbal al vaker gespeeld.
· De kinderen kennen de stoelendans.
Doel

· De leerlingen kunnen goed samenwerken tijdens het spel.
Inleiding (± 10 min)

Spel kegelvoetbal, alleen dan schoppen we de bal niet, maar we gooien de bal. Als een kegel van een leerling om is, dan hangt hij de kegel weg, maar hij mag nog wel meedoen. Als leerlingen lomp gaan doen, kunnen ze op de bank komen zitten. 
Het hele veld binnen de gele lijnen wordt gebruikt.
Kern (± 40 min)

Spel Deens slagbal. De slagman slaat de bal, rent naar de achterste lijn, kan hij nog terug dan doet hij dat. Hiermee verdient hij 2 punten. Kan hij niet meer terug dan wacht hij net zolang tot hij dat wel kan en verdient hij één punt. 
Veldpartij: deze kan de renner aftikken door met een grote bal over te spelen en de renner van niet te veraf afgooien. 
Uitbranden: het spel kan stilgelegd worden door een brander, dit is iemand van de veldpartij. (Je kunt ze zelf iemand alten kiezen of je wijst zelf iemand aan.) Als de brander in de hoepel staat en zegt 'stop' of 'brand' dan mag er niet meer gelopen worden en is de volgende slagman aan de beurt. De spelers die nog aan het rennen waren, moeten terug en krijgen een strafpunt. 
Een slagman heeft 3 pogingen om te slaan. Niet gelukt? Dan moet hij de 4e keer de bal gooien. De bal moet over de eerste blauwe lijn heen. 
Er mag door de veldpartij niet gelopen worden met de bal. Dit moet voor de kinderen duidelijk gezegd zijn. bij drie strafpunten of vangballen, wordt er gewisseld.
Slot (± 10 min)

Hoepeldans. Leerlingen krijgen allemaal een hoepel, deze leggen ze ergens plat op de grond in de zaal neer. Ze gaan rennen door de zaal heen als de muziek aangaat (zonder muziek kan ook, dan laat je ze gewoon rennen en blaas je op een fluitje als je wilt dat ze een hoepel zoeken). Stopt de muziek dan gaan de leerlingen op zoek naar een hoepel. Er mag maar één leerling in één hoepel. Als je niet in een hoepel staat ben je af en mag hij of niet meer meedoen of wel. Dat beslist de leerkracht. 
Deze les is gemaakt door Jolanda Louwers.


Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.