|
|
|
|
|
|
Wat heb je nodig?
* karton voor elke leerling één stuk ongeveer 35 x 25 cm.
* tekenpapier
* tijdschriften voor de coulissen
* houten stokjes
* (resten) gekleurd papier
* scharen
* lijm
* plakband
* dun garen
* eventueel een voorbeeld poppenkast
|
|
|
|
Beginsituatie
* De kinderen weten hoe een poppenkast eruit ziet; dat een poppenkast een achtergrond heeft.
|
|
|
|
Doelen
* De kinderen leren ontdekken dat door het voor en achter elkaar plaatsen van platte contourvormen een ruimtelijke indruk ontstaat.
|
|
|
|
Inleiding (± 10 min)
Vertel een verhaal van Jan Klaassen die graag een poppenspel wilde laten zien, maar de poppenkast is gestolen. Willen de kinderen hem helpen om een poppenkast te maken?
|
|
|
|
Kern (± 45 min)
De kast wordt gemaakt uit een vel karton of dik tekenpapier. Door vouwen en knippen maken de kinderen een basisvorm van een poppenkast (zie de tekening).
Laat de kinderen zelf bedenken hoe zij de voorkant van de kast willen gaan versieren. Ordelijk? Herhaling van dezelfde vormen? Symmetrisch?
Het achterdoek wordt gemaakt door op een velletje karton, ter breedte van de kast, een landschapje, een straatbeeld of een interieur te plakken. Gebruik hiervoor tijdschriften.
De coulissen die tussen achterdoek en speelruimte
|
|
|
|
Evaluatie (± 10 min)
Laat de kinderen elkaars poppenkast bewonderen.
Eventueel een kort toneelstukje in de poppenkasten.
|
|
|
|
Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. |
|
