groep1-2 groep3-4 groep5-6 groep7-8 contact onzeNieuweSite

Algemeen

Stempelen met groenten en fruit.

Nodig:
Verf, penseel of kwastje, mesje, groenten en fruit, groot blad papier, voorbeeld.

Maak van de aardappel en/of wortel een stempel, zodat je de rand van je blad met een mooie sierrand kunt versieren.
Een aardappelstempel maak je door een aardappel door midden te snijden. Teken met de punt van een mes een vorm of een van de helften. Snij om de vorm de aardappel een beetje weg. Nu heb je een stempel. Je kunt stempels van elkaar lenen, zodat je veel verschillende vormen kunt maken.
Maak de fruitschaal met stempels van b.v. wortel of aardappel. Met een halve appel kun je appels in je fruitschaal stempelen. Met wortels kun je druiven of kersen maken.
Een stuk fruit figuurzagen

Nodig:
Plankje, figuurzaag, schuurpapier, verf, kwastje of penseel, lijm en een wasknijper.

Maak eerst op een blaadje een voorbeeld van wat je wilt gaan figuurzagen. Dat mag niet te groot zijn, maar moet wel op een wasknijper passen. Neem je voorbeeld over op het plankje. Zaag je figuur uit. Goed glad schuren en dan netjes verven. 
Tot slot plak je je figuur op een wasknijper.
Stilleven met houtskool

Nodig:
Groot blad, houtskool, blaadje voor onder je hand, voorbeeld.

Kijk eerst heel goed naar het voorbeeld. Hoe ligt alles, welke vorm heeft het, waar zie ik schaduwen en waar niet. Dan teken je eerst heel licht met houtskool de grondvormen. Klopt alles. Dan kan je met je houtskool de schaduwen en licht en donker gaan aanbrengen. Let op, houtskool kun je vegen. Dikke lijnen kun je dunner maker of waziger. Probeer het anders eerst uit op een proefblaadje.

Heel belangrijk: tekenen is kijken.


Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.