groep1-2 groep3-4 groep5-6 groep7-8 contact onzeNieuweSite

Drama

Doelstelling

De kinderen kunnen bewegingen en houdingen nabootsen, en aan de klas duidelijk maken wat ze met hun beweging of houding bedoelen.
De les

Ik zet de stoelen in een kring en leg de kinderen eerst de eerste opdracht uit. Ik vertel hun wat de bedoeling is en waar ze op moeten letten. Als het spel goed gaat, dan komt er een variatie bij. Hierna vertel ik aan de groep wat het volgende spel is. Bij dit spel evalueren we wat er goed ging en waar misschien een foutje zat. Dan proberen we het nog een keer. De klas moet goed kijken naar de houding die gemaakt wordt. Dit is ook uitgangspunt bij het volgende spel. Als laatste gaan de kinderen weer zitten in een halve cirkel. We gaan het spel uitbeelden doen. 

Uitleg

Spiegelen:
De spelers staan in paren met de ogen dicht tegenover elkaar. Ze 
Leggen de ruggen van de handen tegen elkaar. Zonder het contact te verbreken gaan ze bewegen. Alle bewegingen zijn goed. Als dit goed gaat kun je het spel moeilijker maken door tussen de personen een afstand te maken van ongeveer 30 cm. Om dit goed te laten verlopen moeten de bewegingen langzaam gemaakt worden.
Een houding doorgeven: De spelers staan in een rij met de ruggen naar elkaar toe. De achterste persoon neemt een houding aan (zittend of staand). De andere spelers kunnen dit niet zien. Nu draait de eerste speler uit de rij zich om. Deze krijgt enkele seconden om te kijken welke houding is aangenomen en neemt dezelfde houding aan. De speler die de houding had aangenomen gaat weer staan maar moet zij houding goed onthouden. Nummer 2 uit de rij mag zich nu omdraaien om te kijken. Het spel gaat door en de eerste en laatste houdingen worden met elkaar vergeleken. Wat is er veranderd?
3 op een rijtje
Drie personen gaan op een rijtje staan en nemen een bepaalde houding aan. Ze blijven als bevroren in die houding staan. Een vierde persoon bekijkt de drie goed en verlaat de ruimte. Drie andere personen veranderen snel wat aan de "standbeelden". Een houding of een gezichtsuitdrukking. De buitenstaander wordt binnen geroepen in moet nu opsporen wat er veranderd is.
Uitbeelden: de groep zit in een halve cirkel. 1 persoon mag naar voren komen om iets uit te beelden en de anderen mogen raden wat er uitgebeeld wordt. Voorwerpen om uit te beelden zijn: sporten, typetjes, spreekwoorden etc.
begeleiding:
Ik ga de groep stimuleren en motiveren door de groep te bemoedigen en complimentjes te geven, aangeven wat wel en niet goed gaat. Als de groep het niet meer weer kan ik voorbeelden geven om het spel verloop weer wat beter op gang te krijgen. 
Evaluatie

Ik vraag aan de groep wat die er van vond, of ze dingen ook te moeilijk of juist te makkelijk vonden, en of ze er ook wat van hebben geleerd. 
Opruimen:
We hebben voor deze les geen spullen gebruikt. De kinderen hoeven dus ook niks


Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.