groep1-2 groep3-4 groep5-6 groep7-8 contact onzeNieuweSite

Beeldende vorming

Wat heb je nodig?

· klei
· onderleggers
· mesjes
· latjes / stokjes
· kleirollers
Beginsituatie

· De kinderen weten hoe een vlaaipunt eruit ziet.
Doelen

· De kinderen kunnen massieve vormpjes aanhechten.
· De kinderen hebben zelf een vlaaipunt gemaakt.
Inleiding (± 15 min):

Laat aan de hand van fotomateriaal zien welke vormen er moeten zijn op een vlaaipunt. Ook komt de vorm van de vlaaipunt zelf aan de beurt. De kinderen moeten ontdekken dat je niet alles op de vlaaipunt kunt maken. De grootte van de vruchten moet worden aangepast aan de vlaaipunt. Dit betekent dat de kinderen sommige vruchten die aan de rand liggen, moeten doorsnijden. 
Je kunt eventueel alle stukken tegen elkaar aan leggen zodat je een grote vlaai krijgt. 
De techniek moet geshowd worden. Laat zien hoe je van een stuk klei een platte plaat kunt maken; door plat te drukken en er met een roller overheen te rollen. De kinderen moeten dit werk staande uitvoeren, want ze hebben er hun hele gewicht voor nodig. Wanneer er een vlak stuk klei is, tekenen ze de vorm van de vlaaipunt erop. De punt wordt uitgesneden en de rand wordt een stukje omhoog gezet. 
De bodemkan nu met fantasievruchten worden bedekt. Door een papje van klei te maken, is het mogelijk om hiermee de vruchten er aan vast te maken. 
Kern (± 45 min):

De kinderen gaan aan de slag. De leerkracht loopt rond en begeleidt.
Slot (± 10 min):

Kijken naar de originaliteit.
Deze les is gemaakt door Jolanda Louwers.


Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.