|
|
|
|
|
Inleiding
Je kunt beginnen met
te vertellen, over kaartjes in het algemeen, dus wat is de opbouw van een
kaartje? Met coördinaten, legenda en andere dingen. Deze komen naar voren in het
inleidende gesprek. Dan deel je de opdracht uit. Deze is een vel met daarop een
tekening van je klas, deze maak je zelf van te voren.
|
|
Opdracht 1
Als eerste laat je ze hun eigen tafeltje
een kleur geven, zodat ze een oriënteringspunt hebben op het kaartje (deze
kleur laat je ze later ook in de legenda geven). Je
laat een kind door de klas lopen, de andere kinderen kijken goed en proberen de
route van het kind op het papier mee te tekenen. Je zult merken dat dit voor
veel kinderen nog lang niet mee valt. Als het kind klaar is dan laat je een van
de kinderen uit de klas het natekenen op het bord, zorg dus dat daar ook een
plattegrond op staat! De rest van de klas controleert of ze het goed hebben, en
verbeteren al dan niet.
|
|
Opdracht 2
Voor de tweede opdracht geef je de
kinderen een ander blad, hetzelfde als het eerste maar dan met hokjes zodat je coördinaten
kunt lezen. je kunt dezelfde opdracht doen en na afloop kun je de
kinderen oplaten schrijven door welke vakken het kind gelopen heeft (a2, a3, b#
enz.).
|
|
Opdracht 3
In deze opdracht ga je de kinderen de
verschillende 'dingen' in het klaslokaal een kleurtje laten geven. Later laat je
dezelfde kleur geven in de legenda, en vertel je een verhaaltje over legenda's;
zo kun je snel en overzichtelijk zien wat waar staat, bijv. je kleurt alle
kasten rood, dat zie je direct op een echte kaart zie je zo wat gras is en wat
stad, hoe komt dat? Nou komt de uitkomst uit de kinderen en dat is de
werkelijkheid zoals je hem in de atlas tegen kunt komen.
|
|
Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. |
|
|
|