|
|
|
|
|
|
Wat heb je nodig?
De stelling:
Stelling: Je hebt net van je oma een snoepje gekregen met een papiertje erom heen. Je moet snel naar huis dus je kunt hem nog niet opeten. Onderweg krijg je er heel veel zin in en je eet het snoepje op. Er is nergens in de buurt een
prullenbak, houd je je snoeppapiertje in je zak of gooi je het op straat?
En als je zakken nu heel vol zitten wat doe je dan?
|
|
Inleiding
Inleiding: Verhaal vertellen over 2 kinderen die afval vinden op hun schoolplein en niet weten wat ze moeten doen met het snoeppapiertje dan om het snoepje zat dat ze van hun oma hadden gekregen. In je overvolle zak stoppen of gewoon bij het andere afval dat al op het schoolplein ligt.
|
|
Kern
Kern: Kringgesprek over het dilemma. Alle kinderen houden het snoeppapiertje in hun zak. En gooien het thuis in de prullebak. Wanneer je zakken overvol zitten is de neiging om het gewoon bij het andere afval op het schoolplein te gooien groot. Het valt toch niet op een snoeppapiertje meer of minder.
|
|
Evaluatie
Afsluiting: werkbladen maken en eventueel nog even bevindingen met elkaar uitwisselen over afval.
|
|
Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. |
|
