|
|
|
|
Wat heb je nodig?
- Iets in ritme mee aan te kunnen geven. Een trommel of twee houtjes
of zo. Je handen kan natuurlijk ook. Belangrijk is dat alle tikken even lang zijn.
- Overgaand in een liedje wat lijkt op kinderhouse. Je blijft wel meeklappen.
|
|
Volgorde van leervoorstellen
Op de plaats:
- Op eigen wijze op het ritme van de muziekbron bewegen.
- Op een andere manier dan bij 1 maar nog steeds op het ritme van de muziek.
- Zijwaarts stap naar rechts met aansluitpas van links,daarna naar links met aansluitpas van rechts enz.
- Idem als 3, maar ook nog arm en schouderbewegingen.
- In tweetallen tegenover elkaar (1m tussenruimte) Spiegelen van elkaar 2 t/m 4 op de plaats.
Verplaatsend (bijvoorbeeld in een kringetje of in rechte lijnen.)
- Individueel voorwaarts stappen.
- Individueel voorwaarts stappen met:
- armbewegingen
- hoofdbewegingen (schudden)
- Romp / heupen heen en weer.
- In tweetallen, a voorbeeld voor b
|
|
Groepering
- individueel op de plaats zowel als bewegend
- In tweetallen tegenover elkaar op de plaats en bewegend, later
- in meertallen 3 en 4 enz..
|
Tips voor de leerkracht
- Stapritme slaan:
- Zelf weten hoe je op het gegeven ritme door de ruimte gaat want je kiest je eigen paadje (route).
- Zelfde als bij a, maar nu alleen stappen.
- Hetzelfde als bij b, maar loop nu bewust een letter zoals je in je schrift schrijft.
- a t/m c nu met iemand samen.
- Huppelend slaan:
Idem opdrachten als bij 1, maar i.p.v. stappen nu huppelen.
- Afwisselend gelijk aantal maten stapritme / huppelritme.
- Luisteren, welk dansritme hoort bij het muziekritme.
- hoor je stapritme ga je kris kras door de ruimte, hoor je huppelritme ga je allemaal in omgangsbaan huppelen, maar
komt het stapritme weer dan weer kris kras enz..
- Samen met iemand die naast je blijft.
|
|
|
Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. |
|
|
|