|
|
|
Bewegingsonderwijs
|
Inzetten, vervolgen en
eindigen / weer inzetten
|
|
|
|
|
Wat heb je nodig?
De gezongen tekst, hier onder, moet je veranderen in:
Toen ik door je straatje liep, kwam ik niemand tegen, ik sprong naar links, ik sprong naar rechts,
ik hield niet van de regen.
i.p.v. springen 'huppen' en 'hinken', 'stampen' enz..
|
|
Volgorde van leervoorstellen
Teksten geven 'dans handelingen' aan:
Lopen en zijwaarts / schuin voorwaarts / voorwaarts springen; springen als huppen of hinkelen etc.
|
|
Groepering
- Individueel.
- In tweetallen tegenover elkaar.
|
|
Richting en ruimtegebruik
Ruimte verdelen in 3 vakken en de kinderen verdelen over de vakken. Kinderen
dansen in hun 'vak'.
- Heen en weer van de ene kant van het staatje naar de andere kant.
- Kris kras door de ruimte.
- In kleine kringvorm binnen het kamertje, dit is een opdracht die moet je groep 'kunnen', vereist wat
oefening.
|
|
Informatie voor de leerkracht
- De leerkracht gaat teksten zingen en laat de kinderen verwoorden wat er mogelijk is
op de tekst ed..
- Op de door de leerkracht gezongen tekst gaan de kinderen bewegen, zoals de tekst vraagt.
- Het zelfde als bij 2, alleen spring naar links erbij.
- Hetzelfde als bij 2 en 3, alleen mag je nu kris kras door het lokaal.
- Met zijn tweeën tegenover elkaar op de tekst: "kwam ik iemand tegen" ontmoeten de kinderen elkaar las ze naar
elkaar lopen.
- Per deel van het lokaal beoordelen of:
De kinderen in kringopstelling 'rond' gaan en zelfs in buiten-binnenkring in tegengestelde richting t.o.v.
de buitenkring.
|
|
Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. |
|
