|
|
|
|
|
Bewegingsonderwijs
|
Inzetten en uitbeelden
|
|
|
|
Wat heb je nodig?
De gezongen tekst moet veranderd worden in:
Tekst 1:
Ik loop in een kringetje een kringetje een kringetje
een kringetje, van ja ja ja.
Ik maak een buiging, wij maken een buiging
Aan de kant, Aan de kant, want het water komt op het land
Aan de kant, Aan de kant, want het water komt op het land
Later de tekst zin 1 veranderen in: huppelen en springen.
En zin 3 veranderen in: bijv. ik zwaai met mijn armen...
Tekst 2:
En later tekst wijzigen in:
Wij lopen in een kringetje een kringetje een kringetje
Wij lopen in een kringetje, van ja ja ja (of tra la la)
Wij maken een buiging, wij maken een buiging
Bij de hand, bij de hand, pak een vriendje bij de hand
Dans in 't rond, Dans in 't rond, met een vriendje bij de hand.
|
|
Volgorde van leervoorstellen
- We gaan wandelen / stappen naar aanleiding van de tekst.
- Buiging maken op het moment van de tekst.
- Lopen en later huppelen of op eigen wijze van dansen met iemand bij de hand als dat gezongen wordt.
|
|
Groepering
- Individueel.
- van vier tot zestallen.
|
|
Aanwijzingen voor de leerkracht
- Eerst de tekst zingen en de kindreen laten verwoorden wat er gebeurt.
- Eerst nog een keer het liedje zingen, ev. zin voor zin oefenen.
Laat de kinderen eerst even vrij door de ruimte experimenteren.
- Leerlingen dan de opdrachten in groepjes van 2 tot 6-tallen laten doen.
|
|
Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. |
|
|
|
