groep1-2 groep3-4 groep5-6 groep7-8 contact onzeNieuweSite

Algemeen

10 Kinderrechten

1. Het recht op een naam en nationaliteit : paspoorten maken
2. Het recht op een eerlijk proces : klassikaal debat met gastspreker
3. Het recht om op te groeien in een familie : schilderactiviteit met stamboom
4. Het recht om je mening te geven : website
5. Het recht op onderwijs : video/schrijfopdracht
6. Het recht op een veilig en gezond leven : brood bakken o.i.d.
7. Het recht op bijzondere zorg gehandicapten : gym "beleef" activiteit
8. Het recht op bescherming tegen kinderarbeid : spelletjes
9. Het recht op bescherming tegen mishandeling : rollenspel/boek/verhaal
10. Het recht op spel en ontspanning
Inleiding

Dit zijn de eerste schetsen voor de totale activiteit. We hebben besloten om de klas in groepjes onder te verdelen voor het verder concretiseren van de activiteit. De eerste concretisering hebben we bewust klassikaal gedaan om ervoor te zorgen dat de activiteiten gevarieerd zouden zijn. We hebben nagedacht over verschillende werkgebieden (drama, taal, bewegingsonderwijs, tekenen, handvaardigheid) in verschillende werksituaties (klassikaal, in groepjes, in de kring e.d.) Na het globaal concretiseren van deze rechten (zie bovenstaande opsomming) in een werkvorm voor de basisschool hebben we nagedacht over passende introductie en afsluiting. Dit gaf de volgende twee ideeën:

Opening : verhaal met als uitgangspunt :Alle rechten gelden voor alle kinderen in alle landen."

Sluiting : muurkrant en een viering over alle besproken en ervaren rechten.
Verantwoording

Verantwoording werkvormen
Op deze manier kreeg onze activiteit steeds meer vorm. We hebben gekozen voor een activiteit over kinderrechten waarbij verschillende werkvormen aan bod komen verdeeld over twee en een halve lesdag voor groep 7/8. We hebben klassikaal een planning gemaakt zodat de groepjes die de desbetreffende activiteiten gaan voorbereiden weten hoe lang de activiteit mag duren en met welke voorkennis de kinderen aan een activiteit beginnen.

Verantwoording dagindeling
We hebben ervoor gekozen om iedere dag klassikaal te beginnen en klassikaal af te sluiten. Daarvoor hebben we gekozen omdat dat structuur aanbrengt in de dagdelen. Daarnaast hebben we ervoor gekozen om twee zogenaamde carrousels te houden waarin de kinderen gedurende een dagdeel met een vast groepje doorschuiven van activiteit naar activiteit. Alle bovenstaande activiteiten hebben we dus verspreid over twee en een halve lesdag. We houden soms een kwartier over, dit hebben we bewust zo gedaan omdat activiteiten kunnen uitlopen en omdat het doordraaien van de groepjes vaak ook tijd kost.
Dag 1

Ochtend
Opening : - Poppenkast half uur

Carrousel 1* : - Paspoort maken één uur
- Schilderen één uur
- Video/schrijfopdracht één uur

Middag
Vervolg *
Carrousel 1 : - Paspoort maken één uur
- Schilderen één uur
- Video/schrijfopdracht één uur

Gym "beleef" activiteit 45 minuten

* 's Ochtends worden twee carrousel activiteiten gedaan en 's middags één.
Dag 2

Ochtend
Debat : - Met gastspreker anderhalf uur

Caroussel 2 : - Website half uur
- Brood bakken half uur
- Spelletjes half uur
- Rollenspel/boek half uur

Middag
Vervolg*
Caroussel 2 : - Website half uur
- Brood bakken half uur
- Spelletjes half uur
- Rollenspel/boek half uur

Spelletjes "kinderarbeid" 45 minuten

* 's Ochtends worden twee caroussel activiteiten gedaan en 's middags twee.
Dag 3

Ochtend
Viering 2 uur

Verantwoording activiteitverdeling
Om de activiteiten verder te concretiseren zijn er in totaal 6 groepen gemaakt. 4 groepen houden zich bezig met de activiteiten van de 10 kinderrechten. 1 groep verzorgt de opening en afsluiting en er is een groep in het leven geroepen die de algemene coordinatie verzorgt. Klassikaal hebben we bekeken wat er minimaal in de activiteitenomschrijving moet staan om zo een (enigzins) uniform verslag te maken. Daarbij hebben we de volgende kopjes in de activiteitenbeschrijvingen terug laten komen: lesduur, doelen, materialen, activiteitomschrijving en eventuele opmerkingen. We hebben afgesproken om alle activiteiten schriftelijk bij de coordinerende groep in te leveren die alles zal bundelen tot een soort van handleiding. Daarnaast gaan we dinsdag nadenken over de verdere presenatie van de gemaakte activiteiten op donderdag a.s.
Onze schriftelijke motivatie en legitimatie

In stap 6 hebben we al het een en ander verantwoord en gemotiveerd. We zullen bij dit kopje bijlage 2 "kwaliteitscriteria voor kinder- en mensenrechtenonderwijs" hanteren om tot een gestructureerde motivatie en legitimatie te komen. Tijdens dit onderdeel zullen we over het algemeen spreken waarmee we de totale activiteit bedoelen en een aantal voorbeelden geven van activiteiten waarin een bepaald criterium expliciet aan de orde komt.

KWALITEITSCRITERIA voor kinder- en mensenrechtenonderwijs

a. Criteria voor de inhoud

1. Heeft de leerstof betrekking op mensenrechten?

De activiteiten hebben allemaal direct of indirect met mensen- en kinderrechten te maken omdat we deze als uitgangspunt genomen hebben.

2. Wordt in de leerstof duidelijk dat mensenrechten waardevol zijn?

We confronteren de kinderen bij een aantal activiteiten met de consequentie als zo'n recht niet nagestreefd wordt. Dit is duidelijk te zien bij de activiteit over het ervaren van een handicap en de video over het niet genieten van onderwijs en de daarbij behorende schrijfopdracht. Zij laten de kinderen eerst zien of zelf ervaren wat het probleem is en daaropvolgend wordt besproken en/of ervaren wat de gevolgen zijn.

3. Maakt de leerstof duidelijk dat mensenrechten universeel zijn?

Bij een aantal activiteiten worden ook situaties in andere landen aangekaart. Dit loopt als het ware als rode draad door de dagen heen. Het is niet alleen de taak van de kinderen maar vooral van de begeleiders om de kinderen een eerste aanzet te geven naar een vergelijking met andere landen. Tijdens de spelletjes over kinderarbeid richten wij ons voornamelijk op ontwikkelingslanden en niet zozeer op Nederland zelf.

4. Wordt er aan verschillende aspecten van mensenrechten aandacht besteed?

Tijden het kringgesprek n.a.v. van een verhaal over mishandeling zal deze vraag uitgediept worden. Er is niet alleen mishandeling op de wereld maar ook geweld en verwaarlozing. Kinderen kunnen hier zelf mee komen maar het is van belang voor de begeleider om hier ook aanzetten toe te geven wanneer de kinderen daar niet zelf over beginnen.

5. Is er in geval van recht of schending aandacht voor de aard, oorzaken, achtergronden, belangentegenstellingen en mogelijk oplossingen?

Terugkomend op de activiteit over mishandeling zal er nagedacht worden over oplossingen en wat zij zelf in zo'n situatie kunnen doen. Tijdens de afsluiting denken kinderen na over hoe ze de kinderrechten bekend kunnen maken aan de buitenwereld (o.a. d.m.v. ballonnen, zie activiteitomschrijving).

6. Worden de gevolgen van mensenrechtenschendingen voor leerlingen inzichtelijk gemaakt?

Dit is een vraag die in vrijwel alle onderdelen impliciet en expliciet aan de orde komt. Dit komt naar voren in verschillende werkvormen: een gesprek daarover, een schrijfopdracht, zelf ervaren etc.

7. Ligt de nadruk op de concrete uitwerking van mensenrechten, m.a.w. gaat het om het dagelijks leven van mensen, in het bijzonder kinderen?

Tijdens de spelletjes die betrekking hebben op hun eigen hobby komt duidelijk het dagelijks leven van de kinderen zelf naar voren. Maar ook in de opdracht omtrent onderwijs moeten de kinderen hun eigen situatie omschrijven.

8. Gaat de leerstof (…) vooral in op het werk dat de mensen zelf proberen te verrichten om het probleem aan te pakken?

Wanneer de kinderen op zoek gaan op internet zullen zij veel vinden over verschillende organisaties die zich inzetten voor kinder- en mensenrechten. Dit onderdeel is dus geïntegreerd in de totale driedaagse en komt expliciet aan de orde bij het onderzoeken van de website.

9. Krijgen de leerlingen daarbij inzicht in welke veranderingen nodig zijn en wat zij er zelf mee te maken hebben?

De driedaagse is voornamelijk bedoeld als bewustwording van hun eigen rechten. In die geest wordt zeker nagedacht over hoe bepaalde zaken anders kunnen. Er worden meerdere malen oplossingsvragen gesteld. Daarnaast is het belangrijk dat ook "ver-van-je-bed-show" problematieke aan bod komen en op de kinderen zelf betrokken worden. Dit proberen wij te doen door ze zelf te laten ervaren, voornamelijk in spelvorm.

10. Wordt het leerlingen duidelijk gemaakt dat iedereen een taak heeft in het waarborgen van mensenrechten?

Ja, wanneer zij de driedaagse gaan afsluiten zullen vragen als deze aan de orde komen. De kinderen hebben de afgelopen dagen heel veel dingen gezien en meegemaakt. Ze hebben kennis vergaard en wat gaan ze daar nu mee doen? De leerkracht heeft als taak om eventueel voor een vervolgactiviteit te zorgen wanneer daar vraag naar is. Het is niet ineens afgelopen na die drie dagen. b. Criteria voor een pedagogische en didactische aanpak

1. Zijn de kinderen louter als consument gedefinieerd van een onderwijsproces of product of neemt het kind er ook zelfstandig aan deel? Met andere woorden, wordt het kind als kind, medeburger of kleine volwassenen gedefinieerd?

Het debat van de dinsdagochtend is een belangrijk moment waarop de kinderen als klein volwassene gezien worden. Zij zullen hun mening moeten formuleren om tot ideeën en eventuele oplossingen te komen. Er zijn ook activiteiten waarin zij meer consumeren, paspoort maken bijvoorbeeld maar dit gaat gepaard met een bepaalde context waardoor de kinderen toch weer in de gelegenheid zijn om daarover na te denken en zich bewust te worden.

2. Zijn er mogelijkheden aanwezig voor kinderen om te participeren in de planning, besluitvorming of constructie van het onderwijsleerproces?

In principe staat de driedaagse redelijk vast, het programma is vrij strak opgezet. We hebben er bewust voor gekozen om een aantal kwartiertjes open te laten zodat deze of besteed kunnen worden aan nieuwe activiteiten of om de organisatie soepeler te laten verlopen. Wij geven zelf voorkeur aan het eerste omdat kinderen inventief zijn en zeker met nieuwe ideeën en initiatieven zal komen. Het is daarbij van groot belang dat de leerkracht deze ideeën aanvoelt en verder met de kinderen uitwerkt!

3. Zijn er keuzemogelijkheden voor kinderen ingebouwd en is de nee-optie (ik wil even niet meedoen) mogelijk.

Die mogelijkheid is er altijd. Wij vertrouwen erop dat de desbetreffende begeleider van een onderdeel daar adequaat en verantwoordelijk mee omgaat.

4. Wordt in het materiaal ook de persoonlijke beleving van de kinderen gethematiseerd?

Absoluut, wanneer we kijken naar de tekenopdracht omtrent familie of het presenteren van je eigen hobby, komt hun eigen beleving duidelijk terug.

5. Zijn er mogelijkheden om ook buiten de eigen persoonlijke en lokale ervaringswereld te treden en interculturele aspecten te betrekken?

Zoals we al eerder aangaven: multiculturaliteit loopt als rode draad door de driedaagse heen omdat de kinderen zullen gaan vergelijken. Bij een aantal onderdelen komt dat duidelijker naar voren dan bij anderen. Op momenten dat dat niet zo is heeft de begeleider de ruimte om daarover te vragen.
Activiteitenomschrijving

Een aantal opmerkingen vooraf

De activiteiten zijn door verschillende groepen opgezet. We hebben een aantal uniformen aangebracht om tot een overzichtelijk geheel te komen. Dat wil niet zeggen dat er verschillen zijn in inhoudelijke omschrijving en uitwerking.

Met hoeveel kinderen de activiteit uitgevoerd kan worden hangt af van de activiteit. De klassikale activiteiten zijn ook uitvoerbaar in kleinere groepjes maar dat geldt niet voor alle caroussel-activiteiten. Daar moet de uitvoerende docent rekening mee houden!

De opzet van de activiteitenomschrijving is als volgt:

§ Iedere omschrijving begint met het recht waar de activiteit over gaat, vervolgens staat de concrete activiteit omschreven.

§ Duur van de activiteit We hebben een globale schatting gegeven van de duur van een activiteit. Zij kan altijd verkort worden of uitlopen. Het is aan de desbetreffende begeleider om te bekijken hoe lang de onderdelen binnen de activiteiten duren (m.u.v. middagspel van een uur). Er is dus geen exact aantal minuten aangegeven per deelactiviteit. Wij hebben hier bewust voor gekozen omdat we van mening zijn dat een leerkracht zelf wel kan inschatten hoe lang de deelactiviteiten mogen duren. Daarnaast willen we de leerkracht de vrijheid geven om bepaalde accenten binnen de activiteiten te leggen naar eigen inzicht.

§ Doelen van de activiteit We hebben klassikaal besproken waar de activiteit over moet gaan (één van de rechten) en in welke werkvorm. De doelomschrijving is in het algemeen dat we de kinderen bewust willen maken van de rechten die ze hebben. Dat wil niet zeggen dat alle activiteiten zich daar precies op richten. Niet alles hoeft naar onze mening moraliserend te zijn. Ook komen de rechten niet bij iedere activiteit expliciet aan de orde.

§ Benodigdheden Voor iedere activiteit gelden andere benodigdheden uiteraard. De begeleider moet er opletten dat alles goed is voorbereid zodat de organisatie soepel verloopt. Sommige activiteiten kunnen de kinderen zelfstandig uitvoeren. Het zou zonde zijn dat een begeleider van een andere activiteit gestoord moet worden omdat de organisatie van de zelfstandige groep niet goed is voorbereid.


§ Verloop van de activiteit We hebben al aangegeven dat de duur van activiteit globaal is aangegeven en dat de begeleider daarmee kan spelen. Dit geldt niet alleen voor de duur van de activiteit maar ook voor de deelactiviteiten. Differentiatie, verdieping, het is allemaal mogelijk met de eigen creativiteit van de leerkracht (en de kinderen!)

§ Opmerkingen Onder dit kopje vallen zaken die bij de andere kopjes niet bedoeld worden.

§ We sluiten de activiteitomschrijving telkens met een concretere omschrijving van het desbetreffende recht. We hebben deze informatie gevonden op verschillende websites o.a: www.kinderrechten.nl, www.kinderbescherming.nl, www.defenceforchildren.nl.

§ De tekeningen zijn gemaakt door één van onze studenten: Stijn Ruyzenaars.
Dagindeling

Dag 1

Maandagochtend
Opening Verhaal + kring 9.00 - 9.30

Caroussel 1* Paspoort maken 9.45 - 10.45
Schilderen 11.00 - 12.00
Video/schrijfopdracht

Maandagmiddag
Vervolg *
Caroussel 1 Paspoort maken
Schilderen
Video/schrijfopdracht 13.00 - 14.00

Gym "beleef" activiteit 14.15 - 15.15

* 's Ochtends worden twee caroussel activiteiten gedaan en 's middags één.

Dag 2

Dinsdagochtend
Debat Met gastspreker 9.00 - 10.30

Caroussel 2 Website 10.45 - 11.15
Brood bakken 11.30 - 12.00
Hobby spelletjes
Boek + kring

Dinsdagmiddag
Vervolg*
Caroussel 2 Website
Brood bakken
Hobby spelletjes 13.00 - 13.30
Boek + kring 13.45 - 14.15

Spelletjes "kinderarbeid" 14.15 - 15.15

* 's Ochtends worden twee caroussel activiteiten gedaan en 's middags twee.

Dag 3

Woensdagochtend

Viering 9.00 - 11.00
Opening

Introductie van het project

Duur van de activiteit
± ½ uur

Doelen van de activiteit
· De kinderen weten dat er ook armoede is in Nederland
· De kinderen weten dat er rechten zijn voor kinderen en kunnen er enkele noemen.
· De kinderen onderkennen het voorrecht of het onrecht waarin zij leven.
· De kinderen raken in de sfeer van het project en worden hierdoor geboeid.

Benodigdheden
· Het volgende verhaal.
· Poster (zit achter verhaal)

Verloop van de activiteit
De kinderen luisteren naar het verhaal en na afloop zal er een vraaggesprek plaatsvinden met de kinderen over de kinderrechten. Welke er zijn, welke in het verhaal voorkomen en wat zij er aan zouden kunnen doen. Gemakkelijk zal dan de beginsituatie af te leiden zijn uit de antwoorden van de kinderen, hoeveel zij al weten en waar hun interesse ligt en hoe zij denken over bepaalde dingen in hun omgeving.
Na dit vraaggesprek kunt de poster erbij pakken en alle kinderrechten alvast nalopen.



Het verhaal
Het is een koude dag in December. De gure wind blaast de regen in de gezichten van Ricky en Ellie. Ellie is de oudere zus van Ricky. Met chagrijnige gezichten lopen zij langs de lage flatjes en kleine huisjes uit de het begin van de vorige eeuw. Zo slenteren zij langzaam naar school, waar Ricky in groep7 en Ellie in groep8 zit. Erg veel zin hebben ze niet in school, weer zo'n dag waarin ze gepest zullen worden. Gelukkig was de wekker vanochtend wel op tijd afgegaan en hadden ze deze gehoord en kunnen ze op tijd op school zijn. Gegeten hebben ze nog niet, want er was geen brood meer in huis. Dat zijn ze ondertussen wel gewent, want het was al de derde keer deze week dat er geen eten meer in huis was, laat staan dat er een ontbijt voor hun klaar stond. En ook was het niet alleen deze week. Doodmoe lopen ze door, want vannacht hebben ze lang in het stapelbed in hun kleine kamertje geluisterd naar de ruzie tussen papa en mama. Pas om kwart voor vier was het geschreeuw van papa en het gekrijs van mama opgehouden. Vanochtend hadden ze mama op de oude bank zien liggen slapen, tussen de troep van gister en met een washandje op haar linkeroog. Die zal vanmiddag wel niet op school komen voor het gesprek met meester Jan, het hoofd van de school waarop zij zitten. Gister was het weer raak geweest. Ellie was door een stel meisjes gepest om haar oude kleren. Net zo lang tot ze één van de meisjes aan de haren wilde trekken, zo hard dat ze de haren in haar hand had. Maar ze had niet alleen de haren uitgetrokken, toen in het speelkwartier. Maar ze had ook per ongeluk de oorbel tegelijkertijd uit haar oor gescheurd. Eerst was ze hier van geschrokken, want het bloedde vreselijk. Veel tijd had ze hier niet voor, want de andere meisjes sloegen er al snel op los. Ricky had het allemaal op een afstandje in zijn ééntje staan volgen en toen de eerste klappen vielen stond hij er ook gelijk tussen, als een idioot met zijn armen om zich heen slaand. Ricky nam het altijd op voor zijn zus, ook al waren de andere kinderen groter en met meer dan hijzelf. De enige waar hij echt mee kan praten is zijn zus. Het duurde dan ook niet lang voor hij een paar rake klappen had gegeven. Maar toen waren de van groep8 gekomen en hadden hem finaal in elkaar geslagen, als meester Jan er niet woedend was tussen gesprongen en hun naar binnen hadden gesleurd. De andere kinderen lachend achter zich latend op het schoolplein, zelfs het meisje van de oorbel kon hierom een beetje lachen. Ricky's en Ellies kleren zagen er nu helemaal niet meer uit, ze waren vies en er zaten zelfs een paar scheuren in. Hoe zouden ze dit nu weer thuis moeten uitleggen. Geld voor nieuwe kleren was er niet en papa en mama zouden ook niet blij zijn als ze hoorden dat er weer door gevochten was. Het meest bang waren ze nog voor papa. Mama zou ze wel een paar harde klappen geven om het gebeurde, maar papa kon er ook zo kwaad bij kijken. Pijn gaat wel weer over, maar de blik in papa ogen en de dingen die hij dan zei waren veel erger en bleven langer in hun gedachten hangen. Van meester Jan moesten ze maar weer eens een aantal bladzijden van het woordenboek overschrijven, Ricky was al bij de O, terwijl hij toch echt voorin was begonnen. Ellie was wat minder ver, maar had haar woorden schat ook al aardig kunnen uitbreiden. Meester Jan zei boos dat hij hun ouders hierover zou bellen en dat ze maar weer eens op school moesten komen om erover te praten. Ricky en Ellie vonden dit eigenlijk wel fijn, dan konden hun ouders wat bijkomen van het feit dat ze weer hadden gevochten, dan zou de ruzie wel mee kunnen vallen. Toen ze thuiskwamen viel het eigenlijk ook wel mee, alleen een paar opmerkingen van; "was het weer raak op school?" van mama en "Heb je ze goed hard geraakt?" van papa, tot ze de kleren zagen. Toen was het gedaan met de "pret". Papa was op gestaan en had ze zonder eten naar bed gestuurd, nadat hij ze een paar flinke klappen had verkocht en de grond in had gescholden. Mama had nog geprobeerd de boel wat te sussen, maar was toen zelf de dupe geworden, tot diep in de nacht dus. Nu liepen ze zwijgend, langzaam naar school, met pijn nog in hun rug waar papa hun gister zo hard had geslagen en bang voor wat vandaag weer komen zou. De dag was in ieder geval "goed" begonnen zonder eten. Zeiknat en koud liepen de kinderen de straat van hun school in, om even later diepzuchtend toch maar het schoolplein op te stappen.

Vragen die eventueel gesteld kunnen worden na afloop van het verhaal.
· Wat gebeurt er in het verhaal?B
· Hoe zouden jullie je voelen als net als Ellie en Ricky was?
· Wat vinden jullie van de reactie van Ellie en Ricky?
· Hebben Ellie en Ricky schuld aan hun gedrag?
· Hoe gaat het bij jullie thuis gaat het anders en wat is er dan anders?
· Vind je dat Ellie en Ricky daar ook recht op hebben?
· Wat zijn rechten?
· Hebben alle kinderen rechten?
· Welke rechten hebben kinderen dan volgens jullie? Zijn deze over de hele wereld het zelfde?

Nu kunt u de rechten van het kind erbij halen, deze staan op de poster vermeld. U kunt de rechten nog even bespreken, voor u verder gaat met de andere activiteiten.

Opmerkingen
Is er genoeg tijd voor of komt de boodschap niet over, dan kunt u de film Siske de Rat kijken met de groep.

"Alle kinderen hebben dezelfde waarde en daarom hebben alle kinderen dus ook dezelfde rechten. Ook al ben je anders dan een ander, toch ben je net zoveel waard als die ander. Hierdoor kun je jezelf zijn. Arm of rijk, gabber of punker, dik of dun, slim of dom, meisje of jongen, blank of zwart, allochtoon of autochtoon, met of zonder bril: alle kinderen zijn voor de wet gelijk!"
Deze lesens zijn ingeleverd door Lotte van Kempen PABO Nijmegen. Tevens heeft groep 3A een prijs gewonnen voor deze lessencyclus.
1. Het recht op een naam en nationaliteit

Eigen paspoort maken

Duur van de activiteit
1 uur

Doelen van de activiteit
De kinderen kunnen verwoorden wat een paspoort is, waar deze voor dient, wat er in staat en hoe deze eruit ziet.
De kinderen weten zelf hun persoonlijke kenmerken of kunnen hier zelfstandig achterkomen d.m.v bepaalde hulpmiddelen.
De kinderen kunnen samenwerken als dit nodig is en netjes aan elkaar om hulp vragen.
De kinderen kunnen zelf een eigen paspoort maken.

Benodigdheden
Gekleurd A4 karton
Scharen en lijm
Pennen en potloden
De inhoud van het paspoort (getypt)
Spiegel, meetlat, weegschaal.

Verloop van de activiteit
Als eerste volgt er een gesprekje met de kinderen over wat een paspoort is en wat hier in staat. De kinderen moeten zelf met de antwoorden komen. En anders maken we gebruik van de responsieve instructie om de antwoorden toch vanuit de kinderen te laten komen. Bij dit gesprek wordt er ook gebruik gemaakt van echt paspoort (of kopie) als voorbeeld. De kinderen weten na dit gesprek wat een paspoort is, waar deze voor dient en wat er allemaal in staat. Nu gaan ze zelf een paspoort maken. Alleen wordt deze een beetje anders dan het echte paspoort, er komt namelijk veel meer over het kind persoonlijk op te staan, als extra informatie. Natuurlijk heeft de leerkracht zelf ook zo'n paspoort gemaakt en ook deze wordt besproken met de kinderen. Dan gaan de kinderen zelf aan de slag. De kinderen vouwen het karton, tekenen zichzelf op de voorkant met hun naam eronder. Ze knippen de inhoud van het paspoort uit, vullen deze in en plakken het op. De materialen worden aan de leerlingen gegeven en zij gaan daar zelfstandig mee aan de gang. Voor sommige persoonlijke kenmerken kunnen zij met behulp van hulpmiddelen een antwoord vinden, zoals een meetlat, spiegel en weegschaal. De kinderen helpen elkaar als dat nodig is. Ze vragen elkaar dan netjes om hulp, bijvoorbeeld bij het meten van je lengte.
Als de paspoorten klaar zijn, worden deze in de klas opgehangen of ergens neergezet.

Persoonkenmerken die in het paspoort opgenomen kunnen worden:
  • Achternaam
  • Naam
  • Nationaliteit
  • Geboortedatum
  • Geboorteplaats
  • Woonplaats
  • Geslacht en lengte
  • Instantie
  • Afgiftedatum
  • Geldig tot
  • Persoonlijk nummer
  • Gewicht
  • Kleur ogen
  • Kleur haar
  • Schoenmaat
  • Broers/zussen
  • School
  • Lekkerste eten
  • Mooiste film
  • Mooiste boek
  • Mooiste kleur
  • Wens
2. Het recht om op te groeien bij familie

Tekenen over eigen familie

Duur van de activiteit
1uur

Doelen van de activiteit
We willen dat de kinderen aan het einde van de les het gevoel hebben gekregen dat ze familieleden hebben en dat ze heel belangrijk zijn in hun leven, vooral de ouders.

Benodigdheden
Een grote vel papier, verf, kleurpotloden, potloden, gum, groene A-4 papier, scharen, lijm.

Verloop van de activiteit
Als inleiding houden we een korte kringgesprek over de families.
Vragen die gesteld kunnen worden: welke familieleden heeft ieder van ons, kunnen wij zonder hun leven, hoe zou het kunnen zijn als ze b.v. allemaal niet meer zijn( hou rekening met de kinderen die geen familie hebben, vluchtelingen bijvoorbeeld. Als er allochtone kinderen zijn in de klas, kan men naar het verschil vragen tussen de Nederlandse en hun families, b.v. in de Marokkaanse gemeenschap is het vaak zo, dat opa`s en oma`s met hun getrouwde zoons of dochters gaan wonen en dat heb je hier niet…er kunnen nog veel meer vragen gesteld worden, maar we moeten niet vergeten dat het maar kort moet zijn.B Daarna leg je de opdracht uit, de eerste groep kinderen gaat een boom schilderen op een groot vel wit papier. De volgende groepen gaan tekenen, ieder kind krijgt een groen A-4 papier in een vorm van een boomblad, waar een boom erop getekend met takken en bladeren eraan.
De bedoeling is dat kinderen in die bladeren binnen het grote groene blad, hun familieleden, ouders, broertjes…gaan tekenen en kleuren. Als ze daarmee klaar zijn moeten ze die aan de takken van die grote geschilderde boom gaan plakken.
Er moet goed op de organisatie gelet worden, dat alle materialen klaar moeten zijn voor de les….



"In het heelal zijn miljoenen sterren en planeten. Zij hebben niemand nodig die voor hen zorgt. Kinderen hebben dat wel. Ook als je geen ouders meer hebt moet er toch goed voor je gezorgd worden. Het fijnste is als je bij familie terecht kunt, of mensen die je goed kennen. Als dat niet kan moet je opgevangen kunnen worden in een tehuis of in een pleeggezin."
3. Het recht op onderwijs

Video bekijken en een brief schrijven

Duur van de activiteit
1 uur

Doelen van de activiteit
- kinderen worden bewust van het feit dat zij relatief goed onderwijs krijgen
- ze zien dat dit niet vanzelfsprekend is
- ze zien aan de hand aan concreet videomateriaal hoe kinderen van hun eigen leeftijd geconfronteerd worden met onderwijs of liever het gebrek eraan

Benodigdheden
Videoband 'Schoffies van Bogotá'
Pen en papier
Enveloppen

Verloop van de activiteit
De leerkracht leidt de activiteit in met een kort klassengesprek. Hierin worden vragen gesteld als: hoe denken jullie dat kinderen in andere landen naar school gaan, gaan ze eigenlijk allemaal naar school en waarom wel of waarom niet, hoe zien die scholen eruit. Een uitkomst van het gesprek zou kunnen zijn dat kinderen vaak andere verplichtingen hebben ( werk, familie onderhouden, armoede) en dat naar school gaan voor veel kinderen een luxe is. Ook moet erop gewezen worden dat kinderen in derde wereld landen vaak ook wel naar school gaan en dat die scholen er anders uitzien maar toch goed onderwijs kunnen bieden.

Met de hele klas wordt de videoband 'Schoffies van Bogotá' bekeken.
Deze wordt kort nabesproken, wat viel de kinderen op?

Dan wordt overgegaan op de verwerkingsactiviteit. De kinderen gaan een brief schrijven naar een van de jongens op de video. Het onderwerp van de brief is hun eigen school. Ze vertellen daarin uitvoerig hoe de school eruit ziet, wie erop zitten. Ze vertellen over hun klasgenootjes en leerkrachten. Ook beschrijven ze de lessen die ze krijgen, de verschillende vakgebieden en het materiaal wat ze daarvoor gebruiken. Maar er komt nog meer bij naar school gaan kijken; hoe ziet een gemiddelde schooldag eruit, hoe gaan ze naar school, wat zijn er voor buitenschoolse activiteiten, hoe vaak hebben ze vakantie?

De brief kan nog opgefleurd worden en in een envelop gedaan. Duidelijk wordt gemaakt dat de brieven niet verstuurd kunnen worden omdat de jongens van de video onbekend zijn. De brieven worden in een klapper gedaan zodat de kinderen elkaars producten kunnen bekijken.



"Op school leer je belangrijke dingen als lezen, rekenen en schrijven. Als je dat allemaal niet leert kunnen mensen je gemakkelijk voor de gek houden. Ook is het moeilijk leuk werk te vinden wanneer je later groot bent. In de wereld gaan ongeveer 125 miljoen kinderen niet naar school omdat ze bijvoorbeeld geen geld hebben. Toch hebben deze kinderen ook recht op onderwijs. Alle kinderen op de wereld moeten naar school kunnen."
4. Het recht op bijzondere zorg voor gehandicapte kinderen

Gym "beleef"- activiteit

Duur van de activiteit
1 uur
( 5 min. omkleden, 10 min. inleiding (=1), 40 min. circuit (=2) en 5 min. opruimen. Evt. korte nabespreking in de klas)

Doelen van de activiteit
In deze les gaat het niet zozeer om het goed uitvoeren van de oefeningen. Het beter leren bewegen staat niet centraal. Het belangrijkste in deze les is het dat de kinderen ervaren hoe het is om te moeten bewegen en om te gaan met een handicap. Het inleven en beleven staat centraal.

- De kinderen kunnen eigen ervaringen m.b.t. handicaps verwoorden.
- De kinderen in de klas kunnen elkaar vertrouwen met de activiteiten (basis is een veilige sfeer in de klas.)
- De kinderen proberen zich zo eerlijk mogelijk in te leven in het hebben van een handicap.
- De kinderen krijgen het besef hoe het is om te leven met een handicap.
- De kinderen ondervinden de aanpassingen die nodig zijn om goed om te kunnen gaan met een handicap.B - De kinderen kunnen zich voorstellen hoe belangrijk het is om hulp en voorzieningen te krijgen bij het hebben van een handicap.

Benodigdheden
- 2 rolstoelen
- 2 paar krukken
- 8 paar klossen
- basket omlaag
- basketbal
- 16 pylonnen
- 2 kasten
- 2 lange matten
- 2 touwen
- 2 stokken
- 16 blokjes
- enkele grote attributen zoals een bok etc.

Verloop van de activiteit
(1) - Algemene mondelinge inleiding op de gymles zodat de kinderen weten wat hen het komende uur te wachten staat. Er vindt een kort gesprekje plaats over allerlei soorten handicaps die kinderen kunnen hebben. Het gesprek moet leiden naar de zorg en aandacht die deze gehandicapte kinderen nodig hebben en naar speciale voorzieningen voor gehandicapten om zelfstandig aan het sociale leven deel te kunnen nemen.
Het moet de kinderen duidelijk worden dat vooral gehandicapte kinderen meer dan anderen, veelal erg afhankelijk zijn van andere mensen bij voor ons 'normale' dingen als bijvoorbeeld naar de wc gaan en dat dat ook betekent dat gehandicapte kinderen volledig op hun verzorgers moeten kunnen vertrouwen. Dat is een noodzaak en dat is best moeilijk voor te stellen als je dat niet zo gewend bent. Vanuit deze gedachte start de eerste activiteit.

Gezamenlijk vertrouwensspel
De leerkracht vraagt een kind naar voren om de activiteit samen voor te doen.
Kind gaat met de rug voor de leerkracht staan. Het kind doet de ogen dicht. Wanneer de leerkracht "ja" zegt, mag het kind achterover vallen. De leerkracht staat klaar om het kind op te vangen. Het kind moet wel zo stijf als een plank achterover vallen.
Er worden nu tweetallen gemaakt die de activiteit zelfstandig uit gaan voeren. Er wordt steeds van rol (vanger/ valler) gewisseld.
Na een aantal keren worden er drie groepen gevormd. Per groep gaan de kinderen in een kring dicht tegen elkaar aan staan (schouder aan schouder zonder openingen). Een persoon staat in het midden van de kring met de ogen dicht. Wanneer de groep "ja" zegt, wordt de middelste persoon de speelpop van de groep. De persoon laat zich als een plank heen en weer duwen door de groep. Er mag een aantal keren gewisseld worden.
De basis is nu gelegd. Nu volgt de uitleg van het circuit (2).
De leerkracht doet eventueel activiteiten met een kind voor. De groep wordt in vier groepjes verdeeld.

Rolstoelparcours:
Kinderen mogen eerst het rijden in een rolstoel verkennen. Daarna wordt het parcours verkend. De kinderen slalommen in de rolstoel tussen de pylonnen door en gooien hun basketbal die zij onderweg meenemen, uiteindelijk in de basket. Wanneer iedereen verkend heeft, mogen er twee kinderen tegen elkaar strijden wie het eerst de bal in de basket heeft.

Krukken lopen / klossen lopen:
De kinderen mogen het lopen met de krukken verkennen evenals het lopen met een of twee klossen. Daarna verkennen zij hiermee het parcours door langs en over alle obstakels te lopen. Dit alles natuurlijk op een been. Wanneer dit goed gaat, mogen er twee kinderen het tegen elkaar opnemen.

Blindenmannetje (vertrouwensspel):
Er is een parcours uitgezet met allerlei obstakels. De kinderen werken eerst in tweetallen samen. Een kind houdt de ogen dicht en probeert het parcours te lopen zonder ergens tegenaan te botsen. Hierbij heeft die persoon nog hulp doordat de ander deze mondelinge aanwijzingen mag geven. Ook mag de 'blinde' de stok gebruiken. Wanneer alle kinderen geweest zijn, proberen zij het parcours alleen met de stok af te leggen.

Ongelukstikkertje:
De kinderen kiezen een tikker. De andere kinderen proberen niet getikt te worden. Er zijn geen vrijplaatsen. De tikker probeert een loper op een lastige plek te tikken. Wanneer dit lukt, wordt deze loper tikker. De nieuwe tikker houdt een hand op de plek waar deze getikt is. Het kan dus heel lastig worden om een ander te tikken. Wanneer het te lang duurt mag de tikker op eigen initiatief wisselen.

Opmerkingen
- De kinderen hoeven voor deze les alleen de gymschoenen aan te doen, vandaar korte omkleedtijd.
- De leerkracht heeft een sturende rol in het inleidende gesprek en in de uitleg van de activiteiten maar voor het verdere verloop wordt de verantwoording bij de kinderen gelegd. Zij hebben zelf de zorg voor een goed verloop van de activiteiten; goede en eerlijke beurtverdeling. De leerkracht helpt wanneer nodig.
- De leerkracht geeft telkens ongeveer na 10 minuten aan dat de groepjes van activiteit mogen wisselen.
- Nogmaals benadrukken we dat het in deze les gaat om het beleven en inleven van de kinderen in de situatie en niet om de uitvoering van de oefeningen zelf.
- We gaan er vanuit dat de spullen al klaar staan in de gymzaal. Het opruimen gebeurt wel in de les.

"Wanneer je naar de Olympische Spelen kijkt, denk je dat alle mensen zonder problemen kunnen springen, rennen, en zwemmen. Dat is niet zo. Kinderen die bijvoorbeeld verlamd zijn, kunnen alleen maar sporten met speciale hulp. Kinderen mogen zo min mogelijk last hebben van hun handicap. Daar moet iedereen zijn best voor doen."

"Voor kinderen met een handicap zijn twee punten van belang:
· Zij moeten zoveel mogelijk gebruik kunnen maken van de algemene voorzieningen die er voor alle kinderen zijn.
· Zij moeten, daar waar het nodig is, gebruik kunnen maken van speciale voorzieningen."
5. Het recht op een eerlijk proces

Een debat

Duur van de activiteit
ongeveer 1 ½ uur

Doelen van de activiteit
We willen het kind in aanraking laten komen met het kinderrecht: kinderen hebben recht op een eerlijk proces als ze de wet overtreden.
We willen de kinderen in laten zien hoe moeilijk het is om rechter te zijn en een oordeel te moeten vellen over een bepaalde situatie.
We willen door middel van de gastspreker duidelijk maken aan de kinderen waarom het zo belangrijk is dat kinderen een eerlijk proces krijgen.
We willen dat de kinderen zich inleven in de situatie waarin het kind zich bevindt.
We willen dat de kinderen hun mening geven over de situatie en nadenken over een passende oplossing.
We willen dat de kinderen inzien dat er verschillende meningen over situaties kunnen ontstaan.
We willen dat de kinderen de meningen van anderen respecteren, wat niet weghaalt dat de kinderen wel over een mening kunnen discussiëren.

Benodigdheden
Een lijst met voor de kinderen realistische situaties
Verder is het van belang dat we op tijd een gastspreker uit hebben genodigd. We denken aan een kinderrechter. Aangezien er in onze regio weinig kinderrechters te vinden zijn hebben we ook een alternatief. We denken nu aan een medewerker van de Kinder- en Jongerenrechtswinkel aan de Sint Annastraat te Nijmegen. We denken dat deze personen ons het meeste kunnen vertellen over het rechtssysteem voor kinderen en de mogelijkheden die kinderen hierbinnen hebben.

Het is prettig als de kinderen in een kring of hoefijzeropstelling komen te zitten. Hierdoor kan kunnen de kinderen elkaar allemaal goed zien tijdens het debat. Dit is van belang voor een goed verloop van het debat en voor de aandacht van de kinderen bij deze activiteit.

Verloop van de activiteit
We hebben onze gastspreker uitgenodigd om de kinderen, voorafgaande aan het debat, in te lichten over de inhoud van ons nieuwe kinderrecht. Welke mogelijkheden heeft een kind dat de wet overtreden heeft. Hoe gaat zo'n proces in zijn werk en wat is de functie van onze gastspreker binnen dit kinderrecht.
Wanneer de gastspreker uitgesproken is geven we de kinderen de ruimte om vragen te stellen aan de gastspreker. We stimuleren de kinderen hierbij door zelf ook vragen te stellen en de kinderen te vertellen dat ze alle informatie die ze hierbij opdoen kunnen gebruiken bij wat er hierna komen gaat.
Als de kinderen geen vragen meer hebben gaan we beginnen met debatteren. De kinderen krijgen van de leerkracht een situatie aangeboden. Het is de bedoeling dat de kinderen hun mening geven over de situatie en dat ze op elkaars meningen reageren.
De leerkracht helpt de kinderen op weg wanneer ze niet tot een debat komen. Wanneer er geen nieuwe argumenten of meningen meer komen brengt de leerkracht een nieuwe situatie in. De gastspreker blijft ook bij dit debatteren aanwezig en zal ook proberen uit te leggen hoe hij de situatie aan gaat pakken.
Na afloop wordt nagepraat over de activiteit. We zijn benieuwd naar wat de kinderen van de activiteit vonden en wat ze nu geleerd hebben.

De situaties zijn:
Simon is een jongen van 9 jaar. Hij staat in een winkel te kijken naar de spullen die er in die winkel te koop zijn. Nu ziet hij een lekkere zak snoep liggen die hij niet kan betalen. Hij besluit de zak in zijn jas te stoppen. Hij loopt naar buiten. Eenmaal buiten komt er een man in uniform naar hem toe. Hij moet zijn zakken leeg maken. Natuurlijk komt daar de zak met die lekkere snoep ook tevoorschijn. "Shit," denkt Simon, "Nu ben ik erbij."
Wat vind je van deze situatie en wat vind jij dat de rechter met Simon moet doen?

Hamit is een jongen van 7 jaar. Hij is in dezelfde winkel geweest als simon. Ook hij is betrapt op diefstal. Hamit had namelijk een brood gestolen. Bij navraag bleek nu dat Hamit dit brood niet had gestolen omdat hij het zo lekker vond, maar omdat hij het moest van zijn moeder. Het bleek namelijk dat de moeder van Hamit ernstig ziek was. Zonder voedsel zou ze overlijden.
Wat vind je van deze situatie en wat vind jij dat er nu aan deze situatie gedaan moet worden?

Bij een arrestatie worden een aantal jongeren opgepakt. Het blijkt te gaan om 2 Nederlandse kinderen. Ze waren opgepakt omdat ze een Marokkaanse kind in elkaar sloegen. Bij het verhoor komt er naar voren dat deze kinderen in opdracht van hun vader dit Marokkaanse kind in elkaar sloegen. Ze moesten dit doen omdat hun vader een hekel had aan de buitenlanders in de wijk.
Wat vind je van deze situatie en hoe zou je dit probleem aanpakken?

"Als een jeugdige van een strafbaar feit wordt verdacht, is dat voor de omgeving vaak een grote schok. Hoe hierop door politie en Justitie wordt gereageerd hangt onder meer af van de ernst van het vergrijp. Kinderen van twaalf tot 18 jaar vallen onder het jeugdstrafrecht. Kinderen tot twaalf jaar kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd. In bepaalde gevallen kan het jeugdstrafrecht ook gelden voor jongeren van 18 tot 21 jaar. Het gaat dan om jongeren waarvan de rechter vindt dat zij verstandelijk of emotioneel niet voldoende zijn ontwikkeld. Bij zeer ernstige misdrijven is het ook mogelijk dat de rechter jongeren van 16 tot 18 jaar volgens het volwassenenstrafrecht veroordeelt. De rechter kan dit doen als hij vindt dat de jongere gezien zijn leeftijd dermate 'volwassen' is, dat hij niet meer volgens het jeugdstrafrecht moet worden veroordeeld." "Als kinderen iets fout doen, moet worden geprobeerd hen zoveel mogelijk buiten de strafrechtelijke procedures te houden. En ze moeten altijd een eerlijk proces krijgen als zij de wet hebben overtreden."
6. Het recht op eigen mening en informatie verzamelen

Website 'Ken je rechten'

Duur van de activiteit
½ uur

Doelen van de activiteit
· Kinderen worden geïnformeerd over hun rechten;
· Kinderen kunnen zich laten informeren over de tien, voor kinderen, belangrijkste kinderrechten;
· Kinderen kunnen hun mening geven op stellingen;
· Kinderen leren werken met de technische snufjes van het internet, zoals surfen, hyperlinks aanklikken e.d.;
· Kinderen leren binnen een groepje samen te werken;
· Kinderen bewust laten worden van in hoeverre kinderrechten in verschillende landen nageleefd worden;
· Kinderen verwerven informatie over kinderarbeid op een speelse manier;
· Kinderen kunnen rekening houden met de ander en leren open te staan voor de opvattingen van anderen;
· Kinderen ontwikkelen een zelfbewuste houding;
· Kinderen ontdekken dat er verschillen zijn in de naleving van de rechten van het kind;
· Kinderen kunnen netjes binnen de lijnen van de kleurplaat kleuren.

Benodigdheden
Kinderen loggen in op www.kenjerechten.nl. Ze gaan de website zelfstandig verkennen. Wanneer zij kleurplaten willen uitprinten, is een printer noodzakelijk.

Verloop van de activiteit
De volgende hyperlinks zijn te vinden op de website:

§ Intropagina
Hierop is te lezen hoe de site heet en wat de site te bieden heeft.

§ Een infogedeelte
Dit gedeelte informeert kinderen over hun tien belangrijkste rechten.

§ 'Het recht om je mening te geven en informatie te verzamelen'
Kinderen kunnen hier reageren op stellingen.

§ 'Wist je dat…'
Feiten (cijfers) met betrekking tot kinderrechten en alles wat daarmee samenhangt. Bijvoorbeeld: Wist je dat er ieder jaar 80.000 kinderen in Nederland mishandeld worden?

§ Spelletjes
Kinderen kunnen een quiz spelen met betrekking tot kinderarbeid.
Kinderen zoeken bij een recht het goede plaatje.
Kinderen moeten verschillen kunnen benoemen tussen tegengestelde plaatjes. (bijvoorbeeld arm-rijk)

§ Kleurplaten
Kinderen kunnen deze uitprinten en inkleuren.

§ Bedenkers en makers van de site
Hierop is een foto van ons te zien en tevens geven we een korte verantwoording met betrekking tot het bedenken en het maken van deze site.

"Soms ben je het met elkaar eens en soms niet. Sommige kinderen houden van spannende boeken, andere kinderen houden van zielige boeken. Sommige kinderen houden van stoere kleren, andere kinderen houden van nette kleren. Zolang je niemand beledigt mag je zeggen wat jij vindt. Zolang je respect hebt voor iemand anders moet er naar je geluisterd worden."

"Informatie is belangrijk. Zonder informatie weet je niks. Volwassenen moeten zorgen dat jij informatie krijgt die je nodig hebt. Zo kun je een website alleen bekijken als je weet hoe je met de computer moet omgaan. Met je rechten is het net zo. Je moet eerst weten wat je rechten zijn voordat je er iets aan hebt."

"Pas als kinderen goed geïnformeerd zijn en van alle belangrijke informatie op de hoogte zijn, kunnen zij hun mening uiten en participeren. Dat geldt voor alle landen in de wereld. De overheid moet ervoor zorgen dat kinderen over de juiste informatie beschikken. Gelukkig hebben we in Nederland bijvoorbeeld het Jeugdjournaal. Toch hebben de Verenigde Naties de Nederlandse regering al eens op de vingers getikt, omdat het nog veel te weinig eraan doet om belangrijke informatie voor kinderen toegankelijk te maken."
7. Het recht op een veilig en gezond leven

Brood bakken

Duur van de activiteit
½ uur

Doelen van de activiteit
De kinderen kennis te laten maken met een vorm van gezond voedsel. Adhv het zelf brood bakken.

Benodigdheden
Brood: bamboestokken, pak brooddeeg, bak, water 2 eetlepels olijfolie, deegrollers, zoveel als er kinderen in de groep zitten.
Kampvuur: aanmaakhout, lucifers, blokken hout. Een barbecue ijzer kan natuurlijk ook in verband met de veiligheid.

Verloop van de activiteit
Een kort introducerend versje over voeding voorlezen.

Instructies geven voor het brood bakken:
Ieder krijgt een bol brood.
Je pakt een deegroller en maakt de bol tot een platte schijf.
Je pakt een bamboestok, rol hier het deeg omheen.
Als je dit gedaan hebt ga je op de banken om het kampvuur zitten.
De kinderen kunnen beginnen. De begeleider loopt rond en helpt waar nodig.
Als afsluiting verzamelen alle kinderen van het groepje zich om het vuur.
Met elkaar overleg je wat het nut van goed voedsel is.
Wat gebeurt er als je iedere dag friet eet?
Hoe kun je voorkomen dat je ziek wordt?
Doordat de kinderen zelf aangezet worden tot het uiten van hun mening, wordt hun inleving gestimuleerd.

Opmerkingen
Er is een ouder /leerkracht nodig voor het begeleiden van de activiteit, deze maakt vooraf ook het deeg klaar.

"Zoals de aarde niet kan zonder de zon, zo kan een mens niet zonder eten en beweging. Als je gezond wilt leven, moet er genoeg te eten zijn. Je moet weten wat wel en niet goed voor je is. Ook moet er een dokter of medicijnman in de buurt zijn wanneer je toch ziek wordt."
8. Het recht op spel en ontspanning

Eigen hobby's

Duur van de activiteit
½ uur

Doelen van de activiteit
De kinderen worden zich bewust van het recht op ontspanning en spel, door duidelijk de nadruk te leggen op wat zij in hun eigen vrije tijd doen.

Benodigdheden
Meegebrachte spullen van de kinderen zelf die betrekking hebben op hun hobby. Eventueel extra spullen (bijvoorbeeld uit de gymzaal) om een hobby uit te voeren met de rest van de groep.

Verloop van de activiteit
De kinderen hebben spullen meegenomen die betrekking hebben op hun hobby.
Met de groep worden de hobby's besproken. In dit gesprek moet tevens naar voren komen wat een hobby voor de kinderen betekent (ontspanning en spel, sociale contacten, etc.).
Kernvraag: "Waarom is een hobby zo belangrijk?"
Daarna mogen de kinderen hun presentatie houden over hun hobby. Dit kan mondeling, d.m.v. voordoen, of de hele groep kan er actief bij betrokken worden. Bijvoorbeeld een stukje muziek voorspelen of een oefening uit de voetbaltraining met de gehele groep uitvoeren.

Opmerkingen
Het is noodzakelijk de kinderen van tevoren te vragen spullen mee te nemen die betrekking hebben op hun hobby. Ook moeten er met enkele kinderen afspraken gemaakt worden om iets te presenteren.

"Michael Jackson was zeven toen hij begon met zingen. Hij moest heel vaak optreden met zijn oudere broers. Hij had al jong helemaal geen tijd om te spelen. Daar heeft hij later veel problemen meegekregen. Wanneer kinderen niet kunnen spelen worden ze ongelukkig."

"Kinderen moeten tijd hebben om te spelen. En er moeten ongevaarlijk en leuk speelgoed en veilige speelplekken zijn natuurlijk. Voor alle kinderen, dus ook bijvoorbeeld voor de kinderen in arme landen, of voor kinderen met een handicap. "
9. Het recht op bescherming tegen mishandeling en geweld

Boek met kringgesprek

Duur van de activiteit
½ uur

Doelen van de activiteit
Inzicht krijgen in het recht voor een kind: "bescherming tegen kindermishandeling".
Het kunnen inleven in andere personen (zoals moeder, vader en het kind).
Gevoelens kunnen beschrijven/verwoorden vanuit die verschillende standpunten

Benodigdheden
Het boek: "De meester is lief"
Stoeltjes om de kring mee te vormen.

Verloop van de activiteit
De dag voor deze les stond ook al in het teken van de "kinderrechten" dus het verhaal kan in principe een inleiding zijn voor het behandelen van het nieuwe recht "bescherming tegen kindermishandeling". Het verhaal gaat over een jongetje dat wordt mishandeld door zijn vader en uiteindelijk wordt opgesloten in een kast. De rol van de moeder is passief en laat het slaan van haar kind zonder iets te doen gebeuren. Na dit verhaal wordt er een kringgesprek gehouden over de situatie.
In het begin van het kringgesprek stelt de leerkracht vragen die concreet terug komen in het verhaal zoals:
Wat is hier aan de hand?
Wat gebeurt er met Bram?
Wat doet de vader? En zijn moeder?

Daarna worden er meer vragen gesteld over gevoelens/inlevingsvermogen:
Hoe zou het kind zich voelen?
Wat zou zijn moeder denken?
Zou zijn vader nog wel van Bram houden?
Waarom doet zijn moeder niks?
En waarom doet zijn vader juist dit? Wat had zijn vader ook kunnen doen?

Uiteindelijk worden er vragen gesteld over eigen gedrag en eigen gevoelens:
Wat zou jij doen in dit geval?
Zou je dit denk je aan iemand kunnen vertellen?
Heb je iemand die je zo vertrouwt?

Dit kringgesprek moet wel tactisch verlopen, want je weet nooit over er ook kinderen bij zijn die thuis geslagen worden.

"Iedereen maakt wel eens ruzie. Dit kan heel vervelend zijn, maar als het later weer goed gemaakt wordt, is er niks aan de hand. Wanneer je vaak gepest of geslagen wordt, zonder dat het goed gemaakt wordt, moet je in actie komen! Praat tegen mensen die je vertrouwt, thuis of op school. Het is absoluut verboden een kind te mishandelen! Ken je een kind in jouw wijk die veel gepest wordt? Probeer het te helpen!"

"Kinderen mogen seksueel niet misbruikt worden. Want seksueel misbruik schaadt kinderen. Niemand mag een kind commercieel gebruiken voor seks, zoals bij kinderporno of kinderprostitutie. Maar ook seksueel misbruik van een kind door een familielid of een volwassene is fout, zoals bij incest."

"Oorlog wordt altijd veroorzaakt door volwassenen. Kinderen zijn daar helaas de dupe van.Vroeger werden oorlogen vooral tussen legers gevoerd. Tegenwoordig worden tien keer zoveel burgers als soldaten slachtoffer van oorlog. En een groot deel van hen is nog kind. In sommige arme landen zie je dat er kindsoldaten in de oorlog meedoen. In de oorlogen van de rijke landen zie je eigenlijk nooit kindsoldaten. Die oorlogen worden meestal gevoerd met ingewikkeld oorlogstuig waar kinderen geen verstand van hebben. Je kunt zeggen dat kinderen in oorlogen op twee manieren getroffen kunnen worden. Ten eerste omdat ze slachtoffer worden en ten tweede omdat zij als soldaat meedoen. Kinderen moet tegen alle twee beschermd worden."
10. Het recht op bescherming tegen kinderarbeid

Spelletjes m.b.t. kinderarbeid

Duur van de activiteit
1 uur

Doelen van de activiteit
- De kinderen kunnen hun eigen mening verwoorden m.b.t. kinderarbeid.
- De kinderen kunnen binnen hun groepje samenwerken.
- De kinderen krijgen het besef dat 'het naar school gaan' zeker niet standaard en gewoon is voor alle kinderen ter wereld en dat onderwijs eigenlijk helemaal niet vanzelfsprekend is.
- De kinderen ervaren hoe het dagelijkse leven is van een kind dat altijd moet werken en beseffen daardoor dat hierover afspraken gemaakt moeten worden m.b.t. veiligheid en tijdsduur etc.

Benodigdheden
- verschillende lappen voor rokken en hoofddoeken
- 9 emmers
- stenen voor de waterbak
- regenton - poetslappen
- 4 tegels
- borstels
- water
- houten stampers
- 9 schoffels

Verloop van de activiteit
- Inleiding 15 min:
De leerkracht houdt een inleidend gesprekje met de kinderen over kinderarbeid. De kinderen moeten hierdoor beseffen dat er op hetzelfde moment als dat zij daar zitten kinderen van hun eigen leeftijd op andere plaatsen nu aan het werk zijn i.p.v. op school zitten. De kinderen moeten zich er van bewust worden dat die kinderen niet fijn kunnen spelen.
De kinderen moeten beseffen dat zij dat niet voor hun lol doen maar dat dat uit pure noodzaak is om geld te verdienen om te overleven en dat dat werk heel zwaar is, vaak slecht betaald is en ook nog eens gevaarlijk kan zijn en dat dit voorkomen moet worden.
Om te ervaren welk werk kinderen bijvoorbeeld moeten doen, wordt het circuit ingeleid en de activiteiten uitgelegd. Kinderen verkleden zich m.b.v. de doeken.

- Circuit (10 min. keer 4 activiteiten):
Water dragen:
De kinderen krijgen allemaal een emmer. Het water wordt uit de regenton (put) geschept. De kinderen zetten de emmer op hun hoofd ( met hoofddoek) en lopen een afstand naar de waterbak. De kinderen mogen om te beginnen nog twee handen aan de emmer houden maar daarna langzaam aan te proberen om het met een hand en misschien daarna zonder handen te proberen. De kunst is om niet te morsen.

Stampen graan:
De kinderen strooien wat graan op een tegel en malen dit fijn met grote houten stampers of stenen. De kinderen moeten proberen om samen een ritme te vinden zodat het stampen gelijkmatig gaat of dat er een soort liedje ontstaat. Dit werkt prettiger en meer ontspannen.

Schoenen poetsen:
De kinderen poetsen bij elkaar de schoenen m.b.v. borstels en doeken.

Werken op het land:
De kinderen krijgen allemaal een schoffel en gaan de grond bewerken. Ieder doet zijn deel.

Opmerkingen
- Deze activiteit speelt zich buiten af op een grasveld. De materialen staan al klaar voor aanvang van de les. Het inleidende gesprek kan binnen of buiten plaats vinden. Voor het werken op het land, kan de berm gebruikt worden of misschien een schooltuin of een zandbak.
- Om de kinderen zich beter te laten inleven, kunnen de kinderen een hoofddoek omdoen evenals een rok m.b.v. lappen.
- In deze les gaat het wederom om de beleving. De kinderen moeten zich geheel kunnen inleven in de situatie. Wanneer bijvoorbeeld iemand moe is of geen zin meer heeft, moeten de andere kinderen toch blijven aansporen omdat de situatie voor de meeste kinderen die echt moeten werken ook zo is. Zij kunnen ook niet zomaar stoppen.
- De leerkracht heeft vooral een leidende rol bij het gesprekje en bij het aangeven van het wisselen. Tijdens het circuit heeft de leerkracht een begeleidende en observerende rol.
- Het is belangrijk dat de kinderen ook echt samenwerken. De basis hiervoor is dus een veilige en vertrouwde groepssfeer.

"Kinderen die moeten werken onder ongezonde en gevaarlijke omstandigheden moeten geholpen worden. In de wereld werken 250 miljoen kinderen op het land, op straat, in fabrieken of in de huishouding. Zij moeten tijd krijgen om te spelen en naar school te gaan.

"Het recht tegen kinderarbeid beschermt de kinderen. Dat wil zeggen dat kinderen niet mogen worden uitgebuit. Zij mogen niet in gevaarlijke of schadelijke situaties terecht komen. Ze moeten zich goed kunnen ontwikkelen."
Sluiting

Viering

Duur van de activiteit
Ongeveer 2 uur

Doelen van de activiteit
Aan de hand van onderstaande vragen is het de bedoeling om met de kinderen tot verdieping te komen over het onderwerp, en dat de kinderen het thema op zichzelf betrekken.
Het is natuurlijk ook een vorm van afsluiten: een terugblik waarbij de kinderen alles als een geheel gaan zien, en nog eens voor zichzelf bedenken wat deze themadagen voor hen zelf betekenen; zich ervan bewust worden dat de kinderrechten er ook voor hén zijn, en dat zij er ook mogen zijn. Het loslaten van het thema wordt bereikt door de kinderen een ballon te geven waaraan zij een kaartje mogen bevestigen waarop zij de rechten schrijven die zij het belangrijkste vinden. De Rechten van het Kind worden op deze manier "wereldwijd bekend" gemaakt. Bovendien geven de kinderen op deze manier hun mening over de kinderrechten, wat op zich al een recht van kinderen is!


Verloop van de activiteit
Vragen die je kunt gebruiken tijdens het kringgesprek:
1. Wie zou nog kunnen vertellen wat je de afgelopen dagen hebt gedaan?
En welke rechten hoorden bij elke activiteit? (Laat de poster met de kinderrechten erop nog eens zien, of schrijf de rechten op het bord.)
2. Wat vinden de kinderen van het bestaan van deze rechten? Wat hebben ze voor nut?
3. Welke rechten vinden de kinderen het belangrijkst?
4. Zijn er nog rechten waarvan de kinderen vinden dat ze er nog bij zouden moeten?
5. Vinden de kinderen het zinvol dat er op school aandacht aan besteed is?
6. Vinden ze dat het duidelijk naar voren komt op school dat alle rechten verwezenlijkt worden? (Bijvoorbeeld recht op een eigen mening: mogen de kinderen op school voldoende meebeslissen over hetgeen op school aan bod komt…?)

Lied aanleren:

Het volgende lied is speciaal gemaakt voor dit project. Het is de bedoeling om alle rechten nogmaals de revue te laten passeren, de kinderen bewust te maken van het feit dat er nog veel schort aan de naleving van deze rechten en het project af te sluiten, te "vieren". Het lied is aanwezig op bandje, met begeleiding.

Alle kinderen zijn gelijk

Anne is altijd bang in huis
Want soms dan komt haar vader thuis
Hij zegt: "Je bent een last"
en stopt haar in de kast
Als Anne soms iets zegt.
Maar zij heeft toch ook haar recht?

Wij hebben recht op school en spelen, voeding, kleding, een proces, een eigen mening
Recht op hulp, familie, informatie, een geloof en op bescherming
Voor alle kind'ren moet dit gelden,
want wij zijn allen helden,
als je ons maar goed bekijkt.
Want alle kind'ren zijn gelijk.

Peter is geboren in een steeg
Zijn leven voelt toch wel wat leeg
Hij zwerft zo door de straten
Hij kan niet eens goed praten
Ze zeggen: "Hij is slecht",
maar hij heeft toch ook zijn recht?

Wij hebben recht op school en spelen, voeding, kleding, een proces, een eigen mening
Recht op hulp, familie, informatie, een geloof en op bescherming
Voor alle kind'ren moet dit gelden,
want wij zijn allen helden,
als je ons maar goed bekijkt.
Want alle kind'ren zijn gelijk.

Omar hoorde op een avond knallen
En voelde op zijn huis een bom vallen
Hij kwam eruit gekropen, maar
hij kan nu niet meer lopen, hij
vraagt huilend: "Is dit echt?"
Maar hij heeft toch ook zijn recht?

Wij hebben recht op school en spelen, voeding, kleding, een proces, een eigen mening
Recht op hulp, familie, informatie, een geloof en op bescherming
Voor alle kind'ren moet dit gelden,
want wij zijn allen helden,
als je ons maar goed bekijkt.
Want alle kind'ren zijn gelijk.

Wij hebben recht op school en spelen, voeding, kleding, een proces, een eigen mening
Recht op hulp, familie, informatie, een geloof en op bescherming
Voor alle kind'ren moet dit gelden,
want wij zijn allen helden,
als je ons maar goed bekijkt.
Want alle kind'ren zijn gelijk

Ballonnen loslaten

Benodigdheden
ballonnen, kaartjes, pennen (eventueel kleurpotloden) en enveloppen voor ieder kind.

Verloop van de activiteit
1. De leerkracht geeft aan dat het zinvol is om anderen te laten weten dat er kinderrechten zijn. Hij geeft aan dat de kinderen dit mogen doen met ballonnen. "Als we de ballonnen dan in de lucht laten kunnen we anderen laten weten hoe belangrijk we dit vinden"
2. De leerkracht deelt ballonnen uit en legt uit dat de kinderen op een kaartje mogen schrijven welk recht ze het belangrijkste vinden en waarom (eventueel met een tekening daarbij)
3. Ook mogen ze op het kaartje schrijven dat diegene die hem vindt het kaartje terug moet sturen naar school, zodat ze weten wat die persoon van kinderrechten vindt.
4. Ze mogen een envelop maken en als ze willen mogen ze hun naam erbij schrijven. Deze envelop maken ze aan de ballon.
5. Als alle ballonnen klaar zijn, gaan we naar buiten om de ballonnen los te laten.
6. De leerkracht praat nog na met de kinderen over waar ze denken dat de ballonnen terecht gaan komen en het geheel wordt afgesloten.
Deze lessen zijn ingeleverd door Lotte van Kempen PABO Nijmegen. Tevens heeft haar klas 3A Een prijs ontvangen voor deze lessencyclus.


Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.