groep1-2 groep3-4 groep5-6 groep7-8 contact onzeNieuweSite

Taal

Kikkergedichtjes

KIKKER

Een lief en heel dik kikkertje,
zat huilend in het riet.
Hij moest in bad, dat kikkertje,
maar hij wilde niet. 

Zijn moeder riep: "Waar ben jij guit?
Het is zaterdag, het moet."
Ze trok zijn groene jasje uit
en waste hem eens goed. 

Al gauw waren zijn tranen weg
en het zonnetje scheen blij.
Toen riepen alle vissen: "Zeg,
wat prachtig schoon ben jij!"



DE KIKKERTJES

De kikkertjes hebben kou gevat.
Nu zitten ze op een lelieblad
te drogen in de zon,
met wollen sjaaltjes om. 

Hatsjie, hatsjoe, hatsjie, hatsjoe,
waar moet dat naar toe?
Neem eens een hapje eendenkroos
met een snufje peper. 

Drie maal daags een lepel vol,
dan ben je zo weer beter.



TWEE KIKKERS

Tussen het gras, aan de plas
zongen eens twee kikkers.
Kwaak, kwaak, kwaak, rik, rik, rik,
het waren schone dikkerds. 

En daarbij sprongen zij
onder luid getater,
Kwaak, kwaak, kwaak, rik, rik, rik,
in het water.



KIKKERBRUILOFT 

Twee kleine kikkertjes,
twee groene dikkerdjes,
vieren samen poot in poot,
bruiloft in de kikkersloot.



Copyright © 2000 - 2005 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.