Beginsituatie:
De kinderen weten dat deze week om het thema heksen draait, ze weten hoe een heks eruit ziet en wat een heks is. Ze gaan zelf met dit thema aan de slag.
Doel:
Het doel van deze les is dat kinderen heksen gaan maken of iets dat te maken heeft met heksen. Het doel is dat de kinderen hun beeldende creativiteit verder ontwikkelen, maar ook hun fantasie gebruiken en ontwikkelen.
Opzet:
Ik verdeel de klas in 4 groepen, elke groep maakt iets anders dat te maken heeft met een heks. Ik houd rekening met de verschillende niveaus van de kleuters.
Er zijn 2 groepen jongste kleuters, 1 groep die een kleurplaat van een heks in gaat kleuren en een groep die met krijt een lucht maakt met toverpoeder en strepen.
Er zijn 2 groepen oudste kleuters, 1 groep daarvan gaat zelf een heks tekenen en de ander gaat spatten, die maken ook een lucht met heksenpoeder en strepen.
· Heksen kleuren/ tekenen.
Er zijn dus 2 tafels, 1 met kleurplaten en aan de andere tekenen ze zelf een heks.
Materialen: Kleurplaten, lege tekenvellen, kleurpotloden.
De kinderen kleuren de kleurplaat.
De kinderen maken door hun eigen fantasie een beeld van hun heks, en deze zetten ze op papier.
· Krijten.
Deze is voor de jongste kleuters.
Materialen: lege tekenvellen, krijt/ wasco.
De kinderen maken naar aanleiding van een plaat uit het prentenboek zelf een lucht waarin heksen getoverd hebben.
· Spatten.
Deze is bedoeld voor oudste kleuters.
Materialen: lege tekenvellen, spatramen en ecoline en kranten en schorten.
Ieder kind krijgt een schort aan en op de tafels liggen kranten. Op het lege tekenvel gaan ze naar aanleiding van een pagina uit het prentenboek zelf een lucht maken die betoverd is.
Tijdsduur:
Deze les duurt ongeveer een half uur, als er nu nog veel tijd over is dan wissel ik wel van groepen, zodat elk kind 2 onderdelen heeft gedaan, wel in de onderdelen voor hun eigen niveau.
|
