Muzikale hulpmiddel tijdens een verhaal

Groep: groep1,groep2
Vakgebied: muziek
Thema: ziek
Omschrijving: Het verhaal "Klein Konijn is ziek" uitgewerkt met muzikale hulpmiddelen, te gebruiken tijdens het vertellen. De liedjes kan je ook nog later gebruiken tijdens de verwerking.
Zoekwoorden: verhaal ziek mazelen muziek

Klein konijn is ziek
José Stroo en Marijke ten Cate
uitg. Hasselt Clavis 1997
ISBN 90 6822 503 0

Inhoud

Klein Konijn woont pas in zijn nieuw huis. Als hij de eerste morgen wakker wordt, voelt hij
zich niet lekker. Hij gaat raad vragen aan zijn vriend Uil. Uil ziet wel wat er scheelt: Klein
Konijn heeft de mazelen. Klein Konijn gaat terug naar huis en kruipt in zijn bed. Uil komt op
bezoek om te zien hoe het met hem is. Tegen de volgende morgen staat Uil ook vol met
rode vlekjes.

Bij het vertellen

Het verhaal wordt verteld met tussendoor een lied. Enkele situaties en gevoelens worden
met instrumenten verklankt.

Het was nog donker toen Klein Konijn wakker werd. In het donker zag hij
alleen de randen van zijn leunstoel en zijn bed. Het was nog veel te vroeg om
uit bed te komen.

Klein Konijn was een beetje bang in het donker. Hij kroop wat dieper onder
de dekens. Vanuit zijn bed zag hij en zwart ding op zijn stoel liggen. Gelukkig
bewoog het niet.
Xylofoon
(X1)
Klein Konijn keek maar de andere kant op. Dan zag hij het ook niet. In zijn
nieuwe huis moest hij overal nog aan wennen. Gisteren was hij er komen
wonen en toen alles op zijn plaats stond voelde hij zich gelukkig.
Xylofoon
(X2a)
Klein Konijn kroop nog wat dieper onder de dekens. Alleen zijn oren kwamen
er nog boven uit. Slaperig gaapte hij, onder de dekens. Maar wel heel
zachtjes, want hij wist nog steeds niet wat dat zwarte ding op de stoel was.
Hij kon zijn ogen niet langer openhouden en al snel viel hij weer in slaap.
Xylofoon
(X3)
Toen de zon al was opgekomen werd Klein Konijn wakker. Voorzichtig kwam
hij met zijn hoofd boven de dekens uit. Hij moest weer denken aan het zwarte
ding op zijn stoel en zag nu dat het gewoon zijn trui was die over de stoel
hing.
(X2b)
Klein Konijn was wel blij met zijn nieuwe huis, maar hij voelde zich niet zo
gelukkig als gisteravond. Eigenlijk had hij geen zin om uit bed te komen en hij
had zelfs geen zin om een wortel te eten. Hij had het warm en dan weer
koud. Zelf begreep hij het ook niet zo goed. Moest hij nou een dikke trui
aantrekken of een T-shirt? Voor hij ging slapen had hij nog een foto van
zichzelf opgehangen en wat spullen opgeruimd. Toch klom hij maar uit zijn
bed.
Lied 1
Hij besloot zijn haar te kammen, een dikke trui aan te trekken en Uil op te
zoeken. Uil was zijn grootste vriend en Klein Konijn vond hem heel
verstandig. Misschien wist hij waarom Klein Konijn zich niet zo lekker voelde.
En misschien kon Uil hem helpen weer vrolijk te worden.

Hij sjokte het bos in want hij had zelfs geen zin om te rennen. In het bos was
het bijna net zo donker als vannacht in de kamer van Klein Konijn.
Xylofoon
(X1)
Gelukkig, daar was de boom van Uil al. Klein Konijn riep omhoog:" Uil, Uil,

ben je thuis?" Uil kwam heel slaperig naar buiten. "Ja, wat is er Klein Konijn?
Is alles goed met je nieuwe huis?"
"Ja met mijn huis is alles goed, Uil, maar ik voel me niet zo lekker. Ik dacht
dat jij misschien wel zou weten hoe dat komt. Gisteren was alles nog goed en
nu heb ik nergens zin in.
Lied 1
"Oh," zei de Uil, die nu pas naar beneden keek. Eerst begon hij te lachen.
"Ja, Klein Konijn," zei hij toen, "ik denk dat ik wel weet waarom je nergens zin
in hebt. Heb je vanmorgen al in de spiegel gekeken?" Nee, dat had Klein
Konijn nog niet gedaan.

"Je hebt de mazelen, Klein Konijn," zei Uil.
" Je bent ziek, dus ga maar terug naar huis en in bed liggen. Dan kom ik
straks even kijken hoe het met je gaat."
Klokkenspel
(K1)
'Mazelen', dacht Klein Konijn en 'ziek'.
Klokkenspel
(K1)
Waarom moest Uil dan zo lachen? Klein Konijn vond het zelf helemaal niet
leuk. Thuis keek hij in de spiegel en schrok wel een beetje. Hij zat helemaal
onder de rode vlekjes.

Dat zullen de mazelen zijn, dacht Klein Konijn.

Hij ging weer in bed liggen, zoals Uil had gezegd. En omdat hij niks te doen
had ging hij mazelen tellen. Bij het vijfentwintigste vlekje kwam Uil binnen.
"Zo, Klein Konijn, lig je lekker?" Maar natuurlijk lag Klein Konijn niet lekker
want hij was ziek.
Lied 2+
cinelli
"Je moet veel drinken, Klein Konijn, dan word je snel beter. Ik zal een glas
water voor je halen."

Een beetje verveeld lag Klein Konijn in bed en Uil zat ernaast. "Ik kan niet
slapen Uil," zei Klein Konijn. "Ga dan maar schaapjes tellen, Klein Konijn." "Ik
zie helemaal geen schaapjes, maar wel mazelen." En hij begon te tellen.
Lied 2 +
cinelli
Bij tien begon Uil mee te tellen en hij viel al snel in slaap. Klein Konijn was
alweer bij vijfentwintig en wist niet wat daarna kwam. Slaap had hij nog
steeds niet, maar hij moest nu wel stil zijn, want Uil sliep.

Na een tijdje werd Uil wakker. "Ik voel me niet zo lekker, Klein Konijn," zei hij.
En ja hoor, ook Uil had de mazelen. "Nou, kom er dan maar bij liggen, Uil,
dan zijn we wel samen ziek."
Lied 1

Xylofoon en klokkenspel

X1
Met de noten mi, fa, si en do wordt de spanning opgevoerd. Je kan ze tegelijk(mi+fa,
si+do) bespelen of door elkaar.
X2a
Idem als X1 maar bij het woord “gelukkig” klinken tegelijk fa+si en daarna mi+do.
X2b
Idem als X1 maar vanaf “maar zag nu dat het gewoon…” klinken tegelijk fa+si en
daarna mi+do.
X3
Idem als X1 maar het tempo vertraagt als Klein Konijn in slaap valt.
K1
Vrij spel op het klokkenspel op de pentatoniek van do (do, re, mi, sol en la)

Lied 1: Ik voel me niet zo lekker (Heidi De Clercq)

Lied 2: Rode vlekjes (Heidi De Clercq)

De KO en de kleuters tikken 2x met de cinelli (kleine cimbalen) op de plaatsen waar er 2
rusttekens staan d.w.z. na gek, nek en idee. Op het einde van het lied tikken de kleuters het
aantal stippen dat Konijn (KO) telt.