voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
Lieduitwerking ’t Is geboren het goddelijk kindGroep: groep3,groep4Vakgebied: muziek Thema: kerst Omschrijving: In de lieduitwerking van het kerstlied ’t Is geboren het goddelijk kind wordt gespeeld met vierde en achtste noten doorheen improvisatie, het lied en Orffinstrumenten. Zoekwoorden: kerstlied lieduitwerking ritme 1 Studiedag Gent Musicerende Jeugd 27 augustus 2004 Sessieleider: Heidi De Clercq t Is geboren het Godlijk kind Lesmateriaal: Piano, Orff-instrumenten, klein slagwerk Geboortekaartjes met eenlettergrepige namen (bv.: Jan) en tweelettergrepige namen met neermaatkarakter (bv.: Emma) Niveau: 1 ste graad lager onderwijs Instap Hoe kan je als monitor tijdens een sessie iets duiden van de betekenis van Kerstmis? En daarbij ook nog recht doen aan het feit dat kinderen opgroeien in een multiculturele samenleving? Kerst is immers bij uitstek een christelijk feest van de verjaardag van Jezus. Je kan met kinderen toeleven naar kerst door te werken aan een universeel thema dat voor alle mensen betekenis heeft. Geboorte is zon thema, maar ook licht, vrede, vieren, delen, samenhorigheid, anders zijn. Vandaar ook deze ruime gedachte instap in het thema geboorte. Het lied wordt beluisterd en de naamkaartjes worden per doorgegeven. Je kan kiezen op welke manier. Op het einde van het lied heeft ieder zijn eigen geboortekaartje vast. Als inleiding tot het lezen van de namen zingt de monitor het A-deel van het lied met volgende tekst: t Is geboren het Godlijk kind! Wat staat er op het geboortekaartje? t Is geboren het Godlijk kind! Wat is de naam van dit kleine kind? Vorm een kring. Een eenlettergrepige naam wordt als tempo-aanduiding uitgesproken (Jan = ). Iedereen zegt/zegt+klapt/klapt tegelijk het ritme van de naam die op het geboortekaartje staat. Er zijn twee ritmes: en . Laat iedereen naar het midden van de kring stappen terwijl ze het naamritme klappen. Het is de bedoeling dat ze ritmegenoten vinden op het gehoor. Blijf bij je nieuwe groep en vorm opnieuw een kring met iedereen. Elke groep klapt zijn ritme om zeker te zijn dat elk kind in de juiste groep zit. Activiteiten Elke groep voert een korte improvisatie uit, gebaseerd op hun ritme. De improvisatie moet een duidelijk begin (1 kind start), middendeel (ritmes die het startritme aanvullen of bevragen) en een einde (wordt non-verbaal tot stand gebracht door lichaamstaal en actief luisteren). Elke groep/elk kind kiest een percussie-instrument. Herhaal de improvisatie met instrumenten. Elke groep speelt zijn ritme als ostinato. Een vrijwilliger gaat naar het midden van de kring en improviseert op een verschillend percussie-instrument. 2 Spelen met het ritme met één dirigent in het midden van de kring. De dirigent experimenteert met zijn lichaamstaal. Het lied De monitor staat in het midden van de kring en maakt met zijn of haar lichaamstaal duidelijk welk ritme er gespeeld moet worden. Herhaal dan ook enkele keren dat ritme. Het ritme zijn telkens 2 maten uit het lied. Bv. : De monitor klapt nu het ritme dat hij wil horen. Elke groep voert zijn eigen ritme uit. Je kan ook de groepen eens wisselen. Zo spelen de kinderen ook andere ritmes en wordt het gehoor ook geprikkeld om naar andere ritmes te luisteren. Voor- en naklappen van het ritme van m1-2 met bodypercussion. (v= voet, d= dij, b= borstkas, h= hand) v d d bbb h h Improvisatie met bodypercussion. De monitor voert telkens m1-2 uit met telkens 2 maten rust er tussen. (Zo worden de kinderen bewust van tijd en tijdsduur). Tijdens deze 2 maten rust mag een groep/een kind improviseren met bodypercussie. De monitor zingt en klapt m1-2. De kinderen zingen en klappen deze vraag na terwijl ze zelf nog 2 maten mogen improviseren. De kinderen zingen m1-2 + m 5-6, de monitor zingt m 3-4 + m7-8. B-deel: kinderen zoeken bewegingsvormen die overeenstemmen met de beweging van een engeltje terwijl de monitor het B-deel speelt of zingt. Idem maar de kinderen bewegen rond het geboortekaartje. Aanleren van m9-10 op Orffinstrumenten. Improvisatie met Orffinstrumenten. De monitor speelt samen met de kinderen m9-10 + m 13-14, met telkens 2 maten rust ertussen (gelijkaardig als bij de bodypercussionimprovisatie). Tijdens de vrije maten mag een kind of een groep improviseren op hun instrument. Belangrijk voor het oor: Hoe klinken engeltjes? Licht, zwaar, veel noten, weinig noten? Aanleren van m11-12 + m 15-16 op Orffinstrumenten. Verschillende uitvoeringen van het lied zijn mogelijk: Zingen bewegen zingen Zingen spelen zingen Zingen spelen met improvisatie zingen
|