voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
Les acrobatiek voor groep 5, 6, 7 of 8Groep: groep5,groep6,groep7,groep8Vakgebied: bewegingsonderwijs Thema: acrobatiek Omschrijving: Een acrobatiekles voor de bovenbouw. Afhankelijk van de beginsituatie van je groep wat betreft acrobatiek. Is evt. makkelijk uit te breiden met moeilijkere oefeningen in de kern bij het onderdeel acrobatiek. Zoekwoorden: acrobatiek stoeltje leerhulp volledige les Les voor groep 8 Leerlijn: Balanceren Bewegingsthema: Acrobatiek Bron: Basisdocument Bewegingsonderwijs Lesdeel / tijd Leerdoel Did. Aanpak Organisatie Inleiding 5 min. Kern: 25 min. Afsluiting 5 / 10 min. -Warming-up -Reactievermogen - Balanceren Stoeltje, zowel onderpersoon (stevige basis vormen) als bovenpersoon (evenwicht zoeken, houden) - Positiespel - Gooien - Vangen - schieten - verdedigen Lopen langs de buiten rand van de gymzaal.Als ik 1 x fluit ga je op de grond zitten. 2 x fluit draai je om en loop je de andere kant op. 3 x fluit ga je op je buik liggen Aan de ene kant van de zaal wordt zelfstandig vijfbal gespeeld. Daarbij wijs ik één kind aan dat scheidsrechter is en de stand bijhoud. Aan de andere kant van de zaal worden tweetallen gemaakt. Dit mogen de kinderen zelf doen. We beginnen met het maken van een stoeltje (onderpersoon zit), omdat ik de beginsituatie wat betreft acrobatiek niet ken bij deze groep. Ik leg uit met een tweetal dat demonstreert. Telkens als er een tweetal bezig is, verleent er eentje van een ander tweetal hulp. Gaat deze oefening goed, dan wil ik ook het stoeltje aanleren waarbij de onderpersoon staat. Evt. met één hand. Blokjesvoetbal: Ieder kind heeft een blokje. Je moet proberen om het blokje van een ander om te schieten, maar tegelijkertijd dat van jezelf te beschermen. Bij af: Drie op de kant, is één er weer in. De kinderen zitten op de bank en ik leg uit wat de bedoeling is. De kinderen gaan weer op de banken zitten en ik verdeel de taken voor het opzetten. De zaal wordt in twee delen verdeeld door banken. Verder worden er twee kastkoppen, een bank en matjes daarbij klaargezet. Als alle kinderen weer zitten, leg ik uit wat de bedoeling is, wijs een scheidsrechter aan en verdeel de groep in vier groepen. Groep 1 en 2 gaan vijfbal spelen en groep 3 en 4 gaan bij mij acrobatiek doen. Na zon tien minuten wordt dat gewisseld. Tijdens het wissel moment evalueer ik hoe het ging bij het zelfstandige onderdeel. Ieder kind krijgt een opdracht om een onderdeel op te ruimen. Ik doe samen met een paar kinderen de kastkoppen. Alle kinderen gaan daarna weer op de banken zitten en ik leg het blokjesvoetbal uit. Regels bij stoeltje: Onderpersoon: - ga op de voorrand van de kast zitten - pak de bovenpersoon bij de pols voor hij opstapt - trek de bovenpersoon omhoog als hij gaat opstappen - als de bovenpersoon opstapt, ga je langzaam naar achteren hangen. - Als de bovenpersoon naar achteren gaat hangen, gaat de onderpersoon ook naar achteren hangen. Bovenpersoon: - pak de onderpersoon bij de polsen - ga dicht bij de onderpersoon staan om op te stappen - stap op het midden van de bovenbenen met de tenen naar buiten en in ieder geval niet op de knieën - na het opstappen omhoog uitstrekken en langzaam naar achteren gaan hangen - voorzichtig afstappen, voet voor voet en níet springen! Hulpverlener: - de bovenpersoon alleen vastpakken als die dreigt te vallen - de bovenpersoon zonodig iets boven de heupen in zijn rug met twee handen steunen Leerhulp bij zwakke onderpersoon Uitvoeringswijze Leerhulp De benen geven geen stevige basis voor de bovenpersoon. Aanwijzing: Stap hoger op de bovenbenen Ga verder achter op de kast zitten Laat je eerder achterover hangen Overige hulp: De onderpersoon zit op zn knieën op de grond en de bovenpersoon stapt op de bovenbenen en beiden hangen naar achteren Laten voelen dat wanneer die knieën recht boven de voeten staan, dat dat goede steun kan geven. Een lichtere bovenpersoon nemen. De hulpverlener meer laten steunen bij het opstappen. Geeft als onderpersoon wisselende kracht. Aanwijzing: Meer naar achteren hangen en armen strekken. Overige hulp: Andere activiteit: op de bank staan met de voeten tegen elkaar aan en aan elkaars armen naar achteren gaan hangen. Leerhulp bij zwakke bovenpersoon Uitvoeringswijze Leerhulp Kan met tweede voet niet opstappen. Arrangement: Vanaf een verhoging op de onderpersoon stappen Aanwijzing: Houd je bij het opstappen meer gestrekt Ga dichterbij de onderpersoon staan bij het opstappen (evt. kruisje op de grond.) Is na het opstappen direct uit balans. Aanwijzing: Strek je na het opstappen omhoog uit. Overige hulp: Hulpverlener geeft erachter steun bij de heupen Strekt als bovenpersoon niet echt uit. Aanwijzing: Doe je heupen naar voren. Maak je lang. Overige hulp: Hulpverlener duwt de heupen iets naar voren Hangt als bovenpersoon niet naar achteren. Aanwijzing: Laat je langzaam naar achteren zakken met de hulpverlener erachter. Overige hulp: Bij leerkracht laten oefenen. Leerhulp aan overige bewegers (onderpersoon) Uitvoeringswijze Leerhulp Zoekt zonder steun naar een goede balans. Aanwijzing: Probeer je als onderpersoon iets op te richten en los van de kast te komen en toch de balans met de onderpersoon te houden. Kan een moeilijkere balans proberen. Overige hulp: Met een zwaardere bovenpersoon de balans zoeken. Hangt ver achterover aan één arm. Overige hulp: Zonder steun onder de onderpersoon werken. Leerhulp aan overige bewegers (bovenpersoon) Uitvoeringswijze Leerhulp Heeft beide armen nodig. Aanwijzing: Ga verder achterover hangen met gestrekte armen. Overig hulp: Hulpverlener achter bovenpersoon Hangt als bovenpersoon niet echt naar achter. Overige hulp: Hulpverlener achter bovenpersoon Kan naar balans zonder steun zoeken Aanwijzing: Probeer je als onderpersoon iets op te richten en los van de kast te komen en toch de balans met de onderpersoon te houden. Hangt ver achterover aan één arm. Overige hulp: Zonder steun onder de onderpersoon werken.
|