voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
Lessencyles voor taalGroep: groep1,groep2Vakgebied: Taal: taal Thema: overige Omschrijving: Zeven lessen over het lichaam en waar taal vandaan komt. Zoekwoorden: taal lichaam gezicht woordspelletje naam Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl 1 Lesdoel/tijd Uitwerking Organisatie Doel De kinderen raken bewust dat ze zelf ook opgroeien en dus ouder zullen worden. Ze kunnen de begrippen familie, ouder worden/groeien, vader, moeder, broer en zus gebruiken. Tijd 40 minuten Inleiding 10 De lerares laat fotos zien uit haar eigen jeugd. Hierdoor krijgen de kinderen inzicht in hun eigen groeiproces. Er wordt gepraat over wat zij allemaal al voor fotos in hun plakboek hebben. Hierbij komen de begrippen familie, groeien/ouder worden, vader, moeder, broer, zus, etc. aan de orde. Kern 25 De kinderen gaan hun eigen fotoalbum maken, ze tekenen 3 situaties die in hun fotoalbum komen. Verwerking 5 De kinderen bespreken welke situaties ze hebben getekend. De kinderen zitten in de kring. Zorg dat er bij de fotos ook afbeeldingen zitten van familie. Materialen - fotos van de leerkracht De kinderen gaan aan het werk. Materialen - brede stroken die in 3 delen zijn gevouwen - kleurpotloden De kinderen zitten weer terug in de kring Eigen leerdoelen Observatie Beoordeling Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl 2 Lesdoel/tijd Uitwerking Organisatie Doel De kinderen herkennen de woorden die horen bij pappa, mamma, opa, oma, etc. Groep 1 De kinderen kunnen de woorden herkennen en uitknippen van het aangereikte werkblad. Groep 2 De kinderen kunnen zelf de juiste woorden stempelen of schrijven bij een persoon. Tijd 20 minuten Inleiding 5 De fotos die zelf zijn gemaakt worden nog even besproken. Samen worden de personen nog eens benoemd en op het bord worden de namen geschreven van de personen. Kern 15 De kinderen gaan de personen op de fotos benoemen en plakken hierbij de woordjes die bij de persoon horen. (werkblad) Of stempelen/ schrijven zelf de namen erbij. Afsluiting 5 Samen met de kinderen controleer je of ze de goede namen bij de goede persoon hebben geplakt. De kinderen zitten in de kring. Materialen - white bord De activiteit wordt gedaan in de lees/schrijfhoek, waar het white bord ook wordt neergezet. Materialen - werkblad - stempels - schrijfmateriaal - lijm en scharen De kinderen komen naar je toe als ze klaar zijn, individueel bekijk je hoe ze het hebben gedaan. Eigen leerdoelen Observatie Beoordeling Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl 3 Lesdoel/tijd Uitwerking Organisatie Doel De kinderen kunnen de lichaamsdelen benoemen en lezen d.m.v. woordherkenning de woordjes. De kinderen kunnen losse klanken koppelen tot een woord en het lichaamsdeel aanwijzen. Tijd 25 minuten Inleiding 5 Het spelletje sta op als je een Kern 15 De kinderen bepreken de lichaamsdelen en plakken de naambordjes op de juiste plek. Afsluiting 5 De kinderen wijzen het lichaamsdeel aan wat je al hakkend zegt. Wijs aan je oo-r, oo-g, etc. De kinderen zitten in de kring. De leerkracht zegt sta op als je een meisje/jongen/4/5/etc. bent. De kinderen zitten in de kring. Materiaal - lichaam op papier getekend (ware grote) - naambordjes van de lichaamsdelen De kinderen zitten in de kring, je kan hierbij gebruik maken van het lichaam van de kern. Eigen leerdoelen Observatie Beoordeling Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl 4 Lesdoel/tijd Uitwerking Organisatie Doel De kinderen kunnen gebruik maken van de volgende woorden: kleur, haar, ogen, lang, kort, oren, mond, neus, lippen, tanden, etc. De kinderen kunnen gericht naar zichzelf kijken en zichzelf natekenen. Groep 2 De kinderen kunnen de lichaamsdelen in het gezicht benoemen en (na)stempelen of schrijven. Tijd 40 minuten Inleiding 10 De kinderen kijken nog eens goed naar zichzelf, we hebben het over kleuren haar en ogen, etc. Kern 20 De kinderen tekenen m.b.v. een spiegel hun gezicht na. De kinderen uit groep 2 stempelen of schrijven de namen erbij in de lees/schrijfhoek. Afsluiting 10 Zingen van de liedjes: Hoofd, schouder, knie en teen Dit zijn mijn wangetjes Twee handjes op de tafel De kinderen zitten in de kring en bespreken zichzelf. De leerkracht schrijft alle woordjes op een zelfgemaakt gezichtje. Materiaal - gezicht - naamkaartjes De kinderen gaan aan het werk. Materiaal - spiegel - tekenpapier en kleurpotloden - stempels of schrijfgerei De kinderen zitten na de werkles weer in de kring Eigen leerdoelen Observatie Beoordeling Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl 5 Lesdoel/tijd Uitwerking Organisatie Doel De kinderen kunnen aangeven hoe hun taal is gegroeid. De kinderen uit groep 2 kunnen zelf uitingen verzinnen. Ze kunnen bestaande uitingen nastempelen of naschrijven. Tijd 30 minuten Inleiding 10 De leerkracht verteld dat je lichaam niet alleen groeit, maar ook je taal. Er wordt besproken hoe je praat als je baby bent. (kinderen met jongere broertjes of zusjes) De kinderen gaan na doen hoe je dan praat. Laat ze groeien naar het taalgebruik van 4/5 jarige. Kern 15 De kinderen uit groep 2 gaan de uitingen nastempelen/ schrijven van het bord of stempelen/schrijven op het werkblad de zinnetjes na. Als ze hiermee klaar zijn kunnen ze zelfstandig gaan werken. Afsluiting 5 Met de kinderen uit groep 1 bespreek je het zelfstandig werken. De kinderen zitten in de kring, de leerkracht bespreekt de begrippen zin, woord, eerste woord, laatste woord. De uitingen van de kinderen worden opgeschreven op het bord. Tel met de kinderen het aantal letters of hoe vaak de letter a voorkomt. Materiaal - werkblad - bord De kinderen uit groep 1 gaan zelfstandig werken en verder met de opdrachten uit de vorige lessen. Het stoplicht gaat op rood en samen met de kinderen uit groep 2 ga je de zinnen nastempelen. Materiaal - stempels - schrijfmateriaal - schrijfpapier - werkbladen De kinderen zitten weer terug in de kring. Eigen leerdoelen Observatie Beoordeling Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl 6 Lesdoel/tijd Uitwerking Organisatie Doel De kinderen leren de klankstructuur van hun naam. Ze durven hun naam overdreven uit te spreken. Groep1 Ze kunnen hun naam (de klankstukken) zingen met handbewegingen erbij. Groep 2 Ze kunnen hun naam in klankstukken verdelen door te klappen. Tijd 30 minuten Inleiding 10 Voorlezen van het verhaal Mijn naam en de fee. Het verhaal wordt nog besproken hierna. Kern 10 De kinderen spreken hun naam overdreven uit. Hierna zingen en klappen ze hun naam. Verwerking 5/10 De kinderen gaan lange woorden proberen te klappen en te zingen, met zn allen. De kinderen zitten in de kring. Het verhaal wordt verteld in overdreven toon. Materiaal - het verhaal Mijn naam en de fee. De kinderen zitten in de kring. Laat de oudste hun naam eerst uitspreken. Zorg dat er niemand uitgelachen wordt. De kinderen zitten in de kring. Er worden woorden gebruikt die ze in het alledaagse leven ook gebruiken of voorwerpen die ze zien. Eigen leerdoelen Observatie Beoordeling Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl 7 Lesdoel/tijd Uitwerking Organisatie Doel De kinderen trainen het geheugen (woorden en zinnen onthouden). Ze leren durven te spreken voor de groep. Ze gebruiken rijmwoorden en kunnen dus klanken koppelen. Ze kunnen klanken verbinden aan een beweging. Groep 1 Kan eenlettergrepige woorden onthouden en daarmee rijmen. Groep 2 Kan met meerlettergrepige woorden rijmen en kan deze ook onthouden. Samen met de kinderen gaan we woordspelletjes doen, zoals: - Fluisterkring, een zin wordt doorgefluisterd in de kring - Spraaktekenen, bij het versje Lierom, laarom.. maken de kinderen ronde bewegingen in de lucht. - Zinnen nazeggen - Welke van de drie woorden hoort er niet bij? - Welk woord heb ik twee keer gezegd? - Rijmen - Verzin een woordje dat begint met de letter waar tak mee eindigt. De kinderen zitten in de kring. Zorg er voor dat de opdrachten afgestemd zijn op het niveau van het kind. De laatste opdracht zal alleen kunnen worden uitgevoerd door een oudste kleuter. Gebruik bij oudste kleuters ook meerlettergrepige woorden. Eigen leerdoelen Observatie Beoordeling
|